Overslaan en naar de inhoud gaan

Dankbaarheid in inkt

28 juli 2023

28 juli 2023
tekst: Ewout Schröder; foto gegenereerd met Bing Image Creator (AI)

De Nieuwsbode kopte dat je in Zeist op 18 plekken een tatoeage kan laten zetten. Het ging hier over locaties, niet over lichaamsdelen. Je mag natuurlijk zelf bepalen waar je op je lichaam een tattoo zet, ook in Zeist.

Ik heb geen tatoeage, nooit de behoefte gehad. Bovendien heb ik angst voor naalden. Toen mijn oma liet zien hoe ze een gat in mijn broek repareerde, viel ik flauw. Sindsdien ga ik ze uit de weg, oma’s en naalden.

Volgens het artikel past de populariteit van tatoeages in het huidige ‘ik’ tijdperk. We jagen naar een betekenisvol bestaan: een afbeelding of tekst bevestigd wie je bent en waar je voor staat.

Ik heb geen idee waar ik voor sta.

Op mijn zeventiende ging ik met een groep vrienden een week naar Renesse. Het was, vonden we toen, de mooiste vakantie ooit. De laatste avond zweerden we een tattoo te laten zetten.

Fons deed het, als enige. De ochtend van vertrek liet hij: ‘Hey yo, Captain Jack’, op zijn onderrug tatoeëren.

Het duurde jaren voordat hij toegaf dat dit de stomste actie uit zijn leven was.

Fons staat niet alleen. De meeste mensen die spijt krijgen van hun tattoo hebben er slechts een paar uur over nagedacht. Het roosje in je nek, de drie sterretjes boven de enkel, de dolfijn in je pols, de Chinese tekens op je buik: de sentimentele waarde slijt helaas sneller dan de inkt.

Ik zie wel kansen voor de tatoeëerder die zich wil onderscheiden in Zeist. Ga voor maximale kwaliteit, met minimaal kans op spijt.

Sluit je klanten een week op in de kelder van je winkel: geen telefoon, geen internet. Leg op het nachtkastje wat levensvragen zoals:

Wat is er echt belangrijk voor je, en besteed je daar genoeg tijd aan?
Wie was er voor je, toen alles leek te mislukken?
Welke ervaringen zullen je altijd bijblijven?

Na dag zeven mag je klant pas kiezen wat die op zijn lichaam wilt.

Ik zou zelf voor een portret van Meester Willem-Jan gaan, op mijn schouder.

Het was 1995. Ik had twee basisscholen én een Cito-toets verpest.

“Ewout,” zei Willem-Jan. “Dit gevoel is niet fijn, maar weet, het is tijdelijk. Jij komt er namelijk wel, zonder twijfel.”

Hij sloeg die dag een piketpaaltje.

Ik besef dat het tatoeëren van mijn dankbaarheid voor die woorden een omslachtig gebaar is. De kans dat ik Willem-Jan, op het strand, tegenkom, is nihil. Daarbij, hij zou zich wezenloos schrikken: “Waarom loop jij in vredesnaam met mijn hoofd op je schouder?”.

Het kan simpeler. Ik stel een lijst op van mensen die, net als Willem-Jan, een belangrijke rol speelden en bel hen op. Ik bedank ze voor de knipoog, de schouder, de lach. Ze zagen me staan op een moment dat ik het even niet meer zag.

Ik weet niet wat me angstiger maakt: de naald of dat telefoongesprek.
 

Bijdrage
Column

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.