10 december 2023
tekst: Ruud Vermaase en Arend Postma; foto: Johannes Postma
Sinds Ruud Vermaase naar Doorn is verhuisd mailt hij met Arend Postma over de voors en tegens van Doorn versus Zeist. In deel 13: een kruiwagen.
Zeist, 29 november
Hoi Ruud,
Vrijdag 1 december is voor mij een gedenkwaardige dag, want dan woon ik precies 50 jaar in Zeist.
Toen, op zaterdag 1 december 1973, zetten mijn ouders hadden mij af op de Panweg. Daar stond ik, met mijn fiets, om mij naar mijn nieuwe adres op de Johannes Postlaan te begeven. Daar hoort natuurlijk ook de vraag bij: waarom en hoe ben ik in Zeist terecht gekomen?
Dan moet ik weer terug naar Bakhuizen in Friesland waar ik toen woonde. Ik had ontslag genomen bij verzekeringsmaatschappij Woudsend in Woudsend, nu onderdeel van ASR. Want ik zou met de dochter van de plaatselijke industrieel naar Finland om daar samen een nieuw leven in de bossen te beginnen. Maar het plan bloedde langzaam leeg door mijn angst voor het onbekende en dat ik eigenlijk helemaal geen bushcrafter was. De vrouw waar ik mee zou gaan is later wel een glazenwassersbedrijf in Amerika begonnen - dat dan wel weer.
De daaropvolgende periode van ledigheid in de cafés in het dorp en wijde omgeving was mijn vader een Doorn in ’t oog. Hij had een bouwbedrijf en zei op een gegeven moment, toen hij mijn lamlendigheid helemaal zat was: “Jij gaat bij mij aan het werk!”
Zodoende stond ik in september 1973 op een maandagmorgen op een bouwplaats in de buitenlucht en het leven lachte mij toe. Ik was een opperman geworden en dat is het allerlaagste wat je in de bouw kunt bereiken – ik ben nooit op ambitie betrapt. Vanaf dat moment moest ik mijn spieren gebruiken en daar was na een behoorlijke gewenningsperiode niks mis mee. Stenen sjouwen, betonstorten, dakpannen leggen, in funderingen werken, steigers bouwen, in de schaftkeet schaften met een flinke hoeveelheid brood en koffie en af en toe pannenbier.
Het werd kouder. Ik moest een berg zand ongeveer 25 meter van A naar B verplaatsen. Met een shovel had ik de berg zand in minder dan een half uur verplaatst, maar waarschijnlijk was het goedkoper dat ik het met een kruiwagen deed en zo geschiedde. Deze, een halve dag durende, steeds terugkerende handeling was voor mij een onverwachte meditatieve ervaring. In een toestand van Zen begon ik de betrekkelijkheid van mijn bestaan te onderkennen: de grote buitenwereld was onmetelijk groter dan mijn eigen kleine universum en last but not least - een kantooromgeving was uiteindelijk toch ook heel aantrekkelijk.
Mijn vader was bevriend met de toenmalige directeur van het PGGM in Zeist. Daarom vroeg ik hem of hij de directeur wilde vragen of die nog een baantje bij het PGGM voor mij had. En dat had hij, en wel in de ICT, dus mijn toekomst zag er ineens glanzend uit. Zo kwam ik vanachter de kruiwagen met zand met een zeer luxe kruiwagen in Zeist terecht – tegenwoordig wordt zoiets netwerken genoemd.
Ruud, ik weet dat jij op heel wat verschillende plekken gewoond hebt. Aan welke stad of oord denk jij als je ziet waar je nu staat?
Doorn, 7 december
Ha Arend,
Ik merk dat ik je met mijn antwoord lang heb laten wachten. Dat zou kunnen omdat ik geen ‘game changing moment’ kan herinneren in mijn leven. Althans, niet zoals jij hebt meegemaakt. Een paar uur met een kruiwagen klooien. Dat ineens het kwartje valt en denkt ‘zo ga ik het de rest van mijn leven doen’. Wat dat betreft ben ik onbewust een aanhanger van een levenswijsheid van John Lennon: “Het leven is wat je overkomt, terwijl je andere plannen maakt.”
