16 oktober 2019
tekst: Bob Horjus, foto: Mel Boas
Op 16 oktober j.l. was er in de bibliotheek van Zeist een debat over verruwing in de samenleving en (gebrek aan) respect. Bob Horjus leidde het debat in. Als u in onderstaande Prezi-presentatie klikt bij ieder nieuw nummertje dan is het net alsof u aanwezig was.
- De samenleving weer een beetje aan elkaar lijmen. Polarisatie gaat over het versterken van tegenstellingen tussen mensen en bevolkingsgroepen
- Segregatie (iedereen in zijn eigen bubbel in witte scholen-zwarte scholen, koophuisbuurten en huurhuisbuurten) is de basis van polarisatie. Dit plaatje geeft in een notedop weer hoe er over het algemeen wordt gedacht over segregatie: segregatie is niet OK, maar als puntje bij paaltje komt kiezen veel mensen toch voor het gemak van omgaan met “ons soort mensen”. Overigens schrijft het SCP dat partnerkeuze (mensen kiezen vaak voor iemand uit eigen kring), woonwijk keuze en bezit belangrijke segregerende processen in stand houden.
- Hoe stimuleert segregatie ruwere omgangvormen? Heel simpel: Segregatie is het gevolg van minder ontmoeten van andersdenkenden.
- Minder ontmoeten = meer anonimiteit. Je kent anderen daardoor niet goed.
- Meer anonimiteit leidt tot minder empathie. Onbekend maakt onbemind.
- En als je iemand niet kent ga je makkelijk te ruw met die persoon om.
- Filosoof Immanuel Levinas geeft aan dat de blik of de aanwezigheid van iemand anders ons verantwoordelijk maakt. Voorbeeld: er was in Engeland een goede voetballer die naar een andere club vertrok. Zijn levensgrote foto op karton werd opgesteld op straat en het publiek mocht hem iets zeggen. Dat werd mopperen en schelden. Toen kwam ineens de voetballer achter het karton vandaan en de mensen veranderden op slag. In fatsoenlijke taal complimenteerde men hem over zijn spel en zeiden ze dat het zo jammer was dat hij wegging en dat ze het zo leuk vonden om hem te ontmoeten. Mensen worden mild in de aanwezigheid van de ander.
- Dirk de Wachter zegt dat het enige goede leven, goed samenleven is. We kunnen elkaar ontmoeten, vasthouden en accepteren dat wij en de ander met onze “ambattantigheden” (we zijn lastige mensen) niet perfect zijn.
- Goed samenleven is niet alleen voor omgangsvormen, maar voor bijna alles werkt het positief uit.
- Samenleven is verbinden en wij zijn gebouwd om te verbinden. Als dat niet goed gaat ontstaat er veel ellende:
- Als we geen basis verbinding en vertrouwen als kind opbouwen (basic trust) verandert dat onze hersenen zodat we niet goed kunnen functioneren.
- De ontwikkeling van ons geweten/moraliteit is verbonden met onze ontwikkeling van veilige hechting.
- We zijn ook gebouwd om dingen te verbinden met betekenis. Een klein kind doet dat al met taal. Dit ding is een stoel, die man is papa. Voorbeeld van betekenis geven is ook het sterrenbeeld: dat bestaat alleen maar omdat we er vanuit ons standpunt tegen aan kijken. Die sterren hebben weinig met elkaar te maken en toch zien we er een steelpan of De Grote Beer in.
- Spiritualiteit is het verbonden voelen/weten met iets dat groter is dan jezelf. Dat kan in een religieuze gemeenschap, maar ook samen musiceren/sporten/ dansen geeft dat gevoel.
- We zijn gemaakt om te filosoferen over: waarom leven we nu eigenlijk.
- En natuurlijk: eenzaamheid is het logische gevolg van weinig ontmoeten.
- Paren die in een sociaal isolement leven scheiden vaker dan mensen met een steunend netwerk.
