Overslaan en naar de inhoud gaan

Paradijsvogels

17 september 2023

17 september 2023
tekst: Ruud Vermaase en Arend Postma; foto: Arend Postma

Sinds Ruud Vermaase naar Doorn is verhuisd mailt hij met Arend Postma over de voors en tegens van Doorn versus Zeist. In deel 8: Paradijsvogels.
 

Doorn, 8 september

Ha Arend,

Dit is niet zomaar een Indian Summer… Als ik deze zinnen tik is het ruim 30 graden hier op de Heuvelrug! De luiken voor de ramen doe ik weer regelmatig dicht, de honden hijgen als stoomtreinen aan mijn voeten en ik heb toch maar weer een paar flessen frisse rosé gekocht in plaats van zware rode.

Vanaf een bankje in de winkelstraat riep een man met een blauwwit geruit overhemd en rode korte broek mij aan. Hij zat op het uiterste hoekje van de bank om nog net een streepje schaduw te pakken. “Ik ben hier maar een biertje gaan drinken, op het terras is het te duur.” Het leek mij niet zijn eerste halve liter, maar ik ben wel de laatste om daar een mening over te hebben. “Gelijk heb je”, steun ik hem. “Maar wordt je bier niet veel te warm zo in de zon.” Stil kijkt hij even naar zijn goudkleurige blikje van een mij onbekend merk. “Nou weet je. Ik hou niet zo van koud bier. Zeker niet bij zulke zware biertjes. Dat geeft bij mij altijd zo’n vervelende nasmaak.” Is dat een typische alcoholisteneigenschap? Dat je gewend bent om je bier altijd te warm te drinken en dat te gaan waarderen? Om het gesprek leerzaam af te ronden vertel ik hem dat ik ooit op een briefproeverij heb geleerd dat je je bier op de temperatuur moet drinken van het percentage alcohol. “12 procent” leest hij hard voor. “Dan moet je hem op zo’n 12 à 15 graden drinken,” hem genereus die paar graden extra schenkend.

Als ik doorloop, realiseer ik mij dat dit de eerste ‘’paradijsvogel’ is die ik gesproken heb hier in Doorn. Die figuren die het leven juist zo kleur geven. Over kleurgevers gesproken. Elke twee weken parkeert een keurige man zijn auto bij het 4 mei monument om het schoon te vegen, de plantjes water te geven, het gras te maaien langs de randen en rondslingerend vuilnis op te ruimen. Hij woont al ruim 70 jaar in Doorn, vertelde hij toen ik bekende dat ik nog maar net inwoner was. Hij had het karweitje op een gegeven moment op zich genomen omdat de tegenoverliggende basisschool die het monument adopteerde het niet zo nauw nam met deze taak. Mooi idee, uitvoering matig.

En gisteravond ontdekte ik weer een bijzonder figuur toen ik mijn honden veel later dan gebruikelijk uitliet. Een man, zo op het eerst gezicht in het donker zag hij er verzorgd uit, liep met een fiets met aanhanger van vuilnisbak naar vuilnisbak en viste daar blikjes en plastic flesjes uit. Pas na drie keer groette hij mij terug. Ik vertelde hem niet dat ik net daarvoor een zakje poep erin had gegooid…

Paradijsvogels. In Zeist kwam ik ze alleen in het bos tegen en heb ze dankbaar meerdere keren in mijn columns een opzienbarende rol gegeven.
 

Zeist, 12 september

Ja Ruud,

Met die in rosé gedompelde Indian Summer in Doorn lijk je van een ander continent te berichten. Dat leidt in ieder geval tot een fascinerend perspectief: paradijsvogels in Doorn en Zeist.

Eigenlijk is het best wel een delicaat onderwerp. Want je wordt als paradijsvogel geboren en gaat dan zwevend over vakantie-eilanden als Ibiza en over de boulevards van metropolen. Maar er zijn ook andere smaken waarbij het lot, een verkeerde afslag in het leven of een bewuste keuze je tot een paradijsvogel op een bankje in het park of het dorpsplein maakt.

Voor hoe dat dan echt in elkaar zit, moeten wij te rade gaan bij een van Neerlands grootste filosofen: Johan Cruijff. Met zijn “je ziet het pas als je het doorhebt” verplaatste hij de focus naar een niveau wat je ook de werkelijkheid zou kunnen noemen. De details die daar zichtbaar zijn geven dan al vrij snel uitsluitsel over wie daar in het park op dat bankje in de brandende zon zit. Want de lege blikjes die zich daar opstapelen vertellen een kenner meer dan de toevallige passant ziet. De kenner pikt uit het brede spectrum van Red Bull blikjes en ‘gezonde’ light frisdranken tot de 0,5L blikjes sterke tot heel sterke bieren feilloos wie daar op het bankje in het park zit.   

Behalve dat het merendeel van de blikjes tegenwoordig in de statiegeldautomaat verdwijnt verdwijnen ze als data in de datacenters die overal uit de grond gestampt worden – die data is het nieuwe goud.  

Ook de paradijsvogel met een blikje op een bankje in het park - ogenschijnlijk toonbeeld van ultieme vrijheid – is in die data als verdienmodel terug te vinden. Met die data in de hand staat elke zichzelf respecterende supermarkt te popelen ook het segment van de paradijsvogel te bedienen. Daardoor weet die dat hij nooit meer alleen en nooit meer helemaal vrij is.

In Zeist herinner ik mij een zekere Frits. Die resideerde met een ruime hoeveelheid bouwmaterialen en plastic zakken op zijn fiets in het Walkartpark. Met zijn zwijgzaamheid hield hij de wereld op een voor hem acceptabele afstand.

Ik vermoed dat het hem zou lukken, zelfs in deze tijd, uit de handen van het datacenter te blijven.
 

Doorn, 14 september

Ha Arend,

Wat een mooie aanvulling over het idee van Paradijsvogels. Juist die mensen leven naar alle waarschijnlijk grotendeels of zelfs helemaal offine. Maar wie lukt dat nog?

Spannende momenten spelen zich altijd af in gebieden of momenten dat je geen bereik hebt met je telefoon. Wanneer je zelf beslissingen moet nemen. Dat zie je ook in films of series. En zo ook in onze eigen veel te gemakkelijke wereld. En ik doe daar even hard aan mee, hoewel ik soms heftig protesteer. Van die wantrouwige fact checkers die meteen je smeuïge anekdote of simpel wist-je-dat-je uit de sport, muziek of wereldgeschiedenis googelen. ‘’Leuk verhaal Ruud, maar het was in 1984.” Dat zijn van die momenten om op een borrel nog meer te gaan drinken of een sigaret op te steken. Ergernis. Van die leuke man die altijd vol verhalen zit, degradeer je in die zielige fantast die onzin verkoopt.

Paradijsvogels. Ik denk hierbij aan Herman Brood, Maarten Biesheuvel en Ramses… Zij die in ons beklemmende keurslijf de wereld voor ons zo verrijken. Jij memoreerde Chet Baker nog, Arend. Waarop ik bot reageerde dat Chet slechts een geniale junk was. Maar zij zijn te googelen. Zij hebben bestaan. De onze vertoeven op bankjes in het park of spreken je aan in het bos. Niemand weet wie ze zijn, niemand lijkt ze op te vallen, niemand kan ze checken op internet of social media. Soms vraag ik mij wel eens af of ik de enige ben die ze ziet…
 

Bijdrage
Lezershoek

 


Vorige aflevering:
Wo ist das Schloss?

Meer over paradijsvogels:
Niet normaal

Volgende bijdrage:
Raadslid aan het woord: Freerk Andre de la Porte

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.