1 juli 2023
tekst: Arend Postma en Ruud Vermaase; foto: Ruud Vermaase
Sinds Ruud Vermaase naar Doorn is verhuisd mailt hij met Arend Postma over de voors en tegens van Doorn versus Zeist. In deel 4: hoe burger je eigenlijk in?
Doorn, 22 juni 2023
Ha Arend,
Mij wordt nogal eens gevraagd of ik al een beetje ben ingeburgerd hier, maar dat kan toch niet in een paar weken? En hoe is dat te meten? Ik kan mij mijn ouders herinneren die, na het pensioen van mijn vader, in Limburg waren neergestreken. Hij was de laatste jaren in Ramstein (Duitsland) gelegerd bij de Luchtmacht. Zijn redenatie was: Limburg is Nederland, dus dicht bij de kinderen. Dat viel ons een beetje tegen, en dan woonde ik in Zeist nog het dichtste bij.
Maar wat ik wil vertellen is dat ze na 12 jaar werden uitgenodigd om de carnavalsoptocht te bekijken. “Wel op de VIP-tribune hoor”, voegde mijn moeder daar nadrukkelijk aan toe, zoals zij altijd alles inzette om haar status te verhogen. Ja, dán ben je ingeburgerd. Ik kan er niet naar raden waar ik ooit in Doorn voor een ereplaats zal worden uitgenodigd.
Of ben je ingeburgerd als je in de winkels herkend wordt? Overigens wist de man in de Gall & Gall mij meteen bij mijn allereerste bezoek te herkennen uit Zeist. Dat terzijde. En of ik daar trots op moet zijn? Of ben je ingeburgerd als je tochtje door de AH twee keer zo lang duurt omdat je constant even moet bijpraten bij de groente, brood of Conimex schappen?
Wat mij trouwens opviel is dat ik de Vockingworst niet vond bij de delicatessen, zoals bij mijn oude AH in De Clomp, maar ergens onderin weggemoffeld bij overige goedkope huismerkworsten.
Ken je Vocking worst? Een Typische Utrechtse lekkernij (maar je moet er wel even aan wennen en met veel ketchup gaat het best)!
Zeist, 24 juni 2023
Mee eens Ruud,
Inburgeren gaat zeker niet in een paar weken.
En dan nog, hoe ziet dat inburgeren er eigenlijk uit? Volgens mij is inburgeren meer gericht op onzichtbaar worden via perfecte beheersing van de Nederlandse taal. Daardoor zul jij in Doorn dus niet door de mand vallen.
Nee, ik zou ook niet zo snel kunnen bedenken waar jij voor een ereplaats in Doorn uitgenodigd zou kunnen worden. Toch schat ik jouw kans in Doorn uitgenodigd te worden hoger in dan ik ooit in Zeist. Jij hebt in ieder geval een boek – Blauwhelm Blues – geschreven èn je bent een meervoudig gedecoreerde veteraan, terwijl ik niet verder kom dan een paar medailles van de avondvierdaagse.
Grappig dat die man in Gall & Gall jou direct herkende, want dan hebben wij het in dit geval wel over een indrukwekkende reputatie.
De typisch Utrechtse lekkernij Vocking worst ken ik alleen maar uit de verte van horen zeggen, nooit gegeten. Jouw truc om iets eetbaar te maken ken ik wel. Jij doet dat door veel ketchup erover heen te gooien en ik los dat op met heel veel eetlepels sambal oelek.
Waarschijnlijk ken jij Toko Djempol, die vroeger op de Voorheuvel zat, nog wel. De eigenaar was, waarschijnlijk door bepaalde gebeurtenissen in zijn leven, allergisch voor het woord Conimex. Want als ik in al mijn onschuld naar een pot sambal oelek van Conimex vroeg, dan liep hij helemaal rood aan en vreesde ik voor mijn leven. Conimex, de multinational uit Baarn, en Toko Djempol hadden allebei een Nederland-Indisch verleden. Met deze kennis in het achterhoofd kon ik wel een zeker begrip voor zijn woedeaanvallen opbrengen. Ruud, het verleden blijkt altijd weer onlosmakelijk met het heden verbonden.
Doorn, 27 juni 2023
Waarom begon je ineens over mijn medailles, Arend? Maar toen realiseerde ik dat je mij antwoordde op de landelijke Veteranendag. Daar moet ik Zeist trouwens alle complimenten voor geven. Elk jaar wordt er weer iets voor haar veteranen georganiseerd op interessante locaties met vaak boeiende lezingen. Volgende week ga ik naar een veteranenbijeenkomst hier in Doorn. Ze wisten mij binnen een week te vinden!
Conimex! Laat dat woord niet vallen bij iemand die ook maar enigszins Indisch bloed door de aderen heeft stromen. Ik heb er ooit wel eens een column over geschreven naar aanleiding van een reünie met mijn Indische familie van moederskant. ‘Conimex-indo’ noemde een neef mij smalend toen ik mij liet ontvallen wel eens kroepoek van dat merk in de aanbieding te kopen.
Je zegt dat inburgeren ook een kwestie van taal is. De mensen horen toch altijd snel dat ik niet hier uit de buurt kom en hengelen dan naar dat accent van mij. Leiden? Rotterdam? Ik verlos ze altijd snel met de bekentenis dat ik Hagenaar ben. Mijn accent wordt steeds erger. Oude vrienden bevestigen dat: “Sinds jij daar in de Zeisterbossen bent beland, ben je steeds meer Haags gaan praten”. Dat gaat mij dan niet helpen om in dit best wel deftige dorp te inaugureren. Want deftig is Doorn best wel, zeker in vergelijking met Zeist-West…
Ruud
De vorige aflevering van hun mailwisseling: Summer in the City |
Meer over inburgeren: De waarde van genoeg zomer |
Volgende artikel: Nu meedoen is straks meetellen |