10 april 2020
tekst en foto’s: Claire van Spanje-Blom
De badkamer ruikt naar verfijnde verzorgingsproducten. Ze zit aan de wastafel en verzorgd haar gerimpelde, intens vermagerde gezicht zachtjes met nachtcrème. Haar bewegingen zijn langzaam en teder; lief voor zichzelf. Ik zie een mooie elegante vrouw. Haar licht gebronsde huid is aangeraakt door de Zuid-Franse zon. De spiegel boven de wastafel toont zonder enige gêne het beeld van een langdurig ziekteproces. Dankbaar voor de geboden hulp loopt ze mee terug naar haar bed. Twee avonden later kan ze de badkamer niet meer bereiken.
Maar ze reikt inmiddels veel verder…. Dit is een speciale ontmoeting met een bijzondere vrouw.
Met een grote glimlach vertelt ze over de jaren als operatieverpleegkundige en de geweldige tijd met haar collega’s. Met enkele van hen heeft ze nog steeds contact. Irene leeft in de harten van de mensen. Ze is betrokken bij haar vriendinnen, die soms de behoefte hebben hun levensverhaal ook met ons te delen. Echter, al is belangstelling voor anderen nog zo fijn, het kost Irene steeds meer moeite.
Aan het begin van iedere nacht tref ik Irene wakker aan. In het halfdonker zit ik naast haar. We praten de dag door, maar liever nog wil ze horen over mijn dag. Ik vertel iets gezelligs over mijn gezin. Aandacht voor een ander is haar zo gewoon. Het is een mooie kwaliteit, al staat die haar nu in de weg. Sommige mensen eisen haar beperkte tijd voor zichzelf op. Ze voelt dat ze een keuze moet maken, maar twijfelt, voordat ze definitief besluit om de meeste bezoekjes af te zeggen. Het is zo bezwaarlijk voor hen die het zo goed met haar menen, zegt ze begripvol.
De sfeer op haar kamer is eigenlijk wel sereen te noemen; rust en stilte overheersen. Haar stem verliest dagelijks aan kracht en de woorden komen bijna fluisterend over haar lippen. In het uiten van haar persoonlijke wensen is ze uiterst zorgvuldig en bescheiden. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat iemand haar ooit iets zal weigeren. Het contact tussen ons is prettig en voelt vertrouwd.
Vervolgens maken de nachtdiensten weer plaats voor diensten overdag. Irene is duidelijk verzwakt tijdens mijn afwezigheid. De masserende bewegingen met de gezichtscrème neem ik over. Daarna verzorg ik haar zieke lichaam vingertoppen-voorzichtig met een geparfumeerde lotion. Fragiel maakt subtiel. ´s Middags komt het moment dat ik mijn bezorgdheid met haar deel, wetende dat pas de volgende week haar geliefde broer uit Engeland komt. Irene’s krachten nemen ontzettend snel af en ik stel hardop de vraag of hij nog op tijd zal zijn. Irene vraagt mij enkele belangrijke telefoontjes over te nemen. Telefoontjes gericht op haar naderende definitieve afscheid. Een klein uurtje later heeft haar broer geregeld dat zijn vlucht is omgeboekt naar de volgende avond. Ze is zichtbaar opgelucht.
“Wanneer ben jij er weer? ….Dus na het weekend zien we elkaar?”. Ik reageer eerlijk op wat ze zelf al langer moet vermoeden. Zachtjes durf ik te zeggen dat ik haar misschien nooit meer zie. Een stilte. Ze vervolgt met: “Ik had niet kunnen bedenken dat de zorg in een hospice zo mooi zou zijn”. Ik interpreteer een was-ik-hier-maar-eerder-gekomen-blik in haar starende ogen te zien. “Het is in mijn loopbaan nooit op mijn pad gekomen, maar het had zeker bij mij gepast”. Ik knik instemmend, maar voel me er direct enigszins ongemakkelijk bij. Denk ik haar te kennen? Wederom een korte pauze. “Het is goed zo, het duurt niet lang meer, ik wil rustig sterven.”
Ze spreekt woorden van dankbaarheid. Haar afscheid van mij is persoonlijk. Irene hervat met “ik neem je in gedachten mee, …om je dan weer te kunnen zien”. Het raakt me. Ik voel me warm worden en er rollen enkele tranen over mijn wangen. Ze vraagt of ik haar ook mee wil nemen, zodat ik haar weer kan zien. Ik antwoord zonder enige twijfel bevestigend.
In mijn herinneringen neem ik vele gasten mee en heb met regelmaat een weerzien. Mijn interne geheugen is eigenlijk een soort “database” van ontroerende, indrukwekkende, pijnlijke, fijne, intense, confronterende, verdrietige, belastende en bijzondere ontmoetingen.
Dear Irene, forever in the clouds.
Welkom in mijn Cloud.
Claire van Spanje-Blom is verpleegkundige en werkt in hospice Heuvelrug aan de Arnhemse Bovenweg in Zeist. Hospice Heuvelrug is een kleinschalig gastenhuis waar zorg wordt geboden aan mensen in hun laatste levensfase. Claire schrijft columns over haar werk. De namen in de columns zijn niet de echte namen van de gasten in het hospice. Deze column is nog geschreven vóór het uitbreken van de Corona-crisis.
Volgende bijdrage: Steun de Wereldwinkel Zeist |
Wat mooi opgeschreven!
Ik wil eigenlijk alleen maar zeggen: wat mooi opgeschreven en wat knap, hoe Irene en jij omgaan met het levenseinde.
Erg mooi geschreven
Je mag trots zijn hoe mooi je kan schrijven!
Column Claire
Wat prachtig!
Wow
Zo indrukwekkend..
Mooi!
Mooi!