- Let op de onderste blauwe vlak. In 9 jaar tijd zijn de kosten voor ambulante jeugdhulp ongeveer verviervoudigd. Zijn de kinderen van 2009 4x problematischer geworden in die 9 jaar? Dat dacht ik niet, maar de kostenstijging zet nog steeds voort. Jeugdzorg is dan ook de grootste kostenpost op het gemeentelijk budget sociaal domein. Het zijn volgens prof Hermanns vaak problemen die ook door een wijze vriend(in), ouder of buur verholpen kunnen worden, maar we gaan tegenwoordig naar een duur betaalde professional… Volgens Hermanns zijn we als samenleving het opvoeden verleerd.
- Niet dat een hoge sociale cohesie alleen maar positief uitwerkt. Zo staat Volendam ongeveer model voor zijn grote sociale samenhang. En dat kan ook benauwd gaan aanvoelen. Dan is het vooral sociale CONTROLE. Voorbeelden:
- Een kennis van me uit Zeist werkte in hotel Spaander (aan de haven van Volendam). Ze vertelde dat ze NOOIT meer terug wil. Volendammers noemen mensen van buiten een “jas”. Het is nogal moeilijk om als “jas” binnen zo’n gesloten gemeenschap te komen.
- Laten we niet vergeten dat ook de maffia en sektes een hoge sociale cohesie hebben. Daarin komen en vooral het je daaruit losmaken is moeilijk.
- Goed samenleven geen roze wolk. Er zijn altijd en onvermijdelijk belangentegenstellingen in het samenleven. We zijn soms lastige mensen en we maken soms ruzie. Wat we eigenlijk willen is een samenleving die imperfectie en ruzie aankan. Hoe zou dat kunnen? Het plaatje geeft weer dat er in een democratische samenleving tal van organisaties en clubs zijn met een eigen karakter. Die hebben soms geschillen, maar samen onderschrijven die wel allemaal de democratie.
- Democratie is dan ook geen plek waar we het allemaal met elkaar eens zijn (consensus). Het is een plek waar we van mening kunnen verschillen zonder dat we vijanden van elkaar worden (Zo sprak o.a. lagerhuis voorzitter Bercow 26 op september in zijn toespraak over de giftige sfeer in het lagerhuis).
- In een democratie zijn er tegenstanders die je geweldloos bestrijdt. Buiten de democratie worden tegenstanders vijanden. Mij lijkt de stelling verdedigbaar dat vijandigheid de democratie (in de politiek en in de media) om zeep helpt.
- Maar hoe bereik je een goed functionerende democratische samenleving?
- Iedereen in de samenleving dient de common ground (gezamenlijk uitganspunt) van de democratische rechtstaat te onderschrijven en vandaar uit ontwikkelen we een verdere visie (komen we later op terug).
- De samenleving zelf is eigenaar het probleem hoe je een goede samenleving krijgt. De rol van de overheid hierbij is beperkt. De overheid kan bijvoorbeeld niet niet verordonneren goede buren te worden. “Dat maken we zelf wel uit” is dan het antwoord.
- Wat een overheid wel kan is voorwaarden scheppen die ontmoeting bevorderen.
- Ze kunnen dat doen door fysieke en sociale structuren te organiseren die ontmoeting bevorderen. Fysieke structuren zijn o.a. Groen in de wijk. Dat nodigt uit om buiten te zijn en daar anderen te ontmoeten. Bankjes in het publieke domein, een klein speeltuintje met een wipkip en een klimrekje, glijbaantje doet hetzelfde. Kinderen zijn namelijk de veroorzakers van heel veel onderlinge informele ondersteuning van/door ouders. Buurthuizen zijn belangrijk om zelforganisaties (sociale structuren) te laten ontstaan. Voorbeeld is de door ouders georganiseerde huiswerkklas en de buurtvaders. Ook het organiseren van een Sinterklaasintocht en de verhalen daar om heen brengt kinderen en ouders bij elkaar.
- Dit levert besparingen op. Onderzoek dat we op dit moment doen in Deventer laat zien dat de gemeenten meer dan 10 miljoen euro kan besparen door te investeren in sociale cohesie, zodat mensen minder hulp hoeven vragen aan dure professionals.
- De samenleving een beetje aan elkaar lijmen lukt beter als je met kinderen begint.
