12 maart 2023
tekst en foto’s: Dick Koopman
Het is maart 2018. Ik krijg een email van een Van Tets, jazeker van de Van Tetslaan in Valckenbosch, met de vraag of ik zijn vader wil ontvangen in de Dieptetuin. Niet toevallig dat ik die vraag krijg, want ik ben voorzitter van de Stichting Vrienden van de Dieptetuin. Een echt burgerinitiatief dat 12 jaar geleden is ontstaan als reactie op een gemeentelijk besluit. Dat besluit was simpel en overzichtelijk: we gaan bezuinigen op onderhoud aan openbaar groen en de Dieptetuin gaan we helemaal niet meer onderhouden. Geen zichtlocatie, en dus stoppen we ermee.
Een aantal omwonenden heeft toen de koppen bij elkaar gestoken om te kijken wat we zelf kunnen doen. En dat bleek heel veel. Met in het begin 25 vrijwilligers zijn we begonnen met het onderhoud en dat was heel fijn om te doen. In de loop der jaren werden het 40 vrijwilligers en onderling een vriendenclub. De Dieptetuin kwam weer letterlijk en figuurlijk tot bloei. Met de Kerst organiseren we een levende kerststal waar jaarlijks zo’n 1.100 Zeistenaren komen kijken.
En precies dat was de jonge Van Tets ter ore gekomen, hij was naar de website gegaan en had de mail gestuurd.
Ik reageerde direct, natuurlijk kon dat! Graag zelfs. We maakten een afspraak en op een mooie zonnige dag kwam precies op tijd een auto van De Zonnebloem aangereden. Twee mensen van middelbare leeftijd stapten uit, ze bleken broer en zus te zijn. De achterdeuren gingen open en daar zat een voorname heer in een rolstoel. We liepen de tuin in en ik vertelde het een en ander over de stichting, de vrijwilligers en over de liefde van die vrijwilligers voor iedere centimeter van de tuin.
Hard praten moest ik, want het gehoor van de oude Van Tets was niet goed meer. Hij genoot met volle teugen. Dat zag ik en dat zei hij. We maakten een rondje tot we bij Huize Valckenbosch kwamen. Niet echt een mooi gebouw. En toen ging hij vertellen.
Hoe hij daar als kind had gespeeld, in de tuin van 13 hectare. In volstrekte vrijheid. Hij vertelde over het oude huis dat in de jaren ‘80 is afgebroken en welke kamer hij had. Waar de garage had gestaan. De tennisvelden, de moestuin, het rosarium. Hij vertelde over de oorlogsjaren, toen het huis werd gevorderd door de Duitsers en wat een keurige mensen dat allemaal waren. Hoe anders was het aan het eind van de oorlog, toen de geallieerden niet alleen de boel hadden uitgewoond maar ook en vooral de wijnvoorraad geheel hadden opgedronken. Nee, cultuur hadden die lui niet gehad.
Hij vertelde over de oneindige zomerdagen waarin hij kon doen wat hij wilde en hoe daar door de oorlog een einde aan kwam. Zijn familie was na de oorlog niet meer teruggekeerd naar het huis. Het landgoed werd verkaveld en vanaf de jaren ‘50 kwamen er woningen rond de tuin.
Hij keek rond en zweeg. Toen keek hij me aan, ik zat gehurkt naast hem, en zei: “weet U, uiteindelijk verdwijnt alles. De hele wereld die was. En binnenkort ben ik zelf aan de beurt.”
Wat kon ik daar tegenin brengen? Niets. Hij had gewoon gelijk. Het contrast tussen een heel rijke, geprivilegieerde jeugd en de verwoestingen van de oorlog was natuurlijk immens geweest. Het langzaam uiteenvallen van al dat bezit moet voor de familie ook lastig zijn geweest. Ik weet het niet. Ik kan het me zo voorstellen.
Bij het verlaten van de tuin beloofde ik dat wij als vrijwilligers er alles aan zouden doen dit mooie stukje Zeist uit 1909 te behouden. En dat doen we met elkaar. Iedere week weer zijn we aan het werk. Nog steeds, zij het mondjesmaat, komen er nieuwe vrijwilligers bij.
En hoewel ik weet dat ook dit ooit zal verdwijnen is mijn blik niet die van de oude Van Tets. Ik zie groei en bloei, ik zie mensen met veel plezier werken in de borders, ik zie de seizoenen in deze prachttuin. Ik zie het leven voorbijkomen in een heel rustig ritme. Zelfs in de coronaperiode was er leven. Mensen wandelden op gepaste afstand, er waren boeklanceringen, op gepaste afstand en de tuin bleek steeds weer een plek te zijn waar je even uit de gewone wereld kon stappen. Dat is wat ik iedere keer weer zie. Leven en toekomst.
Maar sinds het bezoek van de oude man zie ik ook heel veel verleden. Ik zie ook wat er niet meer is. De tennisbanen, de garage voor de auto’s, het oude landhuis, het rosarium en de moestuin. Een blij jongetje dat zijn gang kan gaan in een eigen landgoed. Dat blije jongetje heeft mijn blik verrijkt met beelden uit het verleden. Ik zie nu een andere tuin. Ik zie een verleden.
Een verleden vol met mensen en de dingen die voorbijgaan.
Dick schreef eerder: De spiegel van de cultuur van Zeist: de markt |
Meer over de Dieptetuin: Lente in de Dieptetuin |
Volgende column: De weg van het boek |
Dieptetuin
Kan ik het email adres van Dick Koopman krijgen?
Ik (het ZHG) heeft een aardige reactie op het artikel gekregen en wil dat wel delen met dhr van Test (als dat nog kan).
Bij voorbaat dank en groet, flora de vrijer
Als antwoord op Dieptetuin door Flora de Vrijer (lezer)
Dieptetuin
Hoi Flora, wat leuk! Ja dat kan, als je ons een mail stuurt op info@zeistermagazine.nl dan stuur ik die door naar Dick!