Overslaan en naar de inhoud gaan

Leven tussen Leegte en Liefde

17 juli 2020

17 juli 2020
tekst: Fia Oomen

Fia Oomen werk bij stichting Warande en schreef een boek over de coronatijd. In coronatijd hebben met name zorgmedewerkers elke dag opnieuw een marathon gelopen, weken achter elkaar. In dit boek geeft Fia Oomen een kijkje in de wereld van de zorg voor een heel kwetsbare groep, de bewoners in verpleeghuizen/woon-zorgcentra. Hiermee geeft ze een indringend beeld van een grote groep kwetsbaren achter gesloten deuren, die in coronatijd extra moesten worden beschermd. En dat werd met heel veel liefde gedaan, door teams waarin veel saamhorigheid heerste. Het troostende van de verhalen in dit boek is om te zien: al kon de familie helaas niet bij ze zijn, ze waren niet alleen.

Twee fragmenten:

Donderdag 7 mei

Rond negen uur zal de rouwstoet van de zus van één van onze bewoonsters langs Bovenwegen rijden. De zoon vraagt of ik met moeder dan buiten kan staan om haar te ondersteunen in het afscheid nemen. We staan op tijd buiten. Het is nog fris al belooft het een warme dag te worden. Wanneer de rouwauto een minuut stopt, lopen we daarna voorop naar de uitgang en splitsen ons op. Tussen ons in verlaat de stoet het terrein. Nichten en neven zeggen nog iets tegen hun tante vanuit opengedraaide ramen. Het doet mevrouw heel goed dat de familie de moeite neemt om haar zo te betrekken bij het afscheid. Haar zoon zal straks namens haar spreken in de dienst en via een livestream zal mevrouw samen met de medewerker van cultuur en welzijn meekijken. Haar zoon zal haar na afloop bij het raam opzoeken om verslag uit te brengen.

Ik moet me haasten om op tijd thuis te zijn om te skypen met verschillende bewoners van Bovenwegen. Als eenmaal de verbinding totstand gebracht is, loopt een medewerker met de laptop naar de bewoners die ik graag wil zien en spreken.

Elke bewoner heeft zijn of haar eigen verhaal maar bij iedereen proef ik wel dat het lange gescheiden zijn van hun geliefden hen begint op te breken. Ook kan men zich buiten niet vrij bewegen. Dat valt ook zwaar. Men mist de ritjes naar het winkelcentrum Kerckebosch en het wandelen door het aangrenzende bos. Het restaurant is leeg, de gebruikelijke reuring ontbreekt. Toch is het mogelijk hier of daar een glimlach op het gezicht te toveren.

Door het raam zie ik mijn overbuurman een dode boom uit zijn tuin omhakken. Het gat dat daardoor ontstaat, ontsiert zijn tuin. Hij kijkt ontmoedigd. Alles in zijn houding straalt een zekere eenzaamheid uit. Ik besluit om mijn werk neer te leggen. Op gepaste afstand maak ik een praatje met hem. Het doet ons allebei goed.

Met de collega’s van de muziekgroep regel ik het een en ander voor het aanstaande miniconcert. Ze hebben er zin in maar het vraagt ook veel overleg heen en weer. 

Later op de middag skype ik met een afdeling met dementerende bewoners in Heerewegen. Ik spreek zeven bewoners in een uur. Het is snel schakelen en vraagt veel energie. Maar met de meesten lukt het een zinnig gesprek te voeren en voor twee bewoners is op dit moment de spanningsboog te kort. Maar zonder uitzondering zijn ze blij me te zien. Ik hoor ook terug dat het zeker toevoegt aan de gezamenlijke zorg voor bewoners. Ik hoor de opmerking van een bewoner die mij toevertrouwt het knuffelen met zijn partner zo te missen. Het zegt mij hoe belangrijk lichamelijk contact is en hoe pijnlijk bewoners het bijna vanzelfsprekende en een van de eerste levensbehoeften moeten missen.

Ik noteer het een en ander in het dossier van de bezochte bewoners en sluit de werkweek af.

Dinsdag 19 mei

Vanmorgen lees ik in de rapportages dat opnieuw een bewoonster van een van de afdelingen in Heerewegen is overleden. Dat is de vijfde bewoner, binnen een maand, die op de desbetreffende afdeling is gestorven. Ditmaal niet aan corona. De andere bewoners zijn op dit moment negatief getest. Dat betekent dat mensen ook weer beter kunnen worden en dat geeft hoop. Ik merk bij mijzelf dat de spanning toeneemt. Zal er nu een telefoontje komen met de vraag of ik de uitvaart wil leiden? Ik wacht het af.

De secretaresse van mijn leidinggevende belt. Ze vraagt hoe het met me gaat. We wisselen het een en ander uit en het is welkome onderbreking. Ze vertelt dat ze de bewoners en collega’s mist, hoewel ze op locatie is. Maar het is zo anders omdat bewoners en zorgmedewerkers nauwelijks in de openbare ruimtes komen. Veel collega’s in de organisatie werken vanuit huis. ‘Het vertrouwde is zo anders nu,’ verzucht ze.

Daarnaast is een zorgmedewerker van de Warande revalidatie positief getest. Iedereen houdt de adem in. Er volgen inderdaad meer besmettingen. Ik hoor de mensen van het RIVM in mijn oren: ‘testen, testen, testen’. Dat wordt binnen onze organisatie nu ook gedaan. Na de huiskamerviering op een van de afdelingen psychogeriatrie spreek ik weer met een aantal bewoners. De activiteitenbegeleidster, vraagt me of ik een van de bewoonsters wat vaker kan bezoeken omdat ze nauwelijks verwanten heeft. En voor de volgende viering vraagt ze me meer liedjes aan te geven. Ook vertelt ze dat de activiteit voor de deelnemers een rustpunt op de dag is. Over het zingen heb ik mijn zorgen. Het lijkt mij beter om naar muziek te luisteren omdat van zingen wordt gezegd dat het virus daarop gedijt. Niet dat er bewoners klachten hebben op die afdeling maar we moeten voorzichtig zijn. En dat terwijl bewoners zo vrolijk worden van zingen. Hoe gaan we daar nu weer mee om?

De coronapatiënt op de revalidatie die gisteren koortsvrij was, blijkt nu opnieuw koorts te hebben. Ik lees dat hij verzwakt is maar wel comfortabel. Hij slaapt veel en is niet benauwd. Wat zal dat spannend zijn voor de echtgenote en de kinderen. Ook bij de zorgmedewerkers zal het niet in de koude kleren gaan zitten. Ik denk veel aan hen en wacht af of ik nog in consult word geroepen. In elk geval zal ik vanavond de eerste contactpersoon bellen.

 
Over de auteur:

Fia Oomen, 1955, werkt sinds 1998 binnen de Warande Zeist op de psycho-geriatrische, somatische en revalidatieafdelingen. Zij verzamelde gedurende vele jaren praktijkervaringen. In 2007 studeerde zij af op Cross-Culturele Theologie met als bijvakken Nederlandse Literatuur vanaf 1880 en Pastorale Psychologie. In 2009 werd zij bevestigd tot predikant maar bleef in dienst van de Warande als Geestelijk Verzorger. Van haar hand verscheen in 2017 het boek Gebroken glas, praktijkverhalen van een geestelijk verzorger.

Titel: Leven tussen Leegte en Liefde
Auteur: Fia Oomen
Pagina's: 172
ISBN: 978-94-6365-240-7
Prijs: € 13,95

 

Bijdrage
Column

 

Volgende column: Wind

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.