1 december 2017
tekst: Ruud Vermaase; foto's: Ruud Vermaase/Mel Boas
Slechts voor een paar tientjes kan ik hem in mijn bezit krijgen. Een bruin suède jekkie, die wij hockeyballen zo graag in het weekend dragen als de temperatuur er net tussenin zit. En het niet regent. Opgetogen fiets ik naar de V&D waar ze in de aanbieding zijn en weet mijn weg naar de herenafdeling snel te vinden. Tot dan toe kwam ik alleen bij de V&D op de kantoorafdeling voor imitatievulling van mijn succesagenda of in Sinterklaastijd voor gekleurd papier op folioformaat om surprises te maken. Moest je trouwens wel snel bij zijn, want anders waren die fraaie platte lades waarin het papier lag al helemaal leeg.
Ik ben er op tijd bij, het hele rek hangt nog vol met een compleet assorti. Gelukkig weet ik precies wat ik wil, de donkerste uitvoering en liever een maatje te klein dan te groot. Binnen een minuut ben ik klaar en zelden heb ik zo instemmend met de wens van de kassadame mee geknikt. ‘’Veel plezier ermee.’’ Nogal bourgeois antwoord ik: ‘’Voor die prijs gaat dat zeker lukken!”
De reactie thuis is precies zoals ik verwacht: belachelijk. Zelfs de prijs maakt het oordeel niet genadiger. ‘’Die rits kost al een paar tientjes” Ook mijn grap dat wij het vroeger altijd een bestuursjekkie noemden, verandert niets. (let maar op, bestuursleden van hockeyclubs én de nettere voetbalclubs dragen altijd zo’n jekkie.)
Diezelfde avond hebben we afgesproken in de Reünie. Ideaal voor het jekkie, Het is zo’n jas waarmee je met-de-jas-aan-nog-even-een-biertje-meedrinkt. ‘’Lekker jasje,’’ is de oprechte keuring van mijn vrienden, aaiend over de stof, het schemerde toen al flink.
Naar mijn idee moet het jekkie meer een vintage uitstraling krijgen, zoals de mannen van U2. Het is tenslotte maar een V&D-er. Dus ik hang expres met mijn ellebogen op de natte bar, leg hem op de grond en schuur met grove korrel (P80) de manchetten en de kraag. En dan slaat het noodlot toe: rits kapot. Terug naar de inmiddels zinkende V&D voelt slecht aan. Maar ik zie ook meteen kansen, een nieuwe rits kan de vintagelook vervolmaken. Helaas wil geen enkele kleermaker er aan, althans niet voor een schappelijk prijsje. ‘’Nee mijnheer, zo’n rits moet heel secuur. We naaien hem dan precies weer terug in de oude gaatjes. Anders zie je dat hij vervangen is.” Al mijn pogingen om dat vooral niet te doen, maar slordig naast de oude gaatjes te naaien, monden in niets uit. Alle Zeister kleermakers leveren blijkbaar vakwerk, vintage is beneden hun stand.
Mijn nichtje die net met de mode-academie is begonnen, brengt uitkomst. Tegen een goede lunch gaat zij het voor mij fixen. Maar het duurt verdacht lang. Zodoende mis ik het hele najaar, de perfecte showtime voor een tussenjas.
Toch maar eens gebeld: het was allemaal lastiger dan gedacht. Ze heeft tot twee keer toe een nieuwe rits moeten kopen. De kosten inmiddels veel hoger dan het complete jekkie dat inmiddels nog alleen maar hangt aan de kapstok. Het is te warm. Te koud, Of het regent. Mijn relikwie van de V&D gaat nog jaren mee.