4 maart 2023
tekst: Emely Dekkers en Walter Kooy
Middenin Bosch en Duin, op het kruispunt Vossenlaan-Baarnseweg, ligt de Duinhoeve. Een gemeentelijk monument, en een van de oudste huizen van Bosch en Duin. Emely Dekkers en Walter Kooy vertellen over de geschiedenis van de Duinhoeve, die ze in 1990 in verwaarloosde staat kochten.
Het jaar 1900: heide en bomen
Op de plek waar wij nu in het bos wonen, was er halverwege de negentiende eeuw vooral heide met schapen. Op een oude tekening kun je zien dat je vanaf Den Dolder (dolder = hoog gelegen plek) de Pyramide van Austerlitz en de kerk van Zeist kon zien. De kunstmest kwam en de mest van de schapen was niet meer nodig. Schapen weg, de heide begon te verstuiven en onze voorouders plantten naaldbomen, die zich ook spontaan uitzaaiden. Zo kregen we het mooie landschap met zandverstuivingen, vliegdennen en gesloten bos, waarin we nu met zoveel plezier wonen.
Die kunstmest was onderdeel van een veel bredere ontwikkeling: de industriële revolutie en de stoommachines. In de stad Utrecht maakten ambachtelijke bedrijven plaats voor fabrieken. Die braakten rook uit en stortten hun afvalwater in de grachten, die ook al als open riolering functioneerden. Vooral ’s zomers was het daardoor eigenlijk niet meer te harden in de stad en inwoners die daar de kans voor hadden gingen in de zomer buiten de stad wonen.
Wat kwam het dus goed uit dat er begin 1900 een spoorlijntje kwam tussen Bilthoven en Zeist. Dwars door het huidige Bosch en Duin. Auto’s waren er nog bijna niet. Maar met de stoomtrein werd Bosch en Duin plotseling bereikbaar; er kwam zelfs een station.
Smulders laat een zomerhuis bouwen
De heer Smulders had een machinefabriek bij het centraal station in Utrecht, die later onder andere de sluizen voor de Afsluitdijk produceerde. De zaken gingen goed en dus kocht de heer Smulders een groot perceel ‘in de buurt van de Duinweg’, wat nu de Vossenlaan is, was toen nog een zandpad.
Smulders nam de bekende architect A.J. Joling in de arm, en vroeg hem een ‘zomerhuis’ te ontwerpen. Joling had veel bekende gebouwen op zijn naam staan, onder andere dat van Peek & Cloppenburg op de Dam in Amsterdam. Hij tekende een woning in de stijl van een boerderij met een afgewolfd zadeldak en het bouwjaar in de vorm van muurankers op de voorgevel. Dat werd in die jaren vaker zo gedaan. Om het extra romantisch te maken tekende hij de voorgevel onregelmatig en asymmetrisch, alsof er in de loop der eeuwen herhaaldelijk aan verbouwd is. Een kunstje dat ook nu nog wordt toegepast door de Belgische bouwbedrijven die de afgelopen 20 jaar veel in Bosch en Duin hebben gebouwd.
In 1908 wordt het huis opgeleverd. Het is nog een beetje kaal, de bomen zijn nog laag. De Hoefslag is er ook net (toen nog gewoon taveerne Van Ginkel, vandaar de Taveernelaan) en bijvoorbeeld ook villa Tannenberg en het houten huis op Duinweg 18. Bosch en Duin begint een buurtschap te worden.
Hoe bouwde je in 1908 een zomerhuis?
Omdat Smulders vrij veel familie had, werd het een vrij ruim zomerhuis, ongeveer 280 m2. Het had, net als de herenhuizen in Utrecht, hoge plafonds op de benedenverdieping, een grote hal, een art deco-achtige haard, en een brede luie trap naar boven.
