1 juli 2019
tekst: Kirsten Vonk; foto: Wim Bronkhorst
Ik ben geboren en getogen in Zeist maar ben vanwege mijn studie op mijn 16e vertrokken naar de grote stad. Veertien jaar later kwam het moment dat ik aan een gezin begon. De eerste was onderweg maar die wilden we niet in de grote stad geboren laten worden.
Maar waar wilden we naar toe? Hij wilde niet naar zijn geboortedorp en ik eigenlijk ook niet echt naar die van mij.
Alhoewel ik de herinneringen aan Zeist koester vond ik dat het mijn dorpje niet weer was. Het was zo veranderd dat ik mijn weg er niet meer kon vinden. En de veranderingen vond ik ook niet allemaal even positief; zoals de nieuwbouw op de Antonlaan, het vele beton van Belcour en de indeling van de straten.
Ondanks dat kwamen we een huis tegen in Zeist dat ons het stadse gevoel gaf. Geen standaard eengezinswoning maar een huis op 1 en 2 hoog dat speels was ingedeeld. De brug van de stad naar het dorp was daarmee geslagen.
De ‘nieuwe oude’ omgeving was natuurlijk wel wennen. Veel was nieuw of was verdwenen. Met weemoed dacht ik bijvoorbeeld terug aan de verdwenen poffertjeskraam in het Walkartpark met het plakkende plastic op de tafels. Waar de poffertjesbakker met een sigaret in z’n mondhoek de poffertjes omdraaide.
We zeggen wel eens dat we de oude situatie terug willen hebben. Of het nou gaat om onze leefomgeving, onze gezinssituatie of om ons werk. Er is onderweg iets gebeurd waardoor we terug willen naar het oude en het vertrouwde. De verandering, de nieuwe situatie is dan onbekend en we vinden het lastig en misschien wel pijnlijk om er mee om te gaan. We hebben er vaak niet zelf voor gekozen, het wordt ons eigenlijk opgedrongen.
Ik vraag me wel eens af wat er zou gebeuren als je daadwerkelijk je oude situatie terug zou krijgen. Zou het nog passen? Je staat tenslotte niet stil. Je groeit, doet ervaring op en je verandert.
Stel dat in mijn geval Zeist onveranderd was gebleven in de 14 jaar dat ik er niet woonde. Dat het was blijven stilstaan. Dan had ik het misschien wel een suf, ingeslapen dorp gevonden waar geen ruimte was voor ontwikkeling. Dan bestond het centrum voornamelijk uit één grote parkeerplaats (nu Belcour). Of er waren geen activiteiten zoals Ashtonia, rode loper, klimbos en Winter Wonderland.
Niet iedere verandering is overigens een goede verandering. Daar zijn inmiddels genoeg voorbeelden van in onze gemeente. Maar hoe gaan wij om met welke vorm van verandering dan ook? Voor onszelf als voor het collectief?
Ik las laatst 'Strijden is nooit de juiste weg. Strijden impliceert weerstand tegen de situatie waarin je je bevindt. Door te strijden voeg je energie toe aan de huidige situatie. En daarmee maak je het onbedoeld erger.'
Dat deed wel wat met me. Ik realiseerde me dat ik door een strijd niet kon zien wat de verandering me eventueel wél zou kunnen brengen. Simpelweg omdat mijn aandacht gericht was op het negatieve.
Daarbij kwam ik ook tot het inzicht dat ik mezelf niet afhankelijk wilde maken van iemand die de verandering heeft ‘veroorzaakt’. Afhankelijk in de zin dat ik ga zitten wachten totdat deze veroorzaker mijn reactie op de verandering gaat begrijpen en eventueel wel of niet tot actie overgaat. Ik wil de kapitein zijn op mijn eigen schip en mijn eigen koers bepalen. Daarmee creëer ik zelf de verandering.
Wat in mijn ogen nog kan verbeteren in Zeist is het wij-gevoel. Ik heb niet echt het idee dat wij trots op ons dorp zijn. Ik lees regelmatig reacties van inwoners dat iemand daar schuldig aan is, bijvoorbeeld de gemeente omdat zij de winkelleegstand niet oplossen.
Maar er is zoveel ander moois dat Zeist zo bijzonder maakt. Het is maar waar we onze aandacht op richten. Zou het ons lukken zélf voor de verandering te zorgen? Dat we in plaats van de strijd aan te gaan of door ons afhankelijk op te stellen, zelf een omgeving creëren waar wij gezamenlijk trots op kunnen zijn? Misschien creëren we een ander imago, een andere sfeer waardoor middenstanders getriggerd worden om zich te vestigen in een leegstaand winkelpand.
Ik weet zeker dat iedereen in staat is om in mogelijkheden te denken in plaats van in onmogelijkheden. En daarmee creëren we onze eigen verandering.
Ondanks dat ik geen zin had om terug te gaan naar Zeist, heb ik me overgegeven aan wat zich aandiende. En ik heb er geen spijt van gehad. Ook al woon ik inmiddels in Den Dolder, ik richt me op dingen waar ik veel plezier aan beleef; de bossen, de prachtige moestuin op het Altrecht-terrein, de sportverenigingen, fietsen naar de markt in Zeist en de activiteiten die in Den Dolder en Zeist worden georganiseerd. Ik heb mijn oude dorpje opnieuw ingericht.
Volgende column: Fietsen