Beslissingen heb ik nooit gemaakt, het was telkens een logisch gevolg. Geen dilemma’s waarvoor ik een jaar lang moest backpacken, een week in een hutje op de hei onderdook of een paar uur door het bos wandelde. Maar dat is een beetje gemakkelijk en al helemaal geen antwoord op jouw vraag. Want op weg naar pensioen kreeg ik een paar sessies met een coach waarin ze mij vroeg om een tijdlijn van mijn leven te tekenen en aan de hand van ups-and-downs het gesprek aan te gaan. Al gauw viel haar de enorme piek, gevolgd door het diepe dal een paar jaar later op rond mijn twintigste jaar. Je raad het al, mijn missie in Libanon. In alle gesprekken kwam die paar maanden in mijn leven vervolgens terug. Deels omdat zij nog nooit een veteraan in levenden lijve had gesproken, deels ook omdat ik het waarschijnlijk zelf telkens weer terughaalde.
Dus dat zou het antwoord zijn. Libanon! Evenals jij ook reeds vroeg in het leven een episode die de rest van het leven bepaalt. En waar naarmate je ouder wordt, steeds vaker aan terugdenkt na het de eerste periode van je leven slechts als bijzaak te beschouwen.
Zeist, 8 december
Hoi Ruud,
Het is overigens vandaag precies 43 jaar geleden dat John Lennon voor zijn appartement in New York werd doodgeschoten.
Als collega-columnisten, spreken wij elkaar af en toe op bepaalde bijeenkomsten of privé. Ongemerkt leer je elkaar dan een beetje kennen door doen en laten, verhalen en interesses en voor je het weet heb je een beeld van elkaar.
In dat kader vind ik het woord “tijdlijn” een schitterend gereedschap om het leven naadloos te ordenen en bijna zichtbaar te maken. Jouw reactie van 7 december hierboven, past hierdoor behoorlijk in het beeld dat ik in de loop van de tijd van jou opgebouwd heb. Bijvoorbeeld jouw tijd in
Libanon tijdens een VN-missie, die heeft geresulteerd in jouw boek: “Blauwhelm Blues”, of jouw studententijd in Delft.
Terugkijken is wel een beetje mijn ding, mét gemengde gevoelens maar zónder spijt. Want spijt vind ik een naargeestige en destructieve geestestoestand die elke volgende verkeerde afslag nog meer fataal maakt. Eigenlijk ontleen ik wel een zeker genoegen aan het terugkijken op mijn leven tot nu toe. Dat genoegen is eigenlijk gebaseerd op verbazing want ik had, gezien mijn tijdlijn, nooit verwacht dit nog als 71-jarige te doen.
Afgelopen vrijdag 1 december woonde ik dus 50 jaar in Zeist. Met mijn 3 vrienden van het eerste uur, in Zeist, heb ik dat die dag gevierd bij Loetje. Dat heeft sinds een aantal maanden ook een vestiging in Zeist. Dus met vier 70-plussers zijn we ons aan de, in Nederland, wereldberoemde biefstukken in combinatie met de nog beroemdere jus en een stapel wit casinobrood te buiten gegaan. De hoeveelheid drank was beschaafder dan 50 jaar geleden, maar de herinneringen hadden het hoogste woord.
Daarna zijn we naar de overkant, naar de Schavuit gegaan. Die bestaat al langer dan de vijftig jaar dat ik in Zeist woon en ik heb daar volgens mijn tijdlijn heel wat uren doorgebracht. Daar zoomden we nog wat op elkaars leven in en dan blijkt toch weer dat de mens zich, net als een ijsberg, voor een groot deel onder water bevindt. Met een goeie tijdlijn haal je dat er wel uit.