Overslaan en naar de inhoud gaan

Lokale kroegen

14 maart 2024

14 maart 2024
tekst: Ruud Vermaase en Arend Postma; foto: Ruud Vermaase

Sinds Ruud Vermaase naar Doorn is verhuisd mailt hij met Arend Postma over de voors en tegens van Doorn versus Zeist. In deel 18: lokale kroegen.
 

Doorn, 25 februari 2024

Ha Arend,

Eén van de weinige momenten dat ik het jammer vind niet meer in Zeist te wonen, is als ik weer eens een berichtje krijg in een groepsapp met ‘wij zitten in Blink’. Of de Colonel, Jonckheer of andere Zeister uitspanningen. Vaak begeleid met een fotootje waarin de eerste ronde bier er al een flink eind opzit. In de meeste gevallen zou ik meteen op mijn fiets springen om vooral niets te missen. Nu zou ik de bus moeten pakken om vervolgens de hele avond met één oog op mijn horloge te drinken om maar niet de laatste bus te missen.

Toen ik dat een keer vertelde, vroeg iemand hoe de kroegen in Doorn waren. Zijn conclusie ging bij mij door merg en been: “Je bent nog nooit naar de kroeg gegaan daar?”

Daar kon ik niks tegenin brengen. Ja, dat ik inmiddels wel de restaurants en terrasjes ken, maar nee, nog niet een bruine kroeg. Zodoende heb ik, toen een keer een oude studiegenoot uit Delft langskwam, met hem de stoute schoenen aangetrokken en zijn we naar De Notabelen gelopen, in de veronderstelling dat daar OSM rondhingen. Naast De Notabelen zit De Kluis, daar konden we dan eventueel ‘verder kijken’. Om de hoek in de Acacialaan zit ‘De Keizer’, waarvoor mijn buurman waarschuwde: “Daar zitten de echte Doornaren…”. Die kroeg leek mij pas een mogelijkheid als we meer zelfvertrouwen hadden getankt.

Het werd een fiasco, Arend! We liepen vrijdagavond pakweg 21.30 uur binnen en tikten in één keer de bar aan. Achterin een groepje mannen van midden 20/30. Zeer luidruchtig, maar à la. Aan een tafeltje met een Perzisch kleedje diagonaal erop zat een eenzame drinker aan een doodgeslagen Duvel. Toen ik hem vanaf de barkruk aankeek, ging hij buiten een sigaretje drinken.

Wij kwamen die avond niet verder dan 2 vaasjes bier, te meer omdat mijn introduce nog moest autorijden. 

En die eenzame drinker dan? Is dat geen potentiële nieuwe vriend? Nee. Toen hij weer binnenkwam en aan zijn tafeltje zat, brulde hij naar de barman. Niet om een nieuwe Duvel, maar dat de muziek harder moest. Nog harder. Uit de speakers klonk Tom Jones. En dan niet zijn ‘nieuwe’ repertoire van Kiss en Sexbomb, maar de oeroude klassieker It’s not Unusual
 

Zeist, 1 maart 2024

Ja Ruud,

We zijn nu bijna een jaar verder en jouw vertrek uit Zeist wordt steeds meer jouw leven in Doorn. Want ik bespeur in jouw belevenissen en waarnemingen steeds meer gewenning en dat betekent dus dat je in Doorn thuis bent.   

Jouw band met de Zeister horeca is natuurlijk ook een kwestie van tijd, want die van Doorn begint linksom of rechtsom steeds krachtiger te worden.

Het is ook zo, dat als je er oog voor hebt en ontvankelijk voor bent, de horeca in een stad, dorp,  of wijk een belangrijk criterium is voor de leefbaarheid en je eigen overleving. Want wat de kerk is voor de één, is de kroeg voor de ander en daardoor zijn beide instituten ook goed voor de sociale cohesie.

