3 april 2020
tekst en foto: Erwin Hagen
Ik heb geen idee of u van voetbal houdt. Of het juist helemaal niets vindt en blij bent dat er deze tijd op zondagavond 19.00 uur even eens een keer niet met een bord op schoot wordt gegeten.
Bij voetbal komt het ergste en het leukste in mij naar boven. Bij gebrek aan recente wedstrijden keek ik afgelopen zondagmiddag, met het gezin, naar de herhaling van de legendarische wedstrijd Spanje-Nederland op 13 juni 2014.
Ik zal mij lang herinneren waar ik destijds was. In Rome, in een dorp op 20 minuten afstand van de stad. In een heerlijk appartement met uitzicht op de olijfbomen in de vallei. Het was prachtig weer. Een kado van mijn vrouw voor mijn vijftigste verjaardag. Alles klopte: onze locatie, het weer, de stad, het eten, mijn gezelschap. Mijn zoon (toen tien jaar oud) wilde de wedstrijd op TV zien, ik niet. Ik somberde over de toestand van het Nederlands elftal. Ik had hem vier jaar daarvoor, in 2010, laten meeleven in de opmars van het Nederlands elftal in Zuid Afrika. Op een camping in Kroatië zagen we in de zomer van 2010 Spanje Nederland in de finale in de verlenging met 1-0 verslaan. Ik heb mijn zoon daarmee een jeugdtrauma bezorgd. Dacht ik. Hij was destijds dagenlang echt ontroostbaar. ‘Buitenspel!’ was toen zijn stellige overtuiging.
Terug naar 13 juni 2014. We komen uit de stad Rome in ons appartement. Zoon zet de TV aan. De wedstrijd Spanje-Nederland is zo’n 30 minuten bezig en ik zie dat Spanje zojuist gescoord heeft uit een penalty. Mijn gesomber is dan inmiddels grenzeloos. Voetbal kijken haalt het ergste uit mij naar boven.
En dan opeens, vlak voor rust….een wonderschone pass van Blind op Van Persie. Het blijkt achteraf een voorzet te zijn. De duik-kop-goal van Van Persie is subliem.
Het verloop van de wedstrijd is geschiedenis. Arjen Robben en Robin van Persie laten ons, mij, mijn zoon genieten. 1-5! Voetbal kijken haalt dan het leukste uit mij naar boven.
Terug naar afgelopen zondagmiddag. Ik zit weer ‘die’ wedstrijd te kijken. En weet natuurlijk hoe het afloopt. Ik zou relaxt achterover kunnen leunen, maar toch merk ik dat ik weer op het puntje van m’n stoel ga zitten. Tranen van geluk, overweldiging en bewondering, schieten achter en door m’n ogen als Robben de 1-2 op glorieuze wijze scoort.
Ik ben een natte dweil. Blijkbaar. Het lukt mij niet te doen alsof er niets-aan-de-hand is. Na tranen wegpersen, weglopen, hooikoorts veinzen en andere trucs, weet ik: mijn verwondering en bewondering komt via mijn ogen nogal vochtig naar buiten. Mijn vrouw en kinderen kennen mij inmiddels goed en moeten dan altijd een beetje grinniken. ‘Is het weer zover?’.
Dat heb ik ook als ik geraakt wordt door muziek, toneel, theater, dans, een schilderij, een sculptuur, een bouwwerk, een boek of een gedicht. En nog veel meer. Juist geen tranen vanwege verdriet, maar van geluk. Overweldigd worden door kwaliteit, klasse en schoonheid. Kletsnatte boel. Zakdoeken zijn hard nodig.
Als ik iets mooi vind, dan raakt het mij. Als iets je raakt, dan is het blijkbaar mooi. We lijken in deze Corona-tijd een beetje stil te staan, maar het tegendeel is waar. We hebben tijd om goed om ons heen te kijken. Te genieten. Geraakt te worden. Door elkaar. Door mooie dingen.
En een lekker potje te janken. Omdat het zo mooi is. En er is, ook als-alles-dicht-is, heel veel moois te zien in onze omgeving. Via websites van kunstenaars. Een beeldenroute door Zeist. En nog veel meer.
Mijn zoon heeft geen jeugdtrauma overgehouden aan de finale van 2010. Hij heeft er een mooie herinnering aan. En een nog mooiere aan die wedstrijd in juni 2014. Alles komt altijd goed.
En het was buitenspel. Zegt-ie.
Volgende column: Dagboek van een Muurbloem - deel 3 |
We zijn een rotvolk
Volgende keer graag niet we zijn een rotvolk.
Ik voel me niet aangesproken. Houdt u het svp in de IKvorm. Zo van: ik vind Nederland een rot volk.
Scheer niet iedereen aan een kant, wel even verder kijken dan uw neus lang is.
Uberhaupt Valckebosch heeft een mooie tuin om in te wandelen. Daar zullen toch geen joggers lopen en heeft u van niemand last.
Als antwoord op We zijn een rotvolk door Marianne Jansen (lezer)
reactie op reactie
Beste mevrouw Jansen,
Wat u schrijft over mijn stukje... is nogal boos. Maar ik herken uw feedback helemaal niet. Wellicht kunt u nog 'ns rustig lezen. Niemand wil momenteel iemand een rot gevoel geven. Integendeel: samen zullen we het moeten doen, moeten maken!
Hartelijke groet,
Erwin Hagen
Als antwoord op We zijn een rotvolk door Marianne Jansen (lezer)
Rotvolk
Mevrouw Jansen, U heeft onder de verkeerde column gereageerd. Jammer dat u hier niet iets positiefs achterliet over de mooie column van mijn collega, die u ongetwijfeld ook gelezen heeft. I rest my case.