Overslaan en naar de inhoud gaan

Het recept voor een lang en gelukkig leven

30 september 2018

1 oktober 2018
tekst: Ingrid Wong

Hoe leef je lang en gelukkig? Met 96 jaar ervaring houdt ‘mijn zorgbejaarde’ het op een combinatie van tevredenheid, niet zeuren en handelen naar je eigen principes.

Jaren geleden had de BBC een kookprogramma ‘Ready, steady, cook!’, waar een topkok een maaltijd maakte met 5 ingrediënten die een gast meebracht. Daarnaast hadden ze wat vaste basisingrediënten en vooral hun eigen creativiteit, kunde en ervaring om er iets verrassends en lekkers van te maken. Eigenlijk gaat het in het leven niet anders: we krijgen naast basiszekerheden een aantal ‘verrassings’-elementen en daar moeten we het mee doen. Als het leven je citroenen geeft kan je zuur blijven kijken of er limonade van maken. Of taart. Of ze in de gebraden kip stoppen. Of ze meeraspen in de couscous.

‘Mijn’ bejaarde is bijna 96 jaar: ze werd geboren in 1922 in Arnhem. Ze hadden het goed thuis maar ze kreeg heel wat mee van de crisisjaren waarin kinderen uit arme gezinnen bij hen soep kwamen eten. (Haar moeder bracht de soep niet naar de gezinnen omdat daar gecontroleerd werd door de armenzorg.) Door de moestuin van haar vader hadden ze zelf altijd volop verse en geweckte groente en regelmatig stond er kip (of eigenlijk haan) op het menu. Ook van eigen teelt.

In de oorlog rolden ze onbedoeld en ongemerkt in het verzet toen ze werden gevraagd onderdak te verlenen aan Joodse werknemers van de Enka-fabriek. Er werden kamers vrijgemaakt, gerommeld met bonnen, gelogen tegen de Duitsers en onderduikers getransporteerd naar andere adressen.

Ze overleefden de bombardementen van 1944, evacueerden en kwamen terug bij een afgebrand huis.

Als meisje vonden haar ouders het niet nodig dat ze doorleerde en ze maakte er het beste van door veel te lezen. Het onderduikwerk maakte haar zelfstandiger en zelfverzekerder en na de oorlog ging ze in de verpleging. Door toeval kwam ze op de Willem Arnzthoeve terecht en behaalde daar nipt het verpleegstersdiploma. Nipt want eigenlijk was ze al arbeidsongeschikt: door het zware werk in combinatie met botontkalking en veel te lang doorlopen met rug-en pijnklachten. Een zware operatie volgde en ze revalideerde in het net geopende De Hoogstraat. Ze ontmoette er haar latere man, verloofde zich, trouwde en kwam in Zeist te wonen. Zij met een kapotte rug en een orthopedisch corset en hij met een onderbeenprothese.

In feite had ze genoeg om over te klagen: niet mogen leren, de oorlog, haar rug, de pijn, niet kunnen werken. “Maar ik hou niet van klagen, dat helpt toch niet. Ik neem de dingen zoals ze zijn. Als kind was ik al makkelijk zei mijn moeder, ik huilde nooit en kon mijzelf altijd goed vermaken. Ik hechtte ook niet zo aan spullen en gaf makkelijk iets weg aan een ander.”

Aan de andere kant heeft ze een groot gevoel voor rechtvaardigheid. In haar tijd op de WA-hoeve moesten de verpleegsters zelf betalen voor dingen die stuk waren. Zonder problemen nam ze de schuld (en de kosten) op zich voor een gebroken thermometer die in de dienst voor haar kapot teruggelegd was. Maar toen zij onterecht de schuld kreeg voor het niet op tijd bestellen van medicijnen bleef ze doorzetten tot ze officieel was vrijgepleit. Aan geld hechtte ze weinig waarde, wel aan haar (werk)reputatie.

Ze werd secretaresse van de PUEM-huisvrouwenvereniging, leerde bridgen, leerde haar man bridgen en leidde uiteindelijk samen met hem verschillende bridgeclubs. Ze was uitermate trouw in sociale contacten, zorgde voor verjaardagskaarten en belde wekelijks met zieke leden waarbij ze vooral een luisterend oor was.

Samen waren een hecht stel tot hij toch heel onverwacht overleed in 2003.

Daar zat ze alleen. Geen man, geen kinderen, alleen wat verre nichten en een bejaarde zus. Introvert, dat ook nog, haar man was degene die makkelijk contacten legde.

Langzaam krabbelde ze op, met houvast aan de krant, het nieuws op tv en natuurlijk de bridge. Het kostte haar bakken met energie maar haar clubje in Bilthoven bleef ze volhouden, slepend met een zware tas met pakken kaarten en scoreboekjes. Ik mocht haar helpen om te leren omgaan met de computer – eerst met patience, later met online bridgen en ze heeft zelfs een tijdje de uitslagen voor de bridge in Word gezet en uitgeprint.

‘Ouder worden wordt zwaar overschat’ zei de moeder van een vriendin van mij ooit. De kwalen en kwaaltjes haalden voor haar de glans van een lang leven.

Voor mijn ‘zorgbejaarde’ geldt dat ook wel maar ze klaagt niet of nauwelijks. Haar wereld wordt kleiner: van eigen flat naar verpleeghuis, van zitten in haar stoel naar lekker blijven liggen in bed. Ze geniet nog steeds van de kleine dingen: lekkers als koekjes en snoepjes, televisie kijken, naar de buitenlucht kijken. Vraag je of de pijn erg is (artrose, een hernia) dan zegt ze ja maar zelf zal ze er niet over beginnen. “We kunnen het maar beter gezellig houden,” zegt ze. “En ze zijn hier heel lief en zorgzaam voor me.”

Het beste maken van wat het leven je toewerpt – die kunst beheerst ze tot en met.

Of zoals het tegeltje van mijn oma: ‘Tel wat je hebt, niet wat je mist’.

 

Column

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.