Morris Schuring: racekampioen uit Den Dolder

3 november 2023
tekst: Ronald Camstra; foto’s: Team Fach Auto Tech

Als je dit jaar naar de Grand Prix van Zandvoort bent geweest, dan heb je daar niet één maar twéé keer het Wilhelmus horen spelen. Max Verstappen won in de Formule 1 klasse, maar onze eigen Morris Schuring uit Den Dolder won in de Porsche Supercup klasse. Het was voor Morris niet de eerste overwinning; een maand eerder won hij ook al op het Belgische Spa-Francorchamp. Hij was daarmee de jongste winnaar ooit in de Porsche Supercup: 18 jaar en 5 maand oud.

Den Dolder
“Kijk eens, wat een timing!”, roept Morris enthousiast als we gelijktijdig aan komen lopen bij café Hero in Den Dolder. Ik ken Morris al een jaar of acht, hij zat bij DOSC in hetzelfde voetbalteam als mijn jongste zoon Hidde. Hidde stond op doel, Morris snelde ook toen al naar voren. “In kwam op mijn zevende in Den Dolder wonen, en heb hier veel vrienden, van DOSC, van de Montessorischool Bilthoven. Een deel van de vriendenkring is nu uitgevlogen, richting Utrecht of Amsterdam, maar ik woon hier nog steeds heel fijn”.

Racen
Vader Gerwin heeft ook een raceachtergrond en op die manier kreeg Morris de interesse voor de racewereld met de paplepel ingegoten. “Ik ben op mijn 11e begonnen met karten, wat relatief laat is, sommigen beginnen al als ze vijf jaar oud zijn. Maar ik vond voetballen ook leuk, ik heb daardoor een vrij normale jeugd gehad. Wel deed ik mijn middelbare school bij het Luzac College in Utrecht omdat dat beter te combineren is met de sport. Vanaf mijn 13e kartte ik internationaal, in Duitsland en Italië. Op m’n 15e stapte ik over naar de Porsche Cups. Toen ik internationaal ging, moest ik stoppen met voetballen bij DOSC, niet alleen omdat ik veel weekenden weg was, maar ook werd het risico op blessures te groot. Ik kon het naar mijn team toe niet maken dat ik in het weekend niet zou kunnen racen omdat ik door de week in een voetbaltraining ben getackeld of door m’n enkel ben gegaan”.

Hoe werkt die Porsche Cup?
“Er zijn verschillende Porsche Cups. Ik ben begonnen in de Porsche Carrera Cup Benelux, werd meteen tweede in eerste jaar, en ben toen doorgeschoven naar de Porsche Carrera Cup Duitsland (die staat hoger aangeschreven). Sinds twee jaar rij ik daarnaast in de Porsche Supercup, dat is de hoogste Porsche klasse. De Porsche Supercup is een soort ‘voorprogramma’ van de Formule 1 op acht Europese Grand Prix’s: Zandvoort, Spa, Budapest, Monza, Imola, Redbullring, Silverstone en Monaco. Net als de Formule 1 (en de Formule 2 en Formule 3) rijden we op vrijdag de vrije training, op zaterdag is er de kwalificatie en op zondag is de race zelf. De race is een half uur, het aantal rondes hangt af van de lengte van het circuit”.

Waarom heb je voor de Porsche Cup gekozen?
“Veel jongens slaan na het karten de ‘formuleweg’ in, eerst Formule 4, dan Formule 3, maar dat kost heel veel geld en de kans dat je uiteindelijk de Formule 1 bereikt is heel erg klein. Het is een dure sport, dus je hebt veel sponsoren nodig, en het kost ook veel tijd om die sponsorcontracten te onderhouden.

Daarnaast spreekt de Porsche Cup me aan omdat iedereen die meedoet in dezelfde auto rijdt, een Porsche dus. Anders dan in de Formule 1, waar rijders in een betere auto meer kans hebben om te winnen, komt het in de Porsche Cup dus veel meer aan op techniek en talent. Porsche organiseert het, er zijn acht teams, soms wel vier auto’s per team. Ik rij voor het Zwitserse team Fach Auto Tech”.

Hoe ziet je leven er nu uit, ben je fulltime met racen bezig?
“Nee. Het racen heeft wel prioriteit en vraagt veel tijd: naast de 16 raceweekenden (acht in de Supercup en acht in de Carrera Duitsland Cup) zijn er 20 testdagen aan het begin van het seizoen en tal van losse activiteiten. Maar daarnaast doe ik de studie International Business Management in Amsterdam. Ik vind de combinatie fijn, ik kan de knop goed omzetten en vind het interessant om met de leerstof bezig te zijn. De studie is ook een investering voor de toekomst, na het racen.

Het raceseizoen is nu afgelopen, zodat er nu wat meer tijd is voor de studie en de sportschool. Ik moet veel trainen. In de sportschool volg ik een ander programma dan de meeste sporters, het gaat minder om het trainen van je arm- en beenspieren maar meer om het sterk maken van je nekspieren en core, om beter bestand te zijn tegen de heftige G-krachten die je tijdens een race ondervindt. Ik gebruik een speciaal harnas tijdens het trainen.

Ik woon nog gewoon thuis in Den Dolder en rij op en neer naar de verschillende circuits. Mijn vader reed altijd al, ik heb veel steun gekregen van het thuisfront. In een Formule 1 weekend ben je van donderdag tot zondag van huis. Na ons is de Formule 1 race, maar dat loopt niet echt door elkaar, iedere discipline heeft haar eigen ritme. Je kunt de race wel blijven kijken, maar meestal wil je eerder weg, om de grote files te vermijden”.

Leeft het erg in Den Dolder?
“Ik merk wel dat steeds meer mensen het weten, veel dorpsgenoten beginnen er een praatje over. Het publiek leeft erg mee, ook de Porsche Cup is populair en wordt meer en meer een ding in Nederland. Sinds de opkomst van Max Verstappen groeit de autosport sowieso in Nederland, er zijn meer sponsoren en daardoor kunnen er ook meer Nederlanders deelnemen”. Max is aan de ene kant uiteraard wel een idool voor Morris, maar “ik ben misschien nog wel meer fan van Schumacher, die vond ik nog wat meer compleet”. Van terugkijken dan, Schumacher werd voor het laatst wereldkampioen in 2004, Morris is geboren in 2005.

Wat zijn je toekomstdromen, zien we jou op een dag in de Formule 1?
“Nee, nu nog overstappen naar de Formule 1 is niet zo logisch, dat is toch een heel andere techniek. Wat me wel heel gaaf lijkt in de toekomst zijn endurance races, zoals de 24 uur van Le Mans. Het is mijn droom om fabrieksrijder te worden in grote races als Le Mans en het automerk te vertegenwoordigen. Daarna zou ik graag een carrière hebben in het wereldje, zoals bijvoorbeeld teammanager”.