1 februari 2019
tekst: Bob Horjus
In mijn vorige column staat dat er nu minder samen wordt opgevoed dan pakweg een generatie geleden. Dat heeft een negatieve invloed op opvoeden en op onze samenleving. Deze column gaat over hoe er nu praktisch gewerkt kan worden aan een samenleving waarin we weer samen opvoeden.
Op een ouderbijeenkomst op een basisschool vroeg de schoolleider: “U wilt natuurlijk dat uw kind goed leert rekenen en lezen/schrijven” (instemming vanuit de zaal). “en wilt u ook dat uw kind een goed mens wordt?” (grote instemming vanuit de zaal). Ik had er nooit zo bij stilgestaan, maar natuurlijk willen ouders dat. Ik weet uit ervaring dat zelfs criminelen willen dat hun kinderen zich sociaal gedragen. Dat geeft natuurlijk spanning en dit was het centrale thema van de serie “de Soprano’s”.
Deze video maakt duidelijk waarom ouders dat graag willen. Egocentrisch handelen geeft gedoe en ruzie. Maar ouders weten vaak niet hoe ze bij hun kinderen ‘goed mens’ zijn kunnen bevorderen. Terwijl ze worden wel gezien als eerstverantwoordelijke voor een opvoeding tot ‘een goed mens’.
Maar volgens sommige wetenschappers hebben ouders niet eens de grootste invloed op moreel gedrag. Kinderen worden sterk beïnvloed door hun wijdere omgeving. Ook Nederlands onderzoek laat zien dat de sfeer in de buurt de meest bepalende factor is voor sociale of asociale carrière van kinderen. Het voorbeeldgedrag van iedere volwassene speelt een rol. Wat ze anderen zien doen is invloedrijk. Mooie woorden geloven ze al snel niet meer. Zelfs presidentskandidaten hebben invloed, zo blijkt uit onderzoek: na de verkiezing van Trump nam het pesten toe op scholen in districten waar republikeinen wonnen.
Daarom is een positieve sociale samenleving de hoeksteen voor het gezin. It takes a village to raise a child. U heeft daar vast wel van gehoord. Zoals in de vorige column stond: Vrijwel alles verloopt soepeler in een warme ondersteunende gemeenschap. Kenmerk van zo’n goede opvoedomgeving is dat ouders elkaar informeel steunen en letten op, zorgen voor elkaars kinderen
Klinkt goed, maar hoe zou de gemeente Zeist kunnen werken aan een positieve opvoedomgeving? Uit onderzoek blijkt:
- We kunnen meer samen opvoeden door te klimmen langs de contactladder: Helemaal onderaan staan geïsoleerde mensen. De weg omhoog begint altijd met ontmoeten. There is no mating without meeting. Dus: stimuleer onderlinge ontmoeting. Ontmoeten en in gesprek gaan heeft een positief effect op het buurtklimaat. We worden kennissen. Mensen in de buurt kunnen deel gaan uitmaken van ons persoonlijk netwerk (samen sporten). Uit netwerken kunnen gemeenschappen (georganiseerd netwerk) ontstaan met een maatschappelijk doel (sportclub, hobbyclub, politieke partij). Eigenlijk is het zo dat overal waar gemeenschappen gevormd worden er min of meer automatisch aandacht voor het samen opvoeden van kinderen.
- De overheid kan beleid kiezen dat de ontwikkeling van alle kinderen bevorderd. Dus niet uitsluitend: hoe gaan we problemen bij individuele kinderen tegen, maar hoe brengen we alle kinderen tot bloei (scholing, sport en talentontwikkeling). Positief beleid blijkt de beste preventie.
- Kinderen hebben het nodig om nodig te zijn en verantwoordelijkheid te dragen op hun niveau. Mensen en dus ook kinderen gedragen zich onverantwoordelijk als ze geen verantwoordelijkheid hebben. Ouders die elke hindernis voor hun kind oplossen (de curling-ouder) ontzeggen hen verantwoordelijkheid. Geef het ze, en ze zullen zich verantwoordelijk gedragen. Ook een leeftijdmix werkt goed (net als in Jenaplan onderwijs): Kleine kinderen gedragen zich in aanwezigheid van grote kinderen netter omdat ze tegen de grote kinderen opkijken en kleine kinderen doen op grote kinderen een appèl om voor hen te zorgen.
Denkt niet dat sociale cohesie een romantisch verhaal is als in ‘het dorp van mijn vader’. Iemand zei me eens: “Als ik maar nooit terug hoef naar dat dorp!!!” Helemaal terecht: Mensen kunnen ook zo op elkaar letten dat je er gillend weg rent. Bedenk dat de georganiseerde misdaad een grote sociale cohesie heeft. In sommige dorpen zorgt het voor instandhouding van overmatig drugs- en alcoholgebruik (bijv. Volendam of Urk). Het kunnen de ‘bubbels’ zijn waarin iedereen alleen zijn eigen gelijk laat resoneren.
Zo blijkt de ene gemeenschap wèl en de andere niet positief te werken. Wat is het verschil? Een aantal zaken spelen een rol:
1 Samenleven lukt het best als die samenleving bestaat uit diverse 'lichte gemeenschappen’. Dit zijn gemeenschappen waarin iedereen en dus ook de buitenstaander mee mag doen en die hun leden stimuleren om lid te zijn van meerdere gemeenschappen. Ook kinderen mogen leren buiten de eigen ‘bubbel’ te kijken zoals burgemeester Jansen in zijn nieuwjaar toespraak zei. Hierbij leren ze dat ‘anderen’ er ook bij horen en dat deze verrijkende meningen en gebruiken kunnen hebben. Het blijkt dat juist die open gemeenschappen ouders helpen bij de opvoeding omdat ze nieuwe perspectieven laten zien.
2 In ieder gemeenschap is onmin en wrevel. Samenleven lukt het best als conflicten ongeveer normaal gevonden worden, want alleen in een utopie is er eensgezindheid. Ook in de opvoeding is ruzie en wrevel normaal. Er zijn inmiddels 1000 Vreedzame Scholen (heel veel in Utrecht en ook in Zeist zijn er drie) waar kinderen leren kinderen hoe ze constructief onderlinge conflicten op kunnen lossen.
3 Van alleen meer sociale cohesie wordt een gemeenschap niet beter. Er blijkt een breed gedragen moreel kompas noodzakelijk. Maar wat kan dat zijn voor onze samenleving? Voor sommigen zijn dat de richtlijnen van hun geloof, maar die worden niet meer breed gedragen of anderen vinden die discutabel. De Universele verklaring van de rechten van de mens of het Charter for Compassion hebben een bredere blikveld maar zijn betrekkelijk onbekend. Misschien is democratie een aansprekend ideaal.
Daar gaat mijn volgende column over.
VOLGENDE ARTIKEL: "ansichtkaarten"