1 april 2018
tekst en foto: Ruud Vermaase
Het spant erom of we genoeg mannen hebben om de training vanavond door te laten gaan. “Bij minder dan 6, cancelen we de training”, dreig ik streng in de groepsapp. Maar het is een prachtige avond, zodat ik goedmoedig app dat het zonde is om niet te trainen. Een biertje daarna op het terras in het vooruitzicht natuurlijk. Zo’n avond kan het gemakkelijk worden. Ik heb er zin in.
Als ik na een fiks fietstochtje (meteen een warming up) arriveer, check ik mijn telefoon. De meest fanatieke van het stel was in de veronderstelling dat het niet doorging en ‘is-nu-wat-anders-aan-het-doen’. Nog voordat ik mij kan verbazen, ergeren of piekeren, echoot de app met ‘ik ook’, ‘ik ook’, ‘ik ook’.
Hoe kun je in zo korte tijd omschakelen? Zelf zou ik niet meer hebben gedaan dan nog eens de pagina’s met de achtergronden van de krant lezen. Een extra kopje koffie met een koekje die nog over is in de trommel. Maar deze mannen zijn al meteen ‘iets-anders-aan-het-doen’. Wat dan? Hebben ze een lijstje aan de ijskastdeur hangen met kleine karweitjes voor als er onverwacht iets in de agenda wordt geschrapt? Zou voor mijzelf overigens niet zo’n slecht idee zijn. Een van de slaapkamerdeuren hangt scheef en maakt krassen op het parket, bij alle deuren zitten de plaatjes van de deurknoppen los die eventjes met twee schroevendraaiers vastgezet moeten worden. Het buitenkraantje mag weer open…
Of heeft moeder-de-vrouw over haar leesbril opkijkend vanaf het breiwerkje de echtgenoot even fijntjes toegesproken? “Gaat de training niet door? Oh dan kun je mooi op zolder even de was opvouwen.” Niets doen, kan ik als de beste. Sommige mannen kunnen niet stilzitten. Nou ik wel!
Zo kijk ik op een zaterdagmorgen uit het raam en zie ik mannen de dakgoot vegen, het houtwerk afschuren of de schuur opruimen. Voorjaar… Heel even ontstaat er een onrustig gevoel in mij als het koffieapparaat met veel kabaal begint te malen. Zou ik? Eerst maar even in de tuin met een kopje koffie en de krant met de zaterdagbijlages. Nog even niets doen.
De achterbuurman klimt op een ladder, naast mij gaat een hogedrukspuit aan, nog wat verderop een elektrische grasmaaier (voor twee vierkante meter gras). Ik loop naar het tuinhek en zie dat het nog steeds kapot is. Leuk karweitje als het mooi weer is. De achterbuurman komt van zijn ladder af en loopt naar mij toe voor een praatje. “Weet je’’, zeg ik, “ik word altijd zo nerveus dat jij altijd zo aan je huis bezig bent. Dan denk ik altijd, moet ik niet iets doen.”
Hij trekt zijn handschoenen uit en veegt met zijn mouw over zijn voorhoofd. ‘’Ruud, dat word ik nu juist van jou. Sterker, álle mannen in de buurt worden nerveus van jóu. Wij zijn allemaal verbaasd dat jij blijkbaar nooit iets aan je huis hoeft te doen.’’
Middelmatigheid
De lokale politicus Vermaas is nou niet echt een getalenteerd schrijver, hij
zou tijd beter besteden met luisteren naar de Zeistenaren, wat die van het Zeister bestuur vinden. De lokale politicus kan maar beter zwijgen. Deze vorm van imago building doet de lokale politiek niet goed. Die is al zo ongeloofwaardig.
Als antwoord op Middelmatigheid door Martien Schwencke (lezer)
Middelmatigheid
Beste heer Schwencke,
Dat u mij regelmatig afzeikt vind ik tot daaraan toe. Maar dat u mijn vriend Ruud Vermaase van ongetalenteerdheid beticht vind ik ronduit grof. Bovendien is hij helemaal geen lokaal politicus maar een echte schrijver, die een echt boek heeft gepubliceerd. Een boek wat verkoopt waardoor de heer Vermaase op het Boekenbal mag verschijnen. Dat zie ik u nog niet doen. Maar goed, ik ben de lokale politicus dus, en een volstrekt ongetalenteerd schrijver die graag zwijgt. Zeker tegenover een universeel omni-talent als u. Daar past mij louter bescheidenheid.