Skip to main content

Hooibalen op de Bunsinglaan

20 juli 2024

tekst en foto: Arend Postma

Op een typische zomerdag fietsen wij over de Bunsinglaan richting Bunnik. Verspreid over een pas gemaaid stuk weiland, zo glad als een biljardlaken, liggen in plastic verpakte hooibalen klaar om verzameld te worden en ergens bij de boerderij opgestapeld.

Hooibalen in plastic zijn volgens mij de oplossing voor een probleem dat alleen de boer heeft. Ik denk niet dat Vincent van Gogh er in deze verpakking chocola van had gemaakt. De hooibalen in plastic dragen ook niet echt bij aan het klassieke, enigszins idyllische beeld van de boer met hooivork en tractor.    

De oplossing van hooibalen in plastic heeft daarentegen best wel impact op het Nederlandse landschap. Want volgens het CBS is in 2020 meer dan de helft (54%) van de grond in Nederland in gebruik als agrarisch gebied en daarmee is de agrarische sector beeldbepalend in ons land en geeft het ons land de uitstraling die bij een landbouwnatie en de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld hoort.

Daar  kunnen wij over meepraten, want wij fietsen elk jaar minimaal een week door elke keer weer een ander deel van Nederland.

Zo staan er in Noord-Groningen trotse boerderijen met schuren en silo’s te midden van eindeloze graanvelden, graslanden en knalgele koolzaadvelden. Als ze de kans krijgen geselen de stormen van het seizoen de eindeloosheid tot een onheilspellende leegte, maar de imposante boerderijen houden stand.

In Noord-Holland, dat wel de koolschuur van Europa genoemd wordt genoemd, zijn het de uitgestrekte velden met witte- en rodekool. Na het oogsten worden ze in kratten hoog rondom de boerderij opgestapeld. Het grootste deel van de witte kool wordt daarna in omringende zuurkoolfabrieken tot zuurkool verwerkt.

Dan zijn er de wereldberoemde Nederlandse bollenvelden die met hun kleuren voor ons land een onuitwisbaar visitekaartje afgeven.

Twente op zondagmorgen is dan weer van een geheel andere orde, want daar lijkt de tijd stilgestaan te hebben. Eeuwenoude boerderijen met klassieke schuren en hooibergen tussen heidevelden en bossen, waar zwartbont vee in de weilanden uit beken drinkt. Het gekletter van watermolens hoort onlosmakelijk bij de zondagmorgen. 

Maar mijn Friesland is wel bij uitstek de provincie om over de romantiek en de erotiek van het platteland, het boerenleven en hooibergen te fantaseren. Een beetje derderangs filmregisseur zou er zo een hele serie Tiroler-achtige films uit weten te persen.    

Het zijn trouwens niet alleen de hooibergen en hooischuren die langzaam uit het beeld van Nederland aan het verdwijnen zijn. Ook de klassieke boerderijen verdwijnen langzamerhand uit het Nederlandse landschap, om plaats te maken voor moderne, efficiënte bedrijfsgebouwen boordevol innovaties gericht op het oplossen van het stikstofprobleem. Blokkendozen van Bol.com, Amazon en CoolBlue en de datacenters van Google, Amazon en Microsoft duiken op in de achtergrond.  

Voor projectontwikkelaars wil de agrarische sector ook nog weleens een bron van inspiratie zijn, om zo dicht mogelijk bij, maar natuurlijk het liefst in, een natuurgebied te kunnen en mogen bouwen. Zo zijn er begin deze eeuw aan het begin van de Bunsinglaan een achttal boerderijachtige huizen gebouwd die in bepaalde kringen als “boerderette” worden geduid. De huizen liggen verscholen achter hoge hagen maar maken toch deel uit van een agrarisch gebied – misschien dat een “boerderette” net iets meer heeft.

In de verte rijdt de trein van Nijmegen naar Den Helder door het agrarische gebied.

 

Bijdrage

 


Arend schreef eerder:
Leven op een vierkante kilometer

Meer over agrarisch Zeist:
In een moeilijke tijd met iets nieuws beginnen
 

 

Jelle Schottel… (not verified)

Ja Nederland is een gigantische landbouwexporteur, in geld, want vlees is duur en dat is wat we exporteren.
Wat vergeten wordt, is dat Nederland ook de grootste landbouwimporteur is van de EU: veevoer.
En dat is precies wat er in die silo's zit, die je in Groningen zag. Ze staan door heel Nederland.
Eiwitrijk veevoer, zoals soja waar de Amazone voor gesloopt wordt, voor onze koeien, kippen, varkens. Met gigatankers tegelijk importeren we dat.
Daar komt de stikstofcrisis vandaan. De tsunami van mest van 100 miljoen dieren per jaar.
Vroeger verbouwden boeren hun eigen veevoer. Geen stikstofprobleem. Maar relatief was het voedsel toen duurder. Of je kunt zeggen: beter geprijsd, zodat de wereld niet gesloopt en vergiftigd werd.
De stikstofcrisis is echter zo duur, dat het goedkoper zou zijn om schone boeren een faire prijs te betalen.

Sun, 07/28/2024 - 00:48 Permalink

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.