13 december 2020
tekst: Marcel Leenders; foto: Pixabay
De kerststal inmiddels van zolder gehaald. Ik hoef alleen nog maar het formica campingtafeltje uit de schuur te pakken, te draperen met het rode kerstkleed, en dan kan de inrichting en aankleding beginnen…
Maar al spoedig, na wat ongedurig heen en weer schuiven, kom ik tot de conclusie dat er niet genoeg ruimte is voor alle heilige figuranten, willen wij ook in deze kerststal de strenge Coronaregels in acht nemen, en voldoende afstand bewaren tussen de verschillende deelnemers aan dit Bijbelverhaal.
Er moeten dus pijnlijke keuzes gemaakt worden.
Als eerste valt mijn oog op de twee schapen, die echter zo lieflijk in het hooi liggen te slapen, dat ik ze niet wakker wil maken. En de ezel kijkt zo zielig en uitgeput uit zijn betraande ogen, dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om hem weer naar buiten te sturen. Of de os die zo lekker ligt te herkauwen. Dan de drie wijzen met die dure mirre en dat blinkende, waardevolle goud, die stuur je ook niet zomaar weg. En Maria, rillend, nog maar net bevallen van haar eerste kind? Of Jozef, die zo zwaar leunt op zijn staf?
Uiteindelijk zag ik, na lang nadenken en overwegen geen andere mogelijkheid dan de kribbe, die sowieso al veel plaats innam, weer op te rollen in oud krantenpapier en terug te leggen in de doos met kerstspullen. De kleine Jezus strak in zijn dekentje te wikkelen en in de armen van moeder Maria te leggen.
Volgende column: Duurzaam wonen in Kerckebosch | |
Marcel schreef eerder: Het Coronabordspel |