8 oktober 2023
tekst: Ruud Vermaase en Arend Postma; foto: Luc van Amelsfoort
Sinds Ruud Vermaase naar Doorn is verhuisd mailt hij met Arend Postma over de voors en tegens van Doorn versus Zeist. In deel 9: herfst.
Zeist, 21 september
Ruud, dit wordt jouw eerste herfst in Doorn. Overal heet die hetzelfde, maar gedraagt zich toch ook overal weer net even anders. Hierbij maak ik geen onderscheid tussen de meteorologische herfst en die van 21 september.
Want voor mij persoonlijk blijft de herfst de herfst en ook nog eens mijn favoriete jaargetijde. Met ‘Autumn in New York’ en ‘September of my years’ van Frank Sinatra krijgt dit seizoen voor mij zelfs een weldadige uitstraling.
Maar deze beleving van dit seizoen geldt niet voor iedereen. Want onder begeleiding van flinke stormen in de categorie code oranje en rood jaagt hij menigeen de stuipen op het lijf, om het met een aantal naargeestige regenbuien af te maken. Deze extremen worden steeds meer gewoon en dat is op zijn zachtst gezegd niet de bedoeling.
Voor vrij veel mensen is de herfst de aanloop naar de meest donkere periode van het jaar: Sinterklaas en Kerstmis, ook wel bekend als de ‘feestdagen’. Daarmee drukt dit jaargetijde onevenredig zwaar op het geestelijk welzijn van een deel van de bevolking. Dat kan weer aanleiding zijn om eens flink naar de fles te grijpen, maar dat is meer een individuele keuze.
Behalve dat dit jaargetijde zich dus op de mentale kant van de mens stort, stort het zich ook met zijn gewelddadige uithalen op terrasmeubilair, woonerven, terminale bomen en verlaten P+R-terreinen.
En dan zijn er natuurlijk ook nog de bossen waar de herfst zich, in alle kleuren die bij vergankelijkheid horen, manifesteert. Maar het belangrijkste: “Wie herfst zegt, zegt paddenstoelen”. Ik heb tot nu toe tijdens mijn hardlopen in de Zeisterbossen op zondagmorgen nog nauwelijks paddenstoelen gezien, afgelopen zondag zelfs helemaal geen.
Ik weet dat jij, omdat jij jouw honden dagelijks uitlaat, veel in bossen en bosrijke omgevingen vertoeft, daarom Ruud: heb jij al ervaren dat de herfst in Doorn anders is dan in Zeist?
Een hartelijke groet uit herfstig Zeist,
Arend
Doorn, 30 september
Dat de nachten langer duren, merken we hier enorm. Door te rigoureus alle oude lelijke spotjes in de gang te vervangen door fraaie nieuwe zitten we zonder licht in de gang. Blijkbaar kun je dimbare spotjes niet zomaar verwisselen. Ik moet daar nog eens een paar uurtjes aan klussen om het te repareren. Maar een donkere gang went snel. Bij het licht van mijn telefoon zoeken bezoekers nu hun jas aan onze kapstok. Hilarisch…
In het bos kun je je weer verheugen op al die paddenstoelen die plotseling tevoorschijn blijven schieten. Maar de ultieme vondst is en blijft toch een gave rode met witte stippen, “waarop kabouter Spillebeen zo lekker heen en weer kan wippen”. Wat anders dan jouw Frank Sinatra-songs die je herfstig laten voelen, Arend.
Probleem is dat onze honden te oud zijn voor lange avontuurlijke wandelingen in vochtige bossen. Tot nu toe gaan we slechts linksaf de deur uit naar het prachtige park bij Huis Doorn of het IJskelderbos bij het Rosarium, wat overigens slechts een IJskelderbosje is. En de enkele keren dat ik rechtsaf richting de grote Kaapse Bossen ga, beperk ik mij tot wandelingen langs de gekleurde paaltjes. In Zeist kende ik alle kleine paadjes in de bossen als mijn broekzak. Gelijk een volleerde woudloper durfde ik onbekende wegen in te slaan. In het Panbos wist ik een plekje waar je jaarlijks rood-witte kon ontdekken.
