1 oktober 2017
tekst en foto: Ronald Camstra
Op een warme nazomerdag zitten twee vrouwen te kletsen op een bankje aan de rand van het pierenbadje naast de flat.
‘Heee, jij ook hier? Heerlijk he?’
‘Hai, ja nog even genieten van het zonnetje.’
‘Ja, nu het nog kan!’
‘Ja volgende week gaat het regenen, hoorde ik.’
‘Ook dat. Maar ik bedoel, zolang dit badje nog open is.’
‘Ja als het regent zal buurman Henk de kraan niet open doen.’
‘Nee ik bedoel, het badje gaat sluiten. Had je dat niet gehoord?’
‘Sluiten? Tot het voorjaar?’
‘Nee voor altijd!’
‘Dat meen je niet. Echt?’
‘Ja dat hoorde ik. Mag niet meer.’
‘Maar kijk eens om je heen, hoe druk het hier is.’
‘Ja zonde he?’
‘Ik denk wel veertig kinderen vandaag.’
‘Ja een heerlijk plekje hier.’
‘Dit badje is hier al sinds we in de flat zijn komen wonen, twaalf jaar geleden.’
‘Ja’
‘Maar waarom mag het niet meer dan?’
‘Nieuw beleid, ofzo, hoorde ik.’
‘Beleid? Buurman Henk heeft toch de sleutel van de kraan, hij vult het badje als het lekker weer is.’
‘Ja maar het badje is niet van buurman Henk, maar van de gemeente. En het water van de provincie.’
‘So?’
‘Dus als er een kind ziek wordt of verdrinkt, wie heeft dan de schuld?’
‘Verdrinkt? Het is maar twintig centimeter diep!’
‘Ja maar dat boeit de provincie niet, het gaat om het principe.’
‘Maar daarom zitten wij toch hier? Om op de kinderen te letten?’
‘Ja natuurlijk, en het is gezellig ook.’
‘Dus waar is de provincie dan bang voor?’
‘Dat zij de schuld krijgen als er iets gebeurt.’
‘De schuld?’
‘Ja dat jij een rechtszaak begint tegen de provincie als jouw zoon iets overkomt hier.’
‘Ze zijn gek!’
‘En om dat te voorkomen zouden ze een badmeester moeten aanstellen.’
‘Hahahaha’
‘Nee echt. Maar dat is natuurlijk te duur.’
‘Wat een vreemd land is dit toch.’
‘Ja bizar. Dus geniet er nog maar even van.’
‘Ik ga een brief sturen. Aan de burgemeester!’
‘Ja goed idee.’
‘En spandoeken, we kunnen spandoeken aan het hek ophangen. Red ons badje!’
‘Ja of Wij spetteren hier voor eigen risico.’
‘Haha ja. Hebben die ambtenaren zelf geen kinderen?’
‘Jawel maar die hebben een badje in hun eigen achtertuin.’
‘Dit is onze tuin. Ik pik het niet.’
‘Ik heb gevulde dadels meegenomen, wil je er eentje?’
‘Mag dat nog wel? Haha’
‘Vast ook niet. Vervuilt het water, ofzo.’
‘In één keer doorslikken dan…’
Pierebad
De gemeente Schagen zou zeggen dat dit pierebadje mensen gelukkig maakt omdat ze aan de rand er van kunnen kwekken met elkaar en gevulde dadels delen. Belangrijker nog... Ze kunnen praten over hun kinderen die lekker in het water ploeteren. De pedagogische civil society. Heel veel onderzoek geeft aan dat dit gekeuvel de opvoedingsstress van ouders vermindert, omdat je met elkaar oplossingen zoekt voor kleine probleempjes die makkelijk kunnen escaleren. En als het opvoeden makkelijker maakt ontstaan er minder opvoedproblemen. Als er minder opvoedproblemen ontstaan hoeft de gemeente minder dure jeugdzorg in te schakelen. Zo blijkt ook dat een groot deel van de mensen die om hulp komt bij professionals een klein sociaal netwerk hebben. Het individualisme in de samenleving is nog steeds aanwezig en waarschijnlijk nog steeds groeiend. Als de gemeente dit soort goedkope middeltjes niet wil zal goedkoop duurkoop blijken te zijn.