Overslaan en naar de inhoud gaan

Cabriootje van mama

30 april 2019

1 mei 2019
tekst: Ruud Vermaase, foto: Pixabay

Door de Korte Steynlaan weergalmt een indrukwekkend motorgeluid. Vanuit de hockeywinkel kijk ik naar buiten en zie een BMW-cabriolet over de straat glijden. Een man met een grijze kuif en een zonnebril op zijn neus zit rechtop achter het stuur. Met zijn handen ouderwets op ‘tien-voor-twee’ speelt hij met zijn gaspedaal zodat zijn dubbele uitlaat sportief pruttelt.

“Die is blij dat hij weer in zijn cabriootje mag rondtuffen”, zeg ik tegen de jongen achter de kassa. “Dat is hij zeker, hij komt nu al voor de vijfde keer langs en geeft dan hier voor de deur twee keer gas. Blijkbaar klinkt dat lekker tussen de gebouwen op dit stukje.”
“Ga je me nou vertellen dat hij rondjes rijdt? Op die leeftijd? Dat deden wij vroeger ook, Maar toen waren we twintig.” Ik laat een smalend lachje horen.

Met zijn viertjes zaten we in de Golf Cabrio van de moeder van één van ons en reden daarmee rondjes door het dorp. Kleurige polootjes, stoere zonnebrillen, ellenbogen over de rand. Hopend dat vrienden en vriendinnen ons zouden spotten. Toen we een vrij parkeerplekje voor het terras van een café ontdekten, benutten we die meteen. Met een nonchalante voetbeweging trapten we de deur van de cabrio achter ons dicht.

Een glazenwasser bekeek het tafereel weemoedig vanaf zijn ladder. Wij gunden hem geen blik waardig.

“Cabriootje van mama”, informeerde hij, een aardappel in zijn keel veinzend. Die was raak! Alle vier waren we even van slag en deden we alsof we niets hadden gehoord. Het duurde nét te lang voordat de meest gevatte van mijn vrienden wist te reageren. “Emmertje van mamma?” De aardappel in de keel van mijn vriend was niet geveinsd. Tevreden zochten we een plekje op het terras. De glazenwasser schudde zijn hoofd en verschoof zijn ladder naar een pand verderop.

Eigenlijk een superslecht verhaal, ik vertel het niet en inmiddels zijn er andere klanten binnengekomen. Ik raak aan de praat met een hockeyveteraan die voor zijn kinderen nieuwe sticks en schoenen nodig heeft. Uiteindelijk ga ik naar buiten en zoek mijn fiets.

En verrek, daar komt hij weer aangereden. Stapvoets komt hij voorbij en geeft zijn gebruikelijke dot gas, mij daarbij recht aankijkend. Ik meen een kleinerende blik te zien…

“Cabriootje van de vrouw?”, roep ik naar hem. Hij is duidelijk even van zijn à propos. Althans dat meen ik te zien. Hij vergeet gas te geven, een auto achter hem toetert geërgerd.

‘’Mocht ze willen!” bralt hij en trekt hard op. Té hard. Zijn motor slaat af. Ik kan een smalend lachje niet onderdrukken en fiets expres vlak langs hem heen. Op de fiets van mijn vrouw, dat dan weer wel.

 
Volgende column: Rondeel
 

Bijdrage

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.