Zo kwam ik een keer een jong gezin tegen. De twee meisjes verzamelden beukennootjes en kastanjes in een plastic zak en lieten het mij trots zien. De honden snuffelden er even nieuwsgierig aan. Ze waren ook op zoek naar paddenstoelen. Nee, ze hadden nog geen mooie rood-witte gezien. Op samenzweerderige toon wees ik ze de weg. “Verderop zie je aan de rechterkant een afgebroken paaltje, dan moet je nog even het heuveltje op en dan zie je bovenaan een paadje naar links. Daar staan er vier!” De ouders luisterden mee en opgewonden liepen ze verder. Nooit geweten of ze vliegenzwammen inderdaad hebben gevonden.
Groeten terug uit Doorn, waar nu de temperatuur weer wat oploopt.
Doorn, 4 oktober
Hoi Ruud,
Vandaag op dierendag is de temperatuur in Doorn een fractie minder aangenaam dan we de laatste tijd gewend waren, en ik heb dat zelf gevoeld.
Want eerlijk is eerlijk: eigenlijk zijn wij nu allebei inwoner van Doorn. Alleen voor mij is dat maar tijdelijk. Want in verband met een ingrijpende verbouwing van ons huis wonen wij twee weken in een vakantiehuis op het gigantische vakantiepark Het Grote Bos in Doorn.
Weet je: vakantieparken zijn voor mij plaatsen waar meer lagen van de samenleving onzichtbaar naast elkaar bestaan. Ooit trok ik, toen ik in scheiding lag, een week lang op de fiets door Nederland en belandde elke dag, van Twente tot Zaltbommel, in een ander vakantiepark. Dat heeft mij wel de ogen over vakantieparken geopend. Die reis was goed voor mijn topografisch kennis, mijn enigszins ontregelde geest en gaf een inkijk in de krochten en doodlopende wegen van het gemiddelde individu en de essentie van een vakantiepark in Nederland.
Overdag waren die parken het domein van ouder- en eenoudergezinnen met kinderen die vrolijk in het zwembad en de speeltuin uitgeput en voldaan raakten, pensionado’s die vitaal hun leven met VitaePro leefden en een groep die in een stacaravan met vaste staanplaats en tuinkabouters een soort sociaal leven leiden. Omdat voor mij de dag niet aan het einde van de middag eindigde begaf ik mij ’s avonds naar de kantine om een biertje te drinken. Het publiek van de middag was onherkenbaar veranderd in zwetende, getatoeëerde ruggen met een fles bier aan de bar. Ik voegde mij met een flesje bier bij hen – het waren aardige, sympathieke mannen die gescheiden waren, op de vlucht of iemand vermoord hadden. Terloops liet ik het wie en waarom van mijn bestaan vallen plus de bijbehorende scheiding. Dat was voldoende om een grote bak empathie over mij heen te krijgen – ik had mij nog nooit zo goed op een vakantiepark gevoeld.
Het is voor mij wel een aangename beproeving Doorn te ervaren, want dit deel van de Utrechtse Heuvelrug bezorgt mij een soort Veluwe-gevoel. Nee, geen everzwijnen en ik heb nog niet oog in oog met een wolf gestaan, die kans is overigens in Zeist volgens lokale media als De Nieuwsbode en X (formerly Twitter) statistisch gezien net iets groter. Dat Veluwe-gevoel komt vooral van de nachten in Het Grote Bos. Die nachten zijn donkerder dan die in ons eigen Kerckebosch dat als onderdeel van de Zeister Bossen wel met één been in de Utrechtse Heuvelrug staat.
Om toch even bij de herfst te blijven. Met een wandeling vanuit Het Grote Bos gingen wij afgelopen zaterdag eten bij het op de Maarnse Berg gelegen eetcafé “Onder de Pannen” – dit voltrok zich in een perfecte herfstambiance. Op de wandeling terug over de in herfstkleuren gehulde Maarnse Berg kwamen we oog in oog te staan met een paar schitterende paddenstoelen in Doorn.
Vorige aflevering: Paradijsvogels |
Meer over de herfst: Herfst: tijd van het loslaten |
Volgende bijdrage: Hertsonnet |
Herfst
Kennelijk waren veel paddestoelen in de war, ik heb er al heel wat gezien en niet alleen in het bos. Ze groeien zelfs op dat armetierige middendeel op de Slotlaan tussen Hogeweg en het Rond, al waren het er vroeger veel meer.