16 oktober 2020
tekst en foto: Ruud Vermaase
“Wat zijn dat voor een kekke laarsjes!”
Kunnen scoren met je schoeisel. Dat is het voordeel van naar de kroeg gaan in coronatijd. Het is er rustig. Je hoeft moet meer bang te zijn dat je na één nacht stappen je nieuwe schoenen de volgende morgen afgetrapt en besmeurd terugvindt bij de voordeur.
Door opzichtig mijn enkel op de knie te leggen, kan ik mijn aanwinst goed in beeld brengen. Dat verplichte zitten in de kroeg is ook zo’n voordeel van borrelen in deze crisisperiode. Dat kan, zeker op mijn leeftijd, een voordeel zijn, alhoewel ik liever beweeg. En als ik zit, dan met één bil op een barkruk en met één elleboog op een plakkerige toog. Dat was ook zo’n regel: draag nooit je mooiste overhemd als je naar de kroeg gaat. Of een nog betere tip: trek je oudste en vieste kleren aan, zeker in de tijd dat je binnen nog mocht roken. Dat waren nog eens tijden.
Maar nu zit ik dus met mijn gloednieuwe marineblauwe Chelsea Boots keurig op een stoel aan een gebutste eikenhouten tafel in Taste. De laatste zondagavond voor de tweede lockdown. Het bittergarnituur vindt gretig aftrek. Heel praktisch als iedereen zit. Je hoeft niet over schouders heen te graaien, bang dat je alleen nog maar een leeggegeten schaaltje aantreft met restjes mosterd en mayo. Aan deze tafel wordt beschaafd geborreld, met servetjes en al.
Ik wrijf liefdevol over de punten van mijn laarsjes. Mijn gezin verbood mij ooit unaniem deze aan te schaffen totdat mij de laarsjes op een bijzondere manier in de schoot werden geworpen.
Mijn zoon zit in zak en as. Daar zit hij met zijn marineblauwe laarzen terwijl hij dacht dat het zwarte waren. A. moedigt hem nog aan: “Die blauwe staan toch mooi onder een spijkerbroek?” Hij blijft teleurgesteld in de schoenendoos kijken die voor de tweede keer retour is gekomen. Hij mag ze niet ruilen omdat een bepaald bonnetje ontbreekt.
“Waarom neem jij ze niet, Ruud?” Ik kijk verrast op naar A. Meent ze het? “Jij wilt ze toch altijd zo graag? Ze staan ook mooi onder de cognac broek die je nu aan hebt.” Voorzichtig haal ik ze uit het folie en draai ze heen en weer tegen het licht dat door de ramen naar binnenvalt. Tot mijn verbazing floep ik makkelijk door de nauwe bovenkant die soepel meegeeft door het elastiek. Ze zitten als gegoten.
Mijn eigen laarsjes. Eindelijk… Stil blijven hopen, kan soms wat moois brengen.
Volgende bijdrage: Uitbreiding Vrijwilligersprijzen Zeist: individuele prijs én groepsprijzen |