10 september 2020
tekst en foto: Anke de Jong-Koelé
As it net kin sa ‘t it moat, dan moat it mar sa ’t it kin (als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan)
Deze uitspraak kwam ik tegen tijdens mijn vakantie in Friesland afgelopen zomer. Het is een laconieke uitspraak die me direct deed denken aan een man van nog jonge leeftijd die de ziekte van Parkinson had.
Door zijn ziekte liep hij tegen verschillende belemmeringen op die hem, zoals hij zelf zei, “af en toe het leven zuur maakten”.
En hoewel hij diverse tegenslagen te verwerken kreeg, bleef hij een haast onverwoestbaar positieve instelling houden. Zijn werk kon hij niet meer doen. Zijn grote hobby voetballen lukte niet meer.
En door de oncontroleerbare trillingen van zijn lichaam was fietsen inmiddels ook niet meer verantwoord. Hij was al verschillende keren gevallen en dus had hij zijn vrouw beloofd dat hij niet meer zou gaan fietsen. Ook zelf eten kon op den duur niet meer.
Bovenstaande uitspraak was zo’n beetje zijn lijfspreuk geworden bij het omgaan met zijn ziekte. Het gaf hem de moed om voor alles wat niet meer kon een alternatief te zoeken. Als hij bij mij in de praktijk kwam dan hadden we het er vaak over hoe verschillend mensen met hun ziekte omgaan. De één ziet alleen maar wat niet meer kan en de ander blijft zoeken naar alternatieven.
Voor hem was het een manier om de negativiteit van zijn ziekte niet te laten overheersen, hij wilde kost wat kost blijven kijken naar de mogelijkheden die hij wel had en alles wat wél goed ging. Maar, hij ging ook niet de moeite die het hem kostte uit de weg. Regelmatig hadden we gesprekken over wat de ziekte voor hem en zijn partner betekende en wat hij allemaal moest loslaten. Samen zochten we naar oplossingen en mogelijkheden voor hulpmiddelen.
Zijn positieve houding heeft niet kunnen voorkomen dat hij uiteindelijk in een rolstoel terecht kwam en steeds minder kon. Maar het heeft hem wel geholpen om de jaren die hij nog had, zo prettig mogelijk door te komen.
Ik heb met enorm veel bewondering naar deze man gekeken. En toen ik deze spreuk weer tegenkwam moest ik direct denken aan de situatie waarin we nu zitten met corona. Ik merk bij mezelf dat ik wel eens loop te somberen om wat er allemaal niet meer kan door het virus. En over wat ik allemaal zo vreselijk mis in het contact met anderen. Het niet kunnen aanraken, knuffelen en dat je overal over na moet denken. Laat staan de angst die af en toe opkomt dat ik zelf het virus krijg.
Als ik dan deze spreuk weer zie (ik heb hem inmiddels in huis hangen) dan roep ik mezelf weer even tot de orde. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Op afstand, met 1,5 meter, digitaal en in kleinere groepen valt er nog zoveel te genieten en kunnen we eigenlijk nog zoveel. Alles is relatief denk ik dan maar, met dank aan deze meneer.
Anke de Jong-Koelé heeft een praktijk voor psychosociale begeleiding rondom zingeving, levensvragen en verlies.
Volgende bijdrage: De Lokalist |