- Het komt doordat iedereen het beste wil voor hun kind. Daar hebben ouders veel voor over. Bijvoorbeeld: Mijn ervaring in jongeren in de gevangenis was dat ze hun eigen criminaliteit bagatelliseerden, maar toch niet zouden willen dat hun kinderen later hetzelfde zouden doen. Zo willen rokers vaak niet dat hun kinderen gaan roken of ze stoppen omwille van hun kinderen.
- Kinderen worden heel vaak over het hoofd gezien als samenbindende factor in de samenleving.
- Prof. De Winter schreef om die reden het boek: Verbeter de wereld. Begin bij de opvoeding.
- Dat kunnen we doen door burgerschap te bevorderen bij kinderen. Burgerschap is niet veel anders dan dat mensen (kinderen dus ook) zich willen inzetten voor het grotere geheel van de samenleving.
- Praktisch gebeurt dat in de gemeente Utrecht door een samenhangend jeugdbeleid samen met welzijn, scholen en alle gesubsidieerd werk in de stad
- De Vreedzame Wijk. Ik doe daar een promotieonderzoek naar.
- Een hartekreet als uitsmijter:
De trend van on-respectvol gedrag laat zich keren door ontmoeting.
De overheid kan dat op tal van manieren faciliteren.
Kinderen spelen hierin een bijzondere rol.
Volgende column: De impact van jouw energie
Bijdrage
Column
Dump het niet op de kinderen, geef het goede voorbeeld
Dat was een heel goede presentatie, en mooi verslag hier.
Kleine kanttekening heb ik tot Onderwerp hier gemaakt.
Kinderen moeten vrij zijn om kind te zijn.
Ze doen na wat volwassenen ze voorleven.
Bij allerlei problemen wordt geroepen dat het onderwijs dat moet oplossen. Nou, leraren krijgen al genoeg op hun bordje. Vooral omdat ze van thuis ongezonde gewoontes mee de school in nemen.
Respect
Geachte redactie,
In De Nieuwsbode van 23 oktober staat op blz. 3 een stukje over de debatavond Respect van het Mediacentrum. Tijdens zijn aftrap werd een gebeurtenis door burgemeester Janssen aangehaald die volgens hem "zo ver ging dat hij zijn ambtsketen aflegde en betrokkene persoonlijk van repliek diende".
Naar alle waarschijnlijkheid gaat het over de raadsvergadering van 12 februari dit jaar waarbij gesproken werd over de diverse zeeeer omstreden centrum verkeersmaatregelen. De publieke tribune zat vol met inwoners en winkeliers. Met z'n allen gaven zij, al naar gelang het door het raadslid dat aan het woord was ingenomen standpunt, bij herhaling luidruchtig blijk van hun instemming of van hun afkeuring. De burgemeester gaf aan dat we in dit huis "zo niet met elkaar omgaan" maw dat zulk gedrag in dit huis niet acceptabel is. De aanwezigen negeerden deze uitspraak en waren blijkbaar van mening dat niet de burgemeester maar de inwoners bepalen wat in HUN gemeentehuis wel of niet acceptabel is. De voorzitter zei op een gegeven moment: Ik had gevraagd het applaudisseren achterwege te laten. Het is weinig respectvol dat u dit niet kan laten. Ik schors de vergadering kort. De heer Janssen richtte zich na het afleggen van zijn ambtsketen in het bijzonder tot mij. Ik zat vooraan, droeg een opvallende kleurrijke trui en ben door mijn regelmatige, duidelijke stellingname op diverse onderwerpen geen onbekende van college, raad en ambtelijk medewerkers. Hij was blijkbaar van mening dat ik de op de publieke tribune aanwezigen aanzette tot hun luidruchtige gedrag. Ik betwijfel deze mij toegedichte rol zeer, de aanwezigen hadden mijn voorbeeld niet nodig voor hun luidruchtig handelen. Zij waren en zijn het negeren, bagatelliseren, afzwakken en traineren door de volksvertegenwoordigers beu.
Vervolgens kwam de heer Janssen naar mij toe en herhaalde hij zijn eerdere uitspraak. Anders dan de heer Janssen stelt was er echter van een "repliek" of te wel van een inhoudelijke boodschap of argumentatie geen sprake.
Met vriendelijke groet,
Robert van der Gun
Zeist