1 oktober 2019
tekst en foto: Kirsten Vonk
Als ik aan Zeist denk, dan denk ik aan het buitenoord waar mensen vroeger naar toe kwamen om te herstellen. De grote landhuizen aan de Utrechtseweg die zich in de helende bossen bevonden en waar zorg werd verleend. Ik weet helemaal niet of dit inderdaad zo is maar dit beeld is mij bijgebleven: Helend Zeist.
Als ik het Zeist van nu moet omschrijven dan is het ‘Zoekend Zeist’. Er wordt van alles georganiseerd, veranderd en vernieuwd. Maar waartoe draagt het bij?
Zeist is te klein voor het tafellaken en te groot voor het servet. Het is de charmes van een dorp ontgroeid en het kan niet meedoen met steden zoals Utrecht of Amersfoort.
Wat wil Zeist zijn? En waarom?
Wat ik me afvraag is of je het moet willen om tot een bepaalde categorie te horen. Je kunt ook zijn, waar je gezamenlijk voor kiest. Waarin je misschien wel uniek bent maar wat in ieder geval voor iedereen duidelijk is waar je voor staat en wat de koers is.
Stel dat de inwoners een keuze kunnen maken uit een aantal richtingen. Ik noem zomaar een richting; ‘Zeist Zorgt’. Dan kan Zeist alle activiteiten hier op aan laten sluiten; woonvormen, een eigen invulling voor de zorgsector, bedrijfsleven dat hier op aansluit, gezamenlijke zorg voor mens, dier & natuur, invulling van het centrum, etc.
Ik zie het voor me dat alles in co-creatie tot stand komt: De gemeente faciliteert en de inwoners, bedrijven, organisaties en scholen komen met ideeën.
Hoe kan zo’n beslissingstraject tot stand komen? Als de gemeente bijvoorbeeld signaleert dat het centrum kampt met zowel luchtvervuiling als een teruglopend bezoekersaantal. Wat voor acties kan ze dan nemen?
Stel je staat met de auto in de file en je ziet dat je via de vluchtstrook wordt ingehaald door een personenauto (lees: de gemeente). Wat voor gevoel geeft dat je? Bij mij begint er dan toch iets te wringen. En er wil ook wel een ongeleide vloek uit m’n mond schieten. Wie denkt ie wel dat hij is?
Maar als ik weet dat er zich een probleem voordoet in die auto, er ligt bijvoorbeeld een barende vrouw op de achterbank (lees: luchtvervuiling), verandert mijn gevoel als een blad aan de boom. Ik zou dan het liefst willen helpen. Als het kon zou ik de weg voor hen vrij maken of samen met de vrouw wat pufoefeningen doen.
Wat ik nu zie gebeuren is dat zowel de Zeisterse politiek als de inwoners zich richten op ‘je bent vóór of je bent tégen’. Dus je bent voor of tegen de auto die op de vluchtstrook rijdt zonder dat je precies weet wat er zich op de achterbank afspeelt.
Het creëert strijd. We gaan hard naar elkaar roepen, uiten verwensingen en horen elkaar niet meer. En we realiseren niet dat de situatie niet beter wordt als je blijft benoemen hoe slecht de maatregelen zijn.
Ik zou het echt geweldig vinden als we niet meer tegen elkaar maar met elkaar zijn. Met alle verschillende visies en meningen maar altijd met als doel: Zeist Zorgt (of welke richting er ook wordt gekozen).
Dat we in co-creatie (gemeente, inwoners, organisaties) een omgeving kunnen creëren waarbij iedereen het gevoel heeft gehoord te worden en een positieve bijdrage kan leveren.
Nu zoemen we in op een probleem, zoals het afsluiten van wegen, maar ik denk juist dat we beter kunnen uitzoemen zodat het grotere geheel zichtbaar wordt; luchtvervuiling en leegloop. Dit kan het uitgangspunt zijn om inwoners voor te leggen. Wat vinden de Zeistenaren binnen de gezamenlijke gekozen richting, Zeist Zorgt, dat oplossingen hiervoor kunnen zijn?
Als het onderwerp me niet zoveel doet, dan kan ik er zelf voor kiezen om het naast me neer te leggen. Maar ik heb wel de mogelijkheid gehad om mezelf er bij te betrekken. Ook kan het gebeuren dat er een beslissing genomen wordt waar ik niet voor zou kiezen. Maar het verschil met nu is dat ik wel ben gehoord.
Met deze vorm worden we minder afhankelijk van de gemeente. Als we het gezamenlijk doen dan hoeft de gemeente zich minder vaderlijk op te stellen en de inwoners kunnen meer betrokkenheid tonen. Als we gezamenlijk invulling kunnen geven aan Zeist Zorgt, dan zou ik zomaar trots op m’n dorpse stad kunnen zijn.
Meer columns van Kirsten Vonk op Vonk maakt Vuur
Volgende column: Hoor en wederhoor
Nice, Kirsten.
Nice, Kirsten.