Overslaan en naar de inhoud gaan

Zeister Lullo’s

1 april 2016

1 april 2016
tekst: Ruud Vermaase

Hendrik-Jan blijft verdacht lang stil, neemt een flinke hap uit zijn verse biertje en zegt dat uiteindelijk: “Jij zit er nog echt helemaal in, hé Ruud. Jij kunt nog steeds van die typisch studentikoze opmerkingen maken.” Ik weet niet eens meer wat ik zojuist gezegd heb, toen het zoveelste rondje bier werd neergezet. Ik weet niet zo goed hoe ik dit moet opvatten, niet zo positief eigenlijk. In ieder geval heb ik wel als eerste mijn glas weer leeg en zet hem met twee harde tikken op de bar. De ober knikt.

Donderdagavond moet ik nog even naar de AH en zie daar drie jongens lopen. Eentje duwt het karretje voort, zijn twee vrienden (huisgenoten?) gooien met gespeelde nonchalance van net te dichtbij hun boodschappen in het winkelwagentje. Nootjes, wc-papier, brood. Bij elke worp doen ze een triomfantelijk lachje, hopend, nee denkend dat omstanders hun cool vinden. Brilletjes, alle knoopjes dicht, schone schoenen. Studenten in Zeist. Sukkels, geen lullo’s. Wat doen ze hier in Zeist? Wellicht wonen ze hier ergens samen in een flatje (Warande?), niet voor iedere student is tenslotte een huis op steenworp van de sociëteit weggelegd. Ik gun ze geen blik waardig, maak geen gevatte opmerking. Ik denk aan de woorden van Hendrik-Jan. Niets zeggen, ze zien je als een oude burgerlijke man, Ruud. Ook zeg ik niets als ik er één hoor klagen dat ze niet in de spits mogen reizen. Doe normaal! Hoe heerlijk is het als je colleges alleen nog maar na de spits beginnen? Wat kun je daar in hemelsnaam tegen hebben als student? Het lukt mij om geruisloos langs ze heen te lopen en de supermarkt te verlaten. Een kans op een goed verhaal gemist.

Als ik die volgende vrijdagochtend op weg naar mijn werk in de bus zes studenten zie instappen op het Janskerkhof, clubdassen losjes om de nek, overhemden waarvan een paar knoopjes missen en hun broek tot de knie onder de blubber, zou ik zo weer mee willen. Ik ga dicht in de buurt staan. Reisgenoten kijken geërgerd de andere kant op of knijpen hun neus dicht. Een van hen heeft nog behoorlijk veel tekst terwijl de andere vijf er zichtbaar doorheen zitten. Elke zin doorspekt hij met de achternaam van zijn clubgenoot, niet onnodig want ze schrikken dan telkens even wakker. Bij het station stappen ze uit, op weg naar Delft schat ik in, naar aanleiding van wat ik afgeluisterd heb. Goeie kerels… Naar mijn hart. Dat is niet wederzijds… want hoe verheven voelen zij zich, rechtstreeks uit de kroeg, boven de burgerij die op weg is naar een saaie baan. Hoe vaak heb ik dat zelf niet gedacht indertijd.

Nu begrijp ik ineens waarom studenten protesteren dat ze niet in de spits mogen reizen: dan moet je nog langer op je feestje blijven voor je de ochtendtrein mag pakken om te tukken in je eigen bedje. Of eerder weggaan, maar dat is geen optie.
 

Paul Smink (lezer)

Waar ligt in Zeist de WarandA? En in Utrecht hebben we ook al geen Sint Janskerkhof. Misschien toch even wat betere voorbereiding doen, redactie :)

4 april 2016 Permalink

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.