28 mei 2023
tekst: Ewout Schröder; foto: Pixabay
De Nederlandse Bank heeft in het diepste geheim miljarden aan goud en contanten verhuisd naar Zeist. Ik ben opgelucht dat ze mij hier niet voor hebben gevraagd. Het fatsoenlijk aankleden van mijzelf én mijn jonge, lawaaierige huisgenoten is dagelijks al een precaire operatie, daar kan geen verantwoordelijkheid voor goudstaven bij. Naast mijn minachting voor punctualiteit is de kans groot dat ik tegen de eerste beste straatgenoot iets zeg als: "Lekker weertje hè, je zou maar voor miljoenen euro's aan goudstaven in je auto hebben liggen. Fijne dag."
Einde operatie.
Sinds Corona droom ik regelmatig dat Diederik Gommers mij vraagt de IC-bedden te verdelen. Ik zit om onduidelijke redenen in een vergadering met het medisch personeel op het moment dat hij de taken verdeelt: "Mo doet deze week de broodjes, Angelique de koffie en thee, Wilfred en Istaf maken de kamers schoon. Wat rest is de coördinatie van de bedden, is er iemand?"
Voor ik het weet gaat mijn hand de lucht in.
"Mooi," zegt Diederik. "We noteren Ewout."
Mijn kersverse collega's klappen hun handen stuk. Ik zie aan de gezichten dat het een applaus van opluchting is, niet van vertrouwen. De rest van de nacht ben ik bezig met het doen alsof ik de IC-capaciteit onder controle heb. Ik ren bezweet, met spreadsheets onder mijn arm, van de ene naar de andere kamer terwijl mijn telefoon onophoudelijk trilt.
Ik heb een diepgewortelde angst om op verkeerde momenten mijn vinger op te steken. Niet geheel onterecht: een mysterieuze cocktail van onzekerheid en enthousiasme afgetopt met een vleugje zelfoverschatting zorgen voor een slecht gevoel van timing.
Op school leer je dat de vinger opsteken iets oplevert: een stuk fruit, een rol als tikker, een antwoord op je vraag. Later is het een kans om te laten zien hoeveel je weet, hoe grappig je bent.
Je leert niet wat er gebeurt als je je vinger niet opsteekt. Dát is wat die dromen mij vertellen: "Ben jij NU de persoon die iets moet zeggen? Laat die vinger eens. Geef ruimte aan andere meningen, andere stemmen, andere oplossingen."
Veel kunstschilders beginnen hun carriëre met grote doeken waarop ze zo realistisch mogelijk de wereld vastleggen, vervolgens zijn ze de rest van hun leven bezig met het weglaten van details. Wat rest zijn stylistische penseelstreken. In de witruimtes tussen die streken zit de oplossing.
Ware levenskunst is weten wanneer je je vinger moet opsteken.
Ik boek vooruitgang. In mijn dromen dan. Vannacht zat ik in de trein naar Amsterdam. In mijn zak zat een gescheurd en verwassen briefje van vijfentwintig gulden wat ik wilde inwisselen bij De Nederlandse Bank. Dat de treinreis duurder was dan dat hele briefje deed er blijkbaar niet toe. Binnen bij de bank liep ik verdwaald door de lange gangen. De meeste deuren zaten dicht. Achter de eerste die openging was een vergadering bezig.
De voorzitter had het woord: "Dan zoeken we nog iemand voor de algehele coördinatie. Iemand die goed een geheim kan bewaren?"
Ik telde tot dertig, en nog eens. De mensen keken naar beneden, angstig om aangewezen te worden.
Naast me stak een mevrouw haar vinger op: "Ik kom uit Zeist en heb al tien jaar een buitenechtelijke relatie," zei ze. "Die paar goudstaven verbergen gaan mij ook wel lukken."
Ewout schreef eerder: Diepgevroren oliebol |
Meer over goud: Een Gouden Trofee |
Volgende artikel: Raadslid aan het woord: Falco van 't Riet |