Het was net de periode dat men spouwmuren begon te bouwen. De aannemer, die voor het eerst van zijn leven zo’n nieuwigheid moest maken, vertrouwde dat niet erg, mikte voor de stevigheid overal cement in de spouw en metselde op de hoeken de muren massief door. Had hij maar gewoon de bouwtekening gevolgd, want nu kunnen wij de spouw niet isoleren… Maar verder heeft hij prima werk geleverd, dus we vergeven het hem. We hebben nog dezelfde pannen, vloeren en windveren als 115 jaar geleden, en voor een deel zelfs de oorspronkelijke ramen.
Bij de bouwstijl hoorden ramen met roedeverdeling en dus véél kleine raampjes (ruim 170). Graniet in hal en gang, een 32 mm dikke houten vloer van Siberisch lariks. Aan de achtergevel een klokkenstoel, zodat je door het luiden van de klok de familie kon waarschuwen als het eten klaar was.
Een enorm fornuis in de keuken en zes kolenkachels, met ook een kolenhok op de verdieping. Luiken voor de kou en tegen diefstal in de winter. Een kelder groot genoeg voor een buurtwinkel. En op de zolderverdieping ook twee piepkleine ‘dienstbodenkamers’.
In een kamertje boven de keuken een groot stalen watervat, helemaal ingepakt in katoen. Het water in het vat werd via een thermosyphon verwarmd vanuit het fornuis in de keuken en het vat werd gevuld vanuit de dakgoten. En anders met de grondwaterpomp. Warm water dus voor de wastafels en de keuken.
En, het leed voor menig monumentbezitter: alle plafonds gestukt op riet. En dat moet er allemaal weer uit voor je nieuwe plafonds aanbrengt.
De afgelopen 115 jaar
De heer Smulders heeft helaas niet lang heeft kunnen genieten van zijn mooie huis. Al na een paar jaar overlijdt hij en gaat het huis over naar zijn familie. Die brachten er veel prachtige zomers door.
In 1923 wordt het huis verkocht aan C.A.P. van der Stolk en daarna wisselde de Duinhoeve een aantal keer van eigenaar. In al die jaren hebben er verschillende gezinnen gewoond.
Het huis kwam niet helemaal ongeschonden door de tweede wereldoorlog. Bommen bedoeld voor de Luftwaffe op Soesterberg vielen vlak achter het huis. Dat leverde mooie kuilen, maar ook scheuren in de gevel op die je nu nog kunt zien.
Plotseling stond het huis in 1989 te koop. We kenden het huis al, zijn er in het donker nog even omheen gelopen en hebben die avond de vraagprijs geboden zonder dat we binnen hadden gekeken. Dat waren nog mooie tijden voor de huizenkoper: als je toen de vraagprijs bood, dan hád je het huis.
Toekomst monumenten in Bosch en Duin
En wat nu? Een monument als de Duinhoeve moet je met liefde onderhouden, je blijft altijd bezig, maar je kunt er uitstekend in wonen. Het is een oud huis, maar helemaal bij de tijd. Er komt nu ook een warmtepomp en zonnepanelen.
Toch vragen we ons af wat de toekomst is van ons huis, en van andere monumenten in Bosch en Duin. Want op de meestal grote percelen waar deze huizen op staan, mag je op basis van het huidige bestemmingsplan een huis bouwen dat nog 30% groter is dan het bestaande en dat je met wat listig knutselen met de regels ook nog wel 50% groter kunt maken. Dat verhoogt de waarde van de percelen enorm en kan betekenen dat veel kopers een huis alleen kopen om het af te breken. En ook een gemeentelijk monument is dan niet heilig.
Zien we over 20 jaar alleen nog maar retro-monumentale huizen in onze buurt, gebouwd door Belgische aannemers en zijn de echte monumenten verdwenen? We zijn er wel een beetje bang voor.
Maar de Duinhoeve, die staat er voorlopig nog. Want wij blijven nog wel even. Want zeg nou zelf: als je eenmaal in Bosch en Duin woont, wil je toch nooit meer weg?
Ook van Emely Dekkers: De mooiste foto van: Emely Dekkers |
Wie ook in Bosch en Duin woont: Oud-burgemeester Rudi Boekhoven vertelt |
Volgende bericht: Lenteconcert Zeister Muziekdagen 2023 |