1 juli 2017
tekst en foto's: Ruud Vermaase
Wie kent de reeks niet van Loe de Jong over de Tweede Wereldoorlog? De gekleurde muur in menig boekenkast van de ouders van mijn generatie. Nog indrukwekkender dan de 24-delige Winkler Prins en de nog net iets exclusievere Britannica. Bij de verdeling van de erfenis was er geen discussie wie er met de 108 cm lange rij boeken naar huis mocht: De zoon des huizes. Buiten kijf. Een zwager claimde nog deel 11C (Nederlands Indië) die hij op een mysterieuze manier miste in zijn eigen collectie, maar ik was onverbiddelijk. De complete collectie of helemaal niet, geruststellend tegen vrouwlief fluisterend dat hij op mijn kamer in de boekenkast komt. Niet in de woonkamer.
En zo staat inmiddels meer dan 15 jaar in de boekenkast op mijn kamer. Hij past net niet op 1 plank zodat ik er een paar bovenop heb gelegd. Geen letter in gelezen, niet eens plaatsjes bekeken. Louter indrukmakend op mijzelf en spaarzame bezoekers die wel eens op mijn kamer komen, maar daar overdonderd worden door een varia aan nostalgie. Dinky Toys, Marklins, LP’s, singletjes, concertkaartjes, voetbalvaantjes, clubdassen, foto’s… Museum Ruud Vermaase, 24/7 geopend voor de enige vaste bezoeker.
Van tijd tot tijd verschuif ik wel eens wat. Gooi zelfs af en toe wat weg. Echt waar! Zo kom ik eens op het idee om de gekleurde stofmappen van de Loe de Jong af te halen zodat een rustige lichtbruin muurtje in de boekenkast tevoorschijn komt. Dat had ik niet moeten doen! Bij het verwijderen van de stofkappen waarbij ik elk deel voor het eerst in mijn leven stuk voor stuk in mijn handen krijg, ontdek ik allemaal briefjes in verschillende delen. Met het voor mij zo bekende onleesbare en daardoor vaak onheilspellende handschrift van mijn vader. Oude krantenartikeltjes zijn er op bepaalde plekken tussen gestopt. In de stukjes krant en in het boek (foei) zijn alinea’s met pen omcirkeld en door stukken tekst een kruis gezet. Aantekeningen in de kantlijn. Snel probeer ik een tendens te ontdekken. Veghel zie ik een paar keer (daar hebben we ooit begin jaren 60 nog gewoond), Friesland (heeft mijn vader als teenager een deel van de oorlog gewoond na het bombardement van het Bezuidenhout) maar ook frontgevechten bij de Grebbe en Arnhem waar ik geen familie-anekdote aan kan koppelen). Evenals de affaire Van ‘t Sant waarin mijn vader flink heeft staan krassen. Daar heb ik hem nooit over gehoord. Ik zie geen verband.
Alle boeken waarin ik iets ontdek hou ik apart om later eens te bestuderen. Toevallig passen de bewuste boeken precies liggend naast de onbeschreven onbelangrijke delen. Ik kijk ernaar, bang dat ik nu een paar zomerse dagen op zoek moet naar een geheim dat er waarschijnlijk helemaal niet is. Meteen mezelf en hierbij al mijn lezers adviserend om niet op een dergelijke raadselachtige manier je kinderen met familiegeheimen op te schepen. Vertel het door. Of niet.
Loe de Jong
Als Ruud Vermaase iets wil weten over Loe de Jong,
kan ik dat graag doen,
schrijft Charles Destrée
(1926) als historicus en voormarlig verzetsstrijder en voormalig Zeister Internist en echtgenoot van de Zeister Ellen Figee.