Overslaan en naar de inhoud gaan

De wondere wereld van het geheugen

1 september 2018

1 september 2018
tekst en foto: Ingrid Wong

 

“En? Heeft u het nog druk komende week?”

Geduldig vertel ik voor de derde keer in vijf minuten dat het inderdaad lekker druk is qua werk maar niet té.

“En hoe is het met het hondje?”

En voor de vierde keer leg ik uit dat die vandaag weer naar school is.

Zo onlogisch is het ook niet dat het kortetermijngeheugen gaat haperen. Haar wereld is beetje bij beetje kleiner geworden en vooral nu ze eigenlijk niet meer uit bed komt. De tv staat aan, met de koptelefoon kan ze het redelijk horen maar de ondertitels zijn klein en snel. Bij de Telegraaf komt ze niet verder dan de voorpagina: het openvouwen is onhandig en de letters zijn klein. De TV-gids zorgt er vooral voor dat ze weet welke dag het is.

Tot een paar jaar terug had ze nog een uitgesproken mening over het gezondheidsbeleid in het algemeen en dat van de minister in het bijzonder. Ze hadden er geen verstand van, het werd er niet beter op en ze hadden het ziekenfonds nooit moeten afschaffen. “Naar mijn mening” voegde ze daar altijd genuanceerd aan toe.
De column van professor Smalhout las ze iedere week, iedere avond keek ze minstens een keer naar het journaal en consumentenprogramma’s als Radar waren vaste kost.

De discussies over politiek zijn er niet meer, wat wel blijft zijn de verhalen van vroeger, helder en gedetailleerd. Over haar jeugd in Arnhem als de oudste van twee nakomertjes, over de oorlog en de onderduikers, over het werk op de WA Hoeve en het revalideren in De Hoogstraat (toen nog in Leersum) na een zware rugoperatie. Zonder haperen noemt ze namen, jaartallen en plaatsen.

Ze vertelt ook over Zeist waar ze eind jaren vijftig met haar man kwam wonen. Dat haar huisarts in Arnhem tegen haar zei dat ze overal betere gezondheidszorg kon krijgen dan in Zeist. Over de huisarts in Zeist die haar liet zien dat in zijn agenda stond ‘Niet naar het ziekenhuis in Zeist!’.

Ze heeft er wel gelegen, na een operatie aan haar arm, toen ze nog in Den Dolder werkte. De patiënten moesten verplicht verband oprollen en bij ontslag uit het ziekenhuis was persoonlijk afscheid nemen van de directrice verplicht.

Een echt hechte band met Zeist heeft ze niet, ondanks dat ze al zo lang in deze gemeente woont. Ik vroeg haar laatst nog wat zij leuk vond aan Zeist en ze wist het niet. Maar ze heeft wel leuke anekdotes: over haar man die thuis kwam van de bakker met zeventien tompoucen – die waren aan het eind van de dag in de aanbieding. En de schemerlamp naast haar stoel, gekocht vlak na hun huwelijk, komt uit een Zeister werkplaats in de buurt van de Noordweg. De bridgemiddagen die ze samen met haar man runde, onder andere in kerkelijk centrum van De Clomp. En lang geleden, de vrouwenvereniging van de PUEM, de Provinciale Utrechtse Electriciteitsmaatschappij. Daarvoor organiseerde ze als secretaresse thema-bijeenkomsten en uitstapjes naar bijvoorbeeld de Nederlandse bank en de koekjesfabriek.

“Lang geleden allemaal”, zeg ik.

“Ja, ik ben ook al 92”, is haar antwoord.

“Bijna 96”, corrigeer ik.

“O, ja?” En ze kijkt verbaasd.

En dan vraagt ze maar weer eens: “En? Heeft u het nog druk de komende week?”

 

Column

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.