30 juni 2021
tekst en foto’s: Erwin Hagen
Dagelijks laat ik onze hond uit in het Panbos. Op een ochtend op de terugweg naar het parkeerterrein, zag ik dat een mevrouw iets neergooide bij het informatiebord bij de ingang van het bos.
Ik had net mijn wandeling met de hond erop zitten. Zij ging juist van start met haar wandeling. Een leuke, jonge, mooie, zongebruinde mevrouw. Ze keek mij met een vrolijke, stralende lach aan.
Terwijl de honden elkaar besnuffelden, vroeg ik aan de mevrouw of zij iets had neergelegd bij het informatiebord. Met een vriendelijke lach gaf zij aan dat haar hond inderdaad net gepoept had, op straat voor een woning. En dat zij dat keurig had opgeruimd. Het rode, gevulde, zakje lag nu voor het informatiebord.
Ik vroeg of zij wist wie dat zakje zou gaan opruimen. De vriendelijke lach verdween.
‘Ze’, was haar afgemeten antwoord.
Ik vroeg haar wie ‘ze’ waren. De stralende lach was er weer: de gemeente. Die had immers verzuimd vuilnisbakken te plaatsen. Dat hadden ‘ze’ niet zo goed gedaan. De lach bleef.
Toen ik aangaf dat de gemeente op die plek weinig te vertellen had en dat het Utrechts Landschap de eigenaar is van het terrein waar we allebei onze honden uitlaten, verstrakten haar lippen weer. Dan moest het Utrechts Landschap er maar vuilnisbakken plaatsen. ‘Trouwens: slechte zaak dat ze dat niet al hadden gedaan.’
Toen ik vroeg of ze toch het poepzakje van haar hond zelf wilde opruimen, ontplofte ze. Zou ze de hele tijd met zo’n vies zakje rond moeten gaan lopen. Of ik gek was geworden!?
Ze wenste mij vooral geen fijne dag en vervolgde haar wandeling. Mopperend dat ‘ze’ er allemaal niets van snappen.
De volgende dag kwam ik de oudere dames met hun honden tegen. We treffen elkaar bijna elke dag op onze wandelingen. Uit hun scherpe, vrolijke blik en onze dagelijkse korte gesprekjes in het voorbijgaan vermoed ik veel intelligentie. Af en toe vraag ik mij stiekem af hoe deze mooie vrouwen er dertig jaar geleden uit zouden hebben gezien.
Als niet-afgesproken gezamenlijk ‘klusje’ ruimen we regelmatig de troep op die we aantreffen in het bos.
Of ik het nieuwe bordje bij de neergelegde poepzakjes had gezien. De tekst op het bordje roept op om eigen afval mee naar huis te nemen.
En wat ik daarvan vond.
Ik wist het echt niet.
De dames toonden een grote glimlach: ook zij hadden geen idee wie dat gedaan had.
‘Ze’, waarschijnlijk…
Erwin schreef eerder: Ruimte geven |
Meer over afval in het bos: Volg de witte zakdoekjes |
Volgende artikel: Zeister Muziekdagen 2021 |
Ze
Beste Erwin, wat goed dat je de jongedame durft aan te spreken. Natuurlijk reageert ze defensief en ruimt ze het hondenpoepzakje niet op. Maar het kan best zijn dat je actie toch succes heeft doordat ze de volgende keer lets minder vanzelfsprekend haar rotzooi achterlaat. Er wordt toch iets in gang gezet, ook in haar brein.
We durven elkaar veel te weinig aan te spreken op asociaal gedrag. Als veel meer mensen dat wel durven te doen zoals jij, komen de 'aso's' er minder gemakkelijk mee weg maar belangrijker: wordt hun brein geprikkeld. Want hoe defensief ze ook reageren, uiteindelijk vinden ook zij belangrijk wat andere mensen over hen denken. En hoe meer mensen hun gedrag afkeuren, des te meer kans op succes.
Reactie
Super dat je de tijd en moeite neemt om te reageren! En ik ben het met je eens ;-)