1 juni 2019
tekst: Vrouwtje Jas, foto’s: Pixabay
Vrouwtje Jas en haar buurvrouw wandelen door de donkere avond. Ze hebben elkaar lang niet gesproken, dus er is veel te praten. De hemel is helder, toch is het niet koud. Ze lopen langs de Strontvijver, in het parkje aan de Thorbeckelaan. Op het bankje zit een jonge vrouw.
Vrouwtje Jas en buurvrouw groeten. Meer uit gewoonte dan aandachtig. De vrouw kijkt even op en mompelt iets. Vrouwtje Jas en buurvrouw lopen babbelend door, de hond snuffelt nog even bij het bankje. Als Vrouwtje Jas achterom kijkt om te zien waar de hond blijft, ziet ze het koffertje en de volgepakte boodschappentas op de bank staan. Ze blijft staan en zegt tegen buurvrouw: "hier klopt iets niet, ik loop even terug".
Gehuild?
Vrouwtje Jas gaat naast de koffer op het bankje zitten en vraagt: "Ik ben even terug gekomen, gaat het wel goed met je?"
De vrouw kijkt Vrouwtje Jas aan. De straatlantaarn beschijnt haar gezicht waardoor de uitgelopen make-up zichtbaar wordt. "Och, heb je gehuild?", zegt Vrouwtje Jas. Het is een overbodige opmerking, maar blijkt een goede gespreksstarter. Beschroomd vertelt de vrouw dat ze ruzie met haar man heeft en dat ze de deur uit gelopen is. Ze kijkt naar de koffer en de tas en zegt: "En ik ga nooit, nooit meer terug".
Geen geld, geen plan
De laatste bus is net vertrokken, een plan heeft ze niet. Nee, ze kan niet bij vrienden terecht. Het zijn zíjn vrienden. Vrouwtje Jas vraagt naar haar familie. Haar ouders wonen in het buitenland, haar broers zijn vrienden van hèm en haar zus woont helemaal in Den Haag. Buurvrouw komt erbij, de hond gaat aan haar voeten zitten. Vrouwtje Jas en buurvrouw kijken elkaar even aan. "Je kunt hier niet blijven vannacht. Heb je geld voor een hotel?"
Nee, ze heeft geen geld voor een hotel. Vrouwtje Jas neemt een besluit. "Loop met ons mee, we gaan naar mijn huis. Dan zet ik thee en maken we een plan." Buurvrouw kijkt naar Vrouwtje Jas alsof ze water ziet branden. Vrouwtje Jas trekt haar wenkbrauwen op en haar hele lijf gebaart 'ja, ik weet het ook niet hoor, maar we kunnen haar toch niet hier laten zitten?'
Buurvrouw pakt de tas, Vrouwtje Jas het koffertje. Het is best ver lopen. Praten doen ze nauwelijks. Buurvrouw gaat rechtstreeks naar haar eigen huis. Ze moet morgen werken en wil op tijd naar bed. Vrouwtje Jas weet dat het een smoes is. Vrouwtje Jas merkt heus wel dat buurvrouw het helemaal niets vindt dat deze vrouw mee naar huis gaat.
Ze kan niet blijven
Ze heet Mira, vertelt ze met haar handen om het warme theeglas. Haar man kwam laat thuis en wilde niet zeggen waar hij vandaan kwam. Dat gebeurt de laatste tijd vaak. Ze vertrouwt het niet. Ze is bang dat hij, net als zijn vrienden, in de handel is gegaan. De politie was deze week ook al aan de deur. Hij wilde niet vertellen waarom. Hij vertelt sowieso niets aan haar, behalve wat ze moet doen. Vanavond is het uit de hand gelopen. Hij sloeg. Hij sloeg hard dit keer. Daarna sloeg hij de deur achter zich dicht. Ook hard.
Zij wilde niet thuis blijven want ze was bang voor het moment dat hij thuis zou komen. Snel had ze wat spullen gepakt. Haar sleutels had ze demonstratief op de tafel laten liggen en de deur dichtgetrokken. Met een zucht van verlichting. Geen weg terug! De bus naar Utrecht was al weg, dus ze was op het bankje gaan zitten om na te denken.
Misschien heeft buurvrouw gelijk en had Vrouwtje Jas Mira niet mee naar huis moeten nemen. Ze heeft een man met losse handjes en foute vrienden. Als die er achter komt waar Mira is, komt hij haar misschien wel halen. Daar komen moeilijkheden van. Mira kan hier niet blijven; Vrouwtje Jas moet een list verzinnen.
De zus
Welke mogelijkheden zijn er? Ze kan niet bij Vrouwtje Jas blijven. Mira besluit haar zus te bellen. Het is inmiddels middernacht, de vraag is of haar zus opneemt. Gelukkig doet ze dat. Zacht snikkend vertelt Mira wat er gebeurd is. Tenminste, Vrouwtje Jas gaat er van uit dat dit is wat ze zegt. Vrouwtje Jas kent de taal die ze spreken niet. Het snikken gaat over in luidruchtig praten. Het klinkt verontwaardigd. Boos verdriet. Gelaten rondt ze het telefoongesprek af.
Vrouwtje Jas vraagt in welke taal Mira met haar zus praatte. Het blijkt Kabylisch te zijn; Mira en haar familie komen uit Kabylië. Dat ligt in Algerije. Haar zus is boos dat Mira weggelopen is. Zus vindt dat ze terug naar huis moet gaan. Daarom liepen de emoties in het telefoongesprek op. Toch beloofde zus dat ze Mira komt halen.
Vrouwtje Jas zet een nieuwe pot thee en maakt boterhammen met kaas. Ze zitten gemoedelijk aan de eettafel. Mira legt uit waarom haar zus boos is: de man van Mira komt uit een goede familie. Het is een eer om bij die familie te horen. Dat wilden haar ouders heel graag en ze hadden daar veel voor over. Dankzij dit huwelijk zijn de families verwant geraakt. De eer en het aanzien van haar schoonfamilie straalt af op haar familie. Maar een vrouw die wegloopt, ondermijnt dit. Ze schaadt de naam van zijn familie. Daarmee komt haar familie bekend te staan als een familie waarbij je 'een kat in de zak koopt'.
Bestemming onbekend
Er stopt een auto en de telefoon gaat. De zus van Mira staat voor, ze wil niet binnenkomen. Vrouwtje Jas geeft Mira een knuffel en wenst haar veel sterkte. Stoer stapt Mira met het koffertje en de boodschappentas naar buiten. Het hoofd fier rechtop. Vrouwtje Jas kijkt hoe ze in de auto stapt en de straat uit rijdt.
Vrouwtje Jas hoopt dat ze naar Den Haag rijden. Toch sluit ze niet uit dat Mira thuis afgeleverd wordt...
Meer verhalen van Vrouwtje Jas kun je lezen op www.vrouwtjejas.nl
Volgende column: Ouderinitiatief voor autistische jongeren
Kat in de zak
Indrukwekkend verhaal, pakt je aan en blijf je over denken