Dan is er nog een andere smaak: de combinatie van kerk én kroeg. Daar heb ik door mijn verleden best wel enige ervaring mee. Bakhuizen, het dorp van mijn jeugd in Friesland, was een van de vier katholieke enclaves in Friesland. Daar was dan ook, in vergelijking met omringende dorpen, een innige band tussen kerk en kroeg; en niet alleen omdat ze praktisch naast elkaar stonden. Die band was ook op zondagmorgen in de kerk behoorlijk merkbaar. Want dan verzamelden de kroegtijgers zich allemaal in een aantal banken in de rechter zijbeuk en was de lucht van alcohol en pepermunt er om te snijden.

Even terugkomend op de horeca in Doorn. De Kluis en De Notabelen op Plein 1923 zijn eet- en drinkgelegenheden waar wij regelmatig op het terras neervallen als wij op warme dagen op de fiets uit Wijk bij Duurstede of Amerongen komen - daar neem ik dan wel eens een Duvel.

Maar elke keer als wij uit of naar die plaatsen gaan, komen wij ook langs Café ‘De Keizer’ waar jij het over had en bij mij staat dat café hoog op mijn verlanglijst. Want behalve dat ik daar een beroemde, al lang overleden schrijver uit Doorn vermoed, heeft het op zijn minst de allure van een buurtkroeg of zelfs een beetje obscuur. Dit soort kroegen hebben op mij een bepaalde aantrekkingskracht, want dan ben je toch ergens dicht bij de essentie van iets dat op het bestaan lijkt.

Ooit heb ik het in een column over de horeca in mijn wijk Kerckebosch in Zeist geschreven. Niet dat ik het toen zo expliciet benoemde, maar het ontbreken van een gelegenheid in de vorm van een buurtkroeg, terras of iets te drinken was daarin toch wel de essentie. Maar ook kerken zijn er dun gezaaid, dus waar blijft de sociale cohesie?

Daarom Ruud: goeie keuze! Want jij woont vlak bij een kerk en vlak bij de horeca van Doorn.
 

Doorn, 4 maart 2024

Fijn om te horen Arend,

Helemaal mee eens. Op elk oud-Hollands plein hoort er naast de kerk een café te staan. Of nog beter: twee cafés. En wat een messcherpe omschrijving gebruik jij daar: de geur van alcohol en pepermunt… Als katholiek jongetje weet ik er alles van. Tot de middelbare school ging ik braaf met mijn moeder en al mijn zussen mee naar de kerk. Mijn vader had overigens geen religie en ging alleen met Kerst mee naar een volledig uitverkochte St Bavo Kerk aan de Schenkkade in Den Haag. Een van de weinige oude kerken in Nederland die is gesloopt. Dit even terzijde. Ik was overigens ook door de organist van de kerk gescout voor het jongenskoor. Met glasheldere stemmen zongen we vanaf het koor hoog boven de ingang van de kerk prachtige religieuze liederen. Hoe trots ik was als ik tijdens het zingen van de organist/dirigent een knipoog kreeg. Of zelfs een aai over de bol…

Dat mijn moeder en zusjes mij na de mis opwachtten bij deur die naar de trap leidde van het koor. En dat de organist daarbij tegen mijn moeder prevelde dat ik zo’n prachtig mooie stem had met zijn hand zwaar op mijn schouder terwijl alle andere jongetjes vlug achter hem langs slopen op weg naar huis.

Als je het aandurft kunnen we samen naar Café ‘De Keizer’. Proberen we daar de bierkaart uit en bespreken boven een schuimend glas de literaire helden van onze dorpen. De Boekenweek komt eraan met als thema dit jaar ‘Bij ons in de familie’. Dus daar kunnen we genoeg inspiratie uithalen.
 

Bijdrage
Lezershoek

 


Vorige aflevering:
Grote composthoop

De eerdere column die Arend noemt:
Kerckebosch zonder horeca

Volgende aankondiging:
Singalong 18 april

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.