1 mei 2018
tekst: Ruud Vermaase, foto: Pixabay
“Zou jij dan een lintje weigeren, Ruud?” Die vraag had ik al een tijdje verwacht na mijn nu al een half uur durend dronkemansrelaas over wie nu wel en wie nu niet een lintje verdient. Vooral wie niet, behandel ik uitgebreid. We zitten met een mannetje of zes aan het bier en bespreken de traditionele lintjesregen.
Ik vertel nog een anekdote dat ik ooit voor de bedrijfskrant een artikel moest schrijven over een collega die een lintje had gekregen. Het was mijn eerste baantje. De goede man kreeg een lintje voor 25 jaar trouwe dienst. Ik kon, zeker als jonkie, niet geloven iemand zo lang kon werken bij één bedrijf.
Het ongeloof is altijd bij mij blijven hangen. Een lintje krijgen omdat je simpelweg ergens lang werkt. En dan bedoel ik dus niet een mijnwerker die dag in dag uit onder de grond gaat, een verpleegkundige die dagelijks levens beter maakt of een leraar in een klas voor hoogbegaafden (en bijbehorende ouders). Daarvoor heb je wat mij betreft na een paar jaar al een lintje verdiend.
Ik heb een collega die in haar avonduren aan stervensbegeleiding doet. Op dinsdag en donderdag pakt zij altijd exact om 17.00 uur haar jas van de kapstok en excuseert zich dat ze naar haar vrijwilligerswerk gaat. Ik wenst haar elke keer weer veel sterkte. Wat zou zij blij zijn met een lintje.
’s Ochtends om 09.00 uur langs de lijn staan om je kind te coachen. Ik vond het indertijd vooral leuk en verbaasde mij een keer dat een andere coach na zijn wedstrijd met veel omhaal alle spullen bij elkaar zocht, het in een grote tas stouwde en daarna naar iedereen klaagde dat nú éindélíjk zijn weekend begon. Ik was gechoqueerd. Dat wedstrijdje is toch juist het begín van je weekend. Niet al het vrijwilligerswerk is opoffering of zoals sommigen zo mooi kunnen zeggen: iets-terug-doen-voor-de-samenleving.
Met een vers biertje krijg ik de vraag herhaald: “Zou jij dan een lintje weigeren, Ruud?” Een dronken man uit de gracht vissen… De beslissende goal maken… Een wereldverbeterend idee… Ik zie het mij allemaal niet meer doen... Een ad rem antwoord bedenken, lukt mij eveneens niet. Een lintje krijgen? Hmmm.
“Voor je columns!”, oppert een ander. “Je vermaakt er toch maandelijks een heel dorp mee.” Ik lach. Dat doe ik inmiddels al meer dan tien jaar, elke maand trouw een stukje aanleveren, het moeten er inmiddels ruim boven de honderd zijn. Waarom ik het doe? Omdat ik het leuk vind.