Overslaan en naar de inhoud gaan

Nu moet ze eten voor twee

30 april 2017

1 mei  2017
tekst en foto’s: Hubert Beusmans en Bob Horjus

Er zijn heel veel verhalen te vertellen over de Tweede Wereldoorlog. Ook Zeist kent deze verhalen en ook onze straat, de Frank van Borselenlaan (FvB) in Zeist, vertelt een bijzonder oorlogsverhaal. Het huis met huisnummer 4 blijkt een centrale rol te hebben gespeeld tijdens de razzia op 18 augustus 1944. Op die dag werd het overgrote deel van de ondergedoken joden uit Zeist, opgepakt en vervolgens gedeporteerd naar de verschillende concentratiekampen. Mevrouw Ennie de Bie, toen heette ze Ennie Ribbe, woonde hier met haar moeder Ko en broer Dick aan het begin van de oorlog. Ze was toen 10 jaar. Nu meer dan 75 jaar later zitten we met 10 mensen in de huiskamer van FvB4 te luisteren naar het verhaal van Ennie. Ze verteld haar belevenissen.

Veel huizen in Griffensteijn zijn gebouwd eind jaren dertig. Vlak voor het uitbreken van de oorlog. Een wijk doorsnee. Hoewel Zeist en zeker onze straat zoals het er nu bij ligt, ver van alles lijkt weg te liggen wat met oorlog te maken heeft, blijkt het tegendeel waar. Als het verhaal van Ennie vordert wordt duidelijk dat ook Griffensteijn sporen uit de oorlog draagt. “Daar op de hoek van de FvB en de Gijsbrecht van Amstellaan viel de Britse bom, we zagen de zoeklichten boven Utrecht”, “aan het einde van de oorlog hoorde we de V1 bommen overvliegen met hun sissende geluid”, “daar die eerste huizen aan de Cornelis Schellinger, daar woonde NSB'ers, hier iets verder in de straat een moffenmeid, en in het Slot zaten de Duitsers”, en “ik moest de illegale krantjes in onze wijk verspreiden en als je naar de kantoorwinkel ging en vroeg om stencilinkt dan wist men wel hoe laat het was...”. Dan de onderduikers, waar niemand over sprak. Zeven joden zaten verborgen op de FvB4, twee Joden op de FvB2. Ennie vertelde over hoe zij dit avontuur, zoals ze dat noemde, beleefde als tiener.

In 1942 waren moeder en broer Ribbe in Rotterdam op verjaarsbezoek. Haar moeder wilde kamers in huis verhuren. Een vriendin vroeg drie mensen mee te nemen. Joodse mensen die moesten onderduiken. Een spannende treinreis van Rotterdam naar Zeist volgde. Uiteindelijk zitten er zeven onderduikers op de FvB4: Hans Komkommer, Marie Komkommer, Celine (zus) Komkommer, Schoontje Soesman, en Leny Velleman (zie foto met ook moeder Ko) en Jo en Els Posener. Het was een spannende tijd voor Ennie. Maar als kind was het ook spannend op een leuke manier. Hoewel ze geen vriendinnetjes mee naar huis mocht nemen gebeurde er wat in huis. De geheimzinnigheid wanneer grote mensen praten over zaken die kinderen niet aanging, de feestelijke sabbat, de gebruiken van de onderduikers uit het stadse Amsterdam en de kast met eten voor 10 mensen.

Toen bleek een van de onderduiksters zwanger. Moeder Ko is vervolgens naar de illegaliteit gegaan om etensbonnen met de mededeling “ik heb er nu een die eet voor twee”. De illegaliteit in Zeist was inmiddels geïnfiltreerd door Ans van Dijk (zie documentaire “Het was oorlog” 27-1-2017 Omroep Max). Uiteindelijk is Meerman, compagnon van Ans van Dijk, komen kijken op de FvB4 en heeft de boel verraden.

De dag van de overval was Ennie druiven halen in Bunnik, haar moeder rook onraad en had haar dochter weg gestuurd. Toen ze thuis kwam stond een SD-man met een stengun bij de oprit en bracht haar naar zolder. Daar zaten ze de rest van de dag en avond en telkens werden groepjes opgepakte joden, maar ook een groep van 20 verzetsmensen uit Utrecht naar zolder gebracht. Toen alle opgepakte mensen waren afgevoerd liet men Ennie alleen achter. Ze werd opgevangen door de buren en zou later terug keren naar het huis waar ze de oorlog zou uitzitten. Van de negen onderduikers op de FvB2 en FvB4 overleefden drie de oorlog.

“Waarom wilt u dit verhaal vertellen?” vroegen wij mevrouw De Bie. Ze hoopt dat we nooit meer een oorlog hoeven mee te maken. Juist nu, in deze tijd waarin een aantal zekerheden toch weer ter discussie lijken te worden gesteld, is het belangrijk dat de verhalen uit de oorlog ons doen herinneren aan hoe het niet moet. Maar haar verhaal is juist een verhaal van solidariteit en hulp bieden aan je medemens. Dat is iets wat we allemaal in ons hebben en wat we allemaal kunnen doen, dat moeten we koesteren. Om ons daartoe aan te zetten is soms de herinnering aan de verschrikkingen van de oorlog nodig. Het ontroerde mevrouw De Bie dat de huidige bewoners van de FvB4 sinds enkele maanden asielzoekers onderdak bieden in hetzelfde huis waar haar verhaal ontstond.

 

Bijdrage
Artikel
Hans Snel (lezer)

Dank, Hubert en Bob voor het delen van dit mooie verhaal uit de eerste hand. En inderdaad een mooie gedachte dat nr 4 opnieuw onderdak biedt aan vluchtelingen. Ik wens hen meer geluk dan hun voorgangers.

2 mei 2017 Permalink

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.