1 februari 2018
tekst en foto: Arend Postma
Een column schrijven is werken en dan kunnen de omstandigheden behoorlijk bar zijn - in dit geval zijn ze ietsjes minder bar. Ik bevind mij op het terras van bistro & pub De Bottle aan de JL Ahmad Yani in Batam Centre op het Indonesische eiland Batam. Werken is nu - buiten bereik van de brandende zon maar met een fles ijskoude Bintang binnen handbereik - niet echt een straf. Mijn werken betreft in dit geval het kijken naar wegwerkers die in de brandende zon bezig zijn een kuil te graven.
Omdat er heel hard met houwelen gewerkt wordt heb ik niet de indruk dat de grond zo zacht en meewerkend is als die van een algemene begraafplaats in Nederland. En zelfs voor die klus wordt in het kader van de Arbowet tegenwoordig wel een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd. Dat graaft binnen tien minuten een haarscherp gat van elke afmeting tot onbeperkte diepte.
De wegwerker die het echte graafwerk doet verdwijnt steeds dieper in de grond. Ik kan mij een dergelijk tafereel alleen maar uit Scandinavische en Engelse thrillers voorstellen. Meestal speelt zich dat in de regen midden in een groot eenzaam bos af. De goede, een succesvolle makelaar, is dan druk zijn eigen graf aan het graven terwijl de slechte met een wapen in de hand toekijkt. Als de goede even opkijkt om het zweet en de regen uit zijn ogen te vegen verziekt de slechte met een paar dreigementen, betreffende zijn kinderen, zijn laatste minuten - deze hardheid is kenmerkend voor de Scandinavische thriller.
Gezien de bewegingsruimte waarbinnen de graver zich wendt en keert wordt het geen massagraf, en begrijp ik de passieve houding van zijn collega: de te graven kuil is gewoon te klein. Omdat ik niet zo goed in hiërarchie, rangen en standen ben kan ik het ook niet zo goed inschatten maar misschien is de collega ook nog wel een rang hoger. Talent komt altijd wel een keer bovendrijven. Voor sommige mensen helaas te laat en dat zal hen dan altijd blijven achtervolgen.
De collega is verkleed als bedoeïen of als een soldaat uit het Franse Vreemdelingenlegioen, dat kan ik van deze afstand niet goed zien. In ieder geval oefenen beiden hun beroep onder extreme omstandigheden in de woestijn uit. Misschien is het ook wel een meesterlijke vermomming die zijn weerga niet kent.
Af en toe bespeur ik een situatie die op overleg lijkt, dan wordt met weidse gebaren en de hand boven de ogen het hele eiland meegenomen om weer midden in de kuil te eindigen. Argumenten worden weggeworpen en de vingers voortdurend geteld. Zó dicht bovenop de werkelijkheid levert het mimische beelden van moedeloosheid en frustratie op door grond die absoluut niet meewerkt en de dodelijke hitte.
Hooguit twintig meter is de afstand tussen mijn terras en de wegwerkers: precies het verschil tussen de hemel en de hel op aarde.
Ik bestel nog maar een Bintang want ik heb genoeg gezien voor een column en kan dan in alle rust mijn ogen van deze ongemakkelijke werkelijkheid afwenden.
Bintang & zon
Geestigheid gedijt bij koude bintang en warme zon. Is verhuizen een optie?