26 mei 2024
tekst en foto's: Arnie Della Rosa
Tijdens mijn wandelingen door de Stichtse Lustwarande met mijn Bracco Italiano jachthonden Siena en Giulia, kom ik langs de prachtigste buitenplaatsen en landgoederen. De Stichtse Lustwarande strekte zich uit van De Bilt tot aan Rhenen en was in vroegere tijden een toevluchtsoord voor rijke kooplieden en bankiers, die hun vuile huizen en steden in de zomer ontvluchtten en verruilden voor frisse lucht.
Ik vertel iedere wandeling iets over de geschiedenis van de plekken waar wij in Zeist lopen, maar ook wat ik daar persoonlijk heb meegemaakt.
Landgoed Huis De Breul
Vanuit ons huis aan de Prinses Marijkelaan lopen wij over de Prinses Margrietlaan. Nog even de Arnhemse Bovenweg oversteken en dan lopen wij Park De Breul binnen. Het is maar 5 minuten lopen.
Iedere dag loop ik hier het liefst ’s morgens vroeg, maar in ieder geval buiten kantoortijden. Geen haastig lopende wezens, druk met zichzelf, met mobiel in de hand, oordopjes of koptelefoon op en hard en druk pratend met die ander aan de andere kant, niet kijkend en vooral niet groetend.
Nee, rust en stilte en begroet worden door het Roodborstje dat op een meter afstand rustig blijft zitten. Ha, daar hoor ik de Groene Specht roepen met zijn kenmerkende lach.
Als ik via een smal pad boven bij de vijver (foto 2) gekomen ben mogen Siena en Giulia los. Eerst bij Giulia de tracker aanzetten, want er zit veel jacht in haar. Er zitten hier eekhoorns, hazen, konijnen en reeën, ze is zo weg en door de tracker kan ik in ieder geval zien waar ze is. Aan haar houding kan ik zien of er wild aanwezig is. Kop omhoog, om zich heen kijkend en een druk kwispelende staart? Dan blijft ze het eerste stuk tot voor het Huis aan de riem. Siena mag gewoon los, want die gaat alleen haar zus achterna. Ik heb beiden goed onder appel en ze komen op de fluit terug, maar Giulia is erg gericht op wild en niet te stoppen. Ze is nog jong, maar ik krijg dat er wel uit. De wolf zit hier gelukkig (nog) niet, die zit meer richting Austerlitz.
Over het meanderende pad (foto 3) loop ik langs de vijver en regelmatig zit ik aan de waterkant in de schaduw en uit het zicht, onder een machtige oude Eik te genieten van watervogels. Fuut, Waterhoentjes, Meerkoeten, Grauwe Ganzen, Canadese Ganzen, Wilde Eenden, Mandarijn Eenden, Nijl Ganzen, Aalscholver, Blauwe Reiger, Witte Reiger, Kaapse Eend, Knobbel Zwaan en Kikkers. Ieder seizoen, dag en tijdstip is de soort en zijn de aantallen wisselend. Kijk, daar gaat een IJsvogel.
Siena en Giulia gaan nooit het water in, zodat de watervogels en hun jongen met rust gelaten worden. Mijn Italianen hebben een hekel aan water.
Als ik hier zo in dit vredige paradijs loop, denk ik regelmatig aan het Duits-Joods Amsterdams bankiersechtpaar Paul May en Rosine Fuld, dat hier voor de oorlog woonde. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog beroofden zei zich, om uit handen van de Duitsers te blijven, op 15 mei 1940 in hun huis in Amsterdam van het leven. Hun dochter Ellen May, haar man Alexander van Marx en hun drie kinderen wisten de dag ervoor via Engeland naar New York te ontkomen en zij hebben allen de oorlog overleefd.
De Duitse Luftwaffe confisqueerde de buitenplaats, roofde hem leeg en nam hem in gebruik als commandocentrum luchtverdediging. Een aantal jaren geleden is de volledige bibliotheek in een Oostenrijks klooster teruggevonden en weer aan Ellen May gegeven.
Langs de Anne Frankboom (foto 4) loop ik door naar het grasveld aan de voorkant van het Huis (foto 1 bovenaan). Heerlijk die rust en een veilig gevoel dat water tussen de Driebergseweg en ons in. Hier kan ook Giulia los en heerlijk rennen.
