31 januari 2020
tekst: Henny Fokkema, foto: Pixabay
Alle kinderen die voor het eerst naar school gaan vinden dit meestal spannend. Wie is de juf? Wie worden mijn vriendjes? Zij hebben er nog geen weet van dat er naast hun talenten ook andere zaken spelen die van invloed zijn op de kansen en resultaten in hun schoolloopbaan.
Uit onderzoek blijkt dat de kansen van schoolgaande kinderen mede worden bepaald door de opleiding en het inkomen van de ouders. Ook in Zeist bestaan er grote verschillen in opleiding en inkomen.
Naast het verschil in opleiding speelt het inkomen, de koopkracht, van de ouders een steeds grotere rol als het gaat om de kansen van schoolgaande kinderen, want de school is bij lange na niet gratis. In het voortgezet onderwijs variëren de door de ouders te betalen ‘jaarlaagbijdragen’ tussen de 250 en 550 per schooljaar. Verscheidene scholen stellen de aanschaf van een laptop verplicht. De prijzen van de voorgeschreven laptops schommelen tussen de 350 en 850 Euro. Ouders met een inkomen van maximaal 130% van de bijstandsnorm kunnen een beroep doen op de Stichting Leerkansen Zeist, maar toch. Soms zijn de afbetalingsregelingen met de leverancier zodanig dat de ouders voor een laptop van € 830,80 eerst een aanbetaling van € 100 moeten doen en vervolgens gedurende 48 maanden € 23,50 moeten betalen. Omdat het voor ouders onmogelijk is om de laptop in één keer op te hoesten, betalen zij in tijden dat de rente 0% bedraagt € 1228 Euro in plaats van € 830,80.
Als ik op internet “huiswerkbegeleiding Zeist” intik, dan verschijnen ongeveer 10 instituten die begeleiding voor schoolgaande kinderen aanbieden. Uit dit aantal blijkt dat - naast de begeleiding en de lessen van de school - er een grote behoefte bestaat aan extra, buitenschoolse, ingekochte begeleiding. Ouders die hiervan voor hun kinderen gebruik maken, kunnen dit betalen, ouders met een laag inkomen kunnen dit niet.
Eind februari wordt op bijna alle basisscholen de Centrale Eindtoets afgenomen. Deze Centrale Eindtoets meet ‘de schoolse vaardigheden’ (o.a. taal en rekenen) van de basisschool verlatende kinderen. Draagkrachtige ouders kunnen hun kind extra laten oefenen bij één van de huiswerkinstituten. Kinderen die deze Centrale Eindtoets vaker hebben geoefend zijn meer vertrouwd met de manier van vragen en halen daardoor een hogere score dan kinderen die dat niet of nauwelijks hebben gedaan. De score van deze Centrale Eindtoets is nog steeds een belangrijk instrument om de schoolkeuze voor het vervolgonderwijs vast te stellen. En in ons schoolsysteem maakt het nogal verschil voor je toekomstmogelijkheden of je met een VMBO-K of met een VWO-advies het basisonderwijs verlaat.
Het is onrechtvaardig en onaanvaardbaar dat er door de koopkracht van de ouders, een oorzaak die geheel losstaat van de talenten van het kind, een kansenongelijkheid ontstaat. Om deze reden roep ik de raadsleden van alle politieke partijen in Zeist op gezamenlijk initiatieven te nemen die ervoor zorgen dat beperkte koopkracht van de ouders nooit een belemmering vormt voor de ontplooiing van hun kind.
Tevens maak ik me zorgen dat de toenemende kansenongelijkheid voor schoolgaande kinderen op de lange termijn een bedreiging vormt voor onze samenleving. In de woorden van de dichter Ed Hoornik pleit ik er dus voor dat alle schoolgaande kinderen niet alleen dezelfde kansen “hebben”, maar met hun talenten ook kansrijk kunnen “zijn”.
Hebben en zijn
Op school stonden ze op het bord geschreven.
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
De ene werklijkheid, de andre schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
Vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgelicht.
Volgende bijdrage: Holocaust Herdenking Den Dolder |