20 mei 2021
tekst en foto: Arend Postma
De Zeister wegen, in de breedste zin van het woord, zijn nog steeds de kapstok waar ik mijn columns aan ophang. Mijn voornemen vanaf nu in deze rubriek niet meer over Corona te schrijven is nu alweer gestrand, maar daarmee niet op zichzelf staand. Want het voornemen om met roken te stoppen bijvoorbeeld, duurde bij mij zeker tien jaar. In de overtuiging dat ik over voldoende ruggengraat beschikte, durfde ik tijdens een vakantie best een sigaret op te steken. Na een jaar van veel te veel vakanties deden een combinatie van Pernod, Gauloises en me bijzonder prettig voelen op een verlaten terras in Zuid-Frankrijk mij de das om. Ik was weer terug bij af en jaren van vergeefse pogingen volgden.
Deze op zichzelf staande kwesties en ander persoonlijk falen deden mij tot zelfreflectie besluiten met als trieste conclusie: het karakter van een ongewerveld dier!
Nu de Corona. Na een aarzelende start op een markt voor exotische dieren en reptielen in Wuhan, kwam het toen nog mysterieuze virus al rap in een stroomversnelling, de toon was gezet. Met een feest in een après-ski-bar in Oostenrijk en daarna carnaval in ons eigen Brabant was de pandemie een feit - beduusd stond de wereld erbij en keek ernaar.
Als slakken na een zomerse regenbui kropen de deskundigen uit alle hoeken over het nog natte asfalt naar de talkshowtafels. Hier werden ze op anderhalve meter afstand door de presentatoren opgewacht. Die probeerden hen middels diepte-interviewtechnieken tot uitspraken te verleiden die nog lang na zouden galmen - dit had als resultaat dat er in Nederland ineens 17 miljoen deskundigen rondliepen.
In het begin was Corona niet alleen maar kommer en kwel en heel veel doden, het was ook een bron van inspiratie om van de wereld een nieuwe, veel betere te maken. Helaas, het glas bleek uiteindelijk toch halfleeg want de mens was onverbeterlijk met al zijn slechtheid en hebzucht.
Dat halflege glas was overigens niet voor iedereen een obstakel, want er lonkten bergen met miljarden euro’s. Die kwamen rond Corona als molshopen naar boven en daar zwermde nu de vrije markt als een vlucht aasgieren omheen. Het snelle geld lag ineens voor het oprapen en leidde tot een goudkoorts onder avonturiers, kruimeldieven en creatieve ondernemers. Die stortten zich massaal, met niet altijd even nobele motieven, op de levering van teststraten, testen, beschermingsmateriaal en op de inderhaast opgetuigde noodfondsen en regelingen.
Corona was ook een geschenk uit de hemel voor one-issuepartijen, die konden zich op intrigerende wijze tussen die 17 miljoen deskundigen positioneren om zo een beetje verdeeldheid te zaaien.
Ondertussen gaat het leven in Nederland nog steeds gewoon door en zit Matthijs van Nieuwkerk bij Máxima aan tafel. Hij belooft de koningin er een fijn verjaardaggesprek van te maken en vraagt haar daarom het hemd van het lijf. Door de grondige voorbereiding en een flinke dosis Ivo Niehe komt hij tot een gesprek met sappige details maar zonder grensoverschrijding – het doet de pandemie voor even vergeten.
Vanaf het Binnenbos, waar ik aan deze column gewerkt heb, loop ik naar huis; er is net een zware regenbui geweest. Op het wandelpad, door het bos naast de Kerckeboschlaan, word ik overweldigd door jong, groen gebladerte. Het glimt, druppelt en geurt om mij heen alsof het de eerste dag van een nieuwe wereld is en ik ervaar een soort evenwicht in de natuur. Dan valt mijn oog op een koolmeesnestkastje en ik denk: ‘de strijd aan het eikenprocessierups-front is nog in volle gang!’
Arend schreef eerder: Evergreen Kerckebosch en de onzichtbare auto |
Meer over voornemens: Glasbak of jij-bak? |
Volgende column: De waarde en prijs van verbinding (bij het afscheid van Karst Schuring) |