Deze in 2020 geplante Paardenkastanje is een directe afstammeling van de Anne Frankboom bij het achterhuis in Amsterdam en is geplant ter nagedachtenis aan bovenstaande vreselijke geschiedenis.
Een bont gezelschap aan vogels is hier te zien en te horen, wat een prachtige geluiden en wat een geweldig gezicht. De Appelvink, Boomklever, Boomkruiper, Grote Bonte Specht, Middelste Bonte Specht, Kleine Bonte Specht, Kruisbek, het gelach van de Groene Specht, Houtduiven, Holen Duiven, Kauwen, Kraaien, Mussen, Vinken, Roodborstjes, Winter Koning, Grote Gele Kwikstaart, Witte Kwikstaart, Pimpelmees en Koolmees.
Verder om het Huis (foto 5) en naar de achterzijde lopend, kom ik over de Romeinse brug (foto 6), sla rechts af en vervolg mijn weg langs het water.
De Romeinse brug werd omstreeks 1911, door mogelijk door Landschapsarchitect Leonard Antonie Springer gebouwd.
Op een bankje naast een oudere heer genieten wij samen zwijgend samen van de rust, het weer en al deze pracht (foto 7). Dan vertelt hij mij dat hij hier tegenover in een klein huisje naast Renault Bochane woont. Vroeger werkte hij bij de slachterij en vleeswarenfabriek Gevato als vetkoker (gatver) bij Station Driebergen-Zeist.
Ik weet nog dat ik tijdens mijn dienstplichttijd, wekelijks op weg naar ‘s-Hertogenbosch, kokhalzend van de enorme stank, op het station op de trein naar Utrecht Centraal stond te wachten. Gelukkig is de fabriek waar zo’n 320 man werkten kort daarna gesloten en verhuisd.
De oudere heer vertelt mij verder dat hij hier vroeger stiekem met zijn broer in een bootje van de Jezuïeten in de vijver voer. Daar kwamen de priesters biddend en met de Bijbel opengeslagen in hun handen voorbijlopen. Hij en zijn broer doken plat in de boot en dachten dat de priesters hen niet zouden zien, maar het pad liep om de vijver (haha).
En zo ontmoet je tijdens het wandelen leuke, lieve en ook bijzondere mensen, met of zonder hond. Wij begroeten elkaar en spreken elkaar af en toe. Ieder mens doet er immers toe.
Wat is Zeist toch mooi en wat boffen wij hier te mogen wonen!
Landgoed Huis De Breul
Adres: Driebergseweg 17
1413: Eerste naamvermelding. Eerste eigenaar: Johan, Heer van Egmond en IJsselstein
1551 eigendom van: Willem van Oranje door zijn huwelijk met Anna van Buren, Barones van IJsselstein
1793 eigendom van: echtpaar Jan van Eyck en Maria Vinkenbrink
1832 eigendom van: de Utrechtse bankier Jan Kol
1849 eigendom van: Jhr. Francois van den Bosch
1883 eigendom van: mevr. De weduwe Ludovica Doorepaal-Manuel en de heer P.M.I.L.F.X. Vercruyssen
1913 eigendom van: Pieter Reineke, directeur van een Hilversumse handelsvereniging
1926-1928 verbouw: architect J.W. Hanrath
1927 aanleg park: Engels landschapsstijl park, door landschapsarchitect J.D. Zocher jr.
1931 - 1946 eigendom van: het Duits-Joods Amsterdams bankiersechtpaar Paul May en Rosine Fuld
1946 - 1982: de Sint Willibrordusstichting uit Amsterdam koopt het van Ellen May voor f 400.000 om er onder leiding van een Jezuïetenorde een Rooms Katholiek jongensinternaat “Katwijk de Breul” te stichten.
1993 eigenaar en beheer: Het Utrechts Landschap. Het huis is in gebruik als kantorencomplex.
Meer over Landgoed De Breul: De schitterende schizofrenie van Zeist |
Meer over Rosi Fuld en Paul May: Zeist herdenkt de holocaust |
Volgende column: Onder Bomen |
Als bomen en stenen konden praten over de Breul door Arnie
Wat mooi geschreven! Je wandelt zo mee en beleeft de natuur én geschiedenis. Dank je wel.
Als antwoord op Als bomen en stenen konden praten over de Breul door Arnie door Linda Otterman (lezer)
De Breul
Dank je en fijn dat je meeloopt.