25 juni 2023
tekst en foto: Ewout Schröder
Op de dag dat ik de zolder moest opruimen, was er een Vlooienmarkt in het Walkartpark. Ik heb meer talent voor kopen dan voor weggooien. Ik lijk hierin op mijn moeder: zij bewaart alle schoenen die ze ooit heeft gekocht, inclusief doos. "Voor het geval dat," zegt ze erover.
Mijn vader vindt dat een vaag argument.
Ik snap haar wel. Mijn zolder staat vol met spullen 'voor het geval dat': een botte ijshockeyschaats, een analoge fotocamera, twee blu-ray spelers, een berg diskettes met Windows 3.11. De kans dat ik ze ooit nodig heb is klein, maar ja, stel je voor.
Vorige zomer dwong Jo me tot een rigoureuze aanpak. Ik moest álle spullen uit ons huis in dozen doen, alsof we gingen verhuizen. Wat na drie maanden nog steeds in een doos zat, was overbodig en werd weggegooid of verkocht. Ik werkte mee, tot een dag voor de deadline. Toen heb ik mezelf vastgeketend aan een kapotte ventilator en het droogrek en ben ik in hongerstaking gegaan. Ik kon het niet.
De methode van de Japanse opruimgoeroe Marie Kondō ligt mij beter. Je pakt iets uit een doos, snuffelt eraan, drukt het tegen je borst en pas dan bepaal je of er nog een 'spark' is tussen jou en de ordnermap 'Auto en overige zaken 2014'.
Op zolder keek ik naar tientallen dozen vol 'sparks'.
Tussen het uitstellen van het opruimen door, wandelde ik naar het park. Onderweg ving ik een gesprek op tussen twee nieuwetijdskinderen. De een vond de benaming 'rommelmarkt' verkeerd. Hij zag geen rommel, maar bruikbare materiaal. "Vlooienmarkt is beter," zei hij.
Zijn vriend vond Vlooienmarkt niet inclusief genoeg: "Het zijn toch niet alleen de vlooien die meubels besmetten? Wat dacht je van huisstofmijt of een boktor?"
Hij bracht het met zoveel overtuiging dat ik niet wilde weten hoe zijn woonkamer eruit zag.
Ik dacht na over de vraag of niet-menselijke entiteiten zich gekwetst kunnen voelen.
Een paar jaar terug, geloofden we dat creativiteit iets typische menselijks was. Nu componeren we samen met Kunstmatige Intelligentie nieuwe muziek, foto's en video's. Het is wachten op de eerste robot die de discussie start over de manier waarop die door ons, de mens, wordt aangesproken.
Ik beken maar alvast: toen onze robotstofzuiger van de trap flikkerde, riep ik: "Achterlijk ding, wat kun je wel?".
Het was niet netjes en ik merk ook een verandering in het zuig-gedrag. De ijver om de kamer echt stofvrij te maken ontbreekt sinds mijn uitval.
Er zijn mensen die geloven dat ieder object een ziel heeft. Alle elementen van de moderne wereld, alle mensen, dieren, voorwerpen, geografische kenmerken bezitten een geest die hen met elkaar verbindt. Voor hen is de vraag of ik nog een 'spark' krijg van mijn 'van USB naar VGA kabel' niet relevant. De kabel heeft een ziel en verdient liefde.
Vol liefde liep ik langs de kleedjes en kraampjes in het Walkartpark. Ik knuffelde een schilderij met een gat erin, aaide over het blad van een skateboard, en kietelde de knopjes van een noodstroomaggregaat.
Thuis kon Jo het niet geloven: "Heb je niets gekocht?"
"Nope," zei ik. "Ik wil hier in huis niets of niemand meer kwetsen."
Ewout schreef eerder: De levenskunst van je vinger opsteken |
Meer over opruimen: De waarde van grof vuil |
Volgende column: Afscheid van Austerlitz |