25 maart 2020
tekst: Henjo Hekman; foto: Pixabay
geruisloos aan mijn slapend kroost ontsnapt
sta ik in het eerste grijs van de paasmorgen;
alleen met een lijster die het gras loskrabt
deel ik de tuin - vaders met kleine zorgen
bijvoorbeeld eieren. de zijne zijn bevrucht
de mijne slechts van chocola, fondant en suiker
hij slaat zijn worm en gaat steels op de vlucht
ik leg zoete geheimen tussen de struiken
terwijl een vogelkoor de vroege stilte opent
met een boogie woogie waarin die verre motorfiets
niet past (geen blues Jan, dat wist je best)
kom ik, doorweekt van kou, naar de deur gelopen
en kijk om - mijn ogen vinden wat ze hopen: niets
ik sluit af - de paashaas duikt weer in z'n nest
Jan Hanlo schreef ''s Morgens', een april-gedicht waarin - volgens hem - een merel de St. Louis Blues zingt… Je kunt een merel overal van betichten, maar niet dat ie in het voorjaar de blues zingt!
Volgende column: Zeist aan zee |
Applaus..
Applaus..
Gedicht Henjo
Grandioos! Lichtpunt in de quarantaine!
Henjo's Paasgedicht
Hallo Henjo, dank voor dit Paasgedicht. Wat sombergrijs, toch stilaan stemmig en helemaal Hanlo. Ik las en lees hem graag en gun hem de dichterlijke vrijheid alleszins om een merel de St.Louis Blues te laten zingen. Gezondheid ook!