10 juni 2021
tekst: Arend Postma; foto: Ronald Camstra
De stilte wordt enkel verstoord door gezang van vogels. Het is zondagmiddag en we fietsen door het uitgestorven en door de hitte verlamde Lyceumkwartier, waar de huizen zich achter hoge hagen verschuilen.
Even verderop legt een man in witte kleren en met een witte pet een behoorlijk groot object in de kofferbak van zijn auto. Hij lijkt op een binnenhuisschilder en in mijn gedachten zie ik hem in een afgesloten ruimte, gehuld in een compacte stofwolk, al het houtwerk schuren om de ruimte zo weer in de oorspronkelijk staat terug te brengen, wel met een mondkapje tegen het stof natuurlijk. Of dat hij langzaam, in de aangename geestverruiming van verf, elk benul van tijd en van de omgeving aan het kwijtraken is. Het zou mijn keuze tussen elke vorm van werken of totale ledigheid kunnen zijn.
Dan denk ik ook: ‘je gaat je goede humeur op zondagmiddag toch niet bederven door je totaal vrijwillig in een benauwde ruimte af te zonderen in plaats van op het terras te zitten?’
Als we tot op enkele meters genaderd zijn zien we pas dat het een golftas is die hij aan het inladen is en de auto is van dichtbij veel indrukwekkender. De man met het postuur en het hoofd van Donald J. Trump oogt niet als iemand die zich zonet nog het zweet uit de naad werkte. Nee, hij is duidelijk op weg naar een zinvollere invulling van zijn leven dan de gemiddelde Nederlander.
Ik zeg tegen mijn vriendin: ‘Ik dacht echt dat het een bijbeunende huisschilder was.’
‘Ja, ik ook’, zegt ze, ‘en ik had ook enigszins met hem te doen omdat hij in deze temperatuur zijn brood zou moeten verdienen.’
Maar: niets is wat het lijkt, en dat blijkt dus steeds vaker. Het versterkt mijn argwaan tegen de werkelijkheid die mij ondertussen links en recht aan het inhalen is - de bevestiging komt uit onverwachte hoek. Want enkele dagen later kom ik langs een bouwplaats waar een bouwvakker uit een Tesla Model X stapt.
Mijn kleinburger hart gaat tekeer als een geigerteller vlak na de explosie in de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986: een bouwvakker in een gloednieuwe Tesla past niet in mijn bekrompen wereldbeeld. Want daarin is er tussen bouwkranen, steigerhout en mobiele toiletten geen plek voor fiscale excessen op vier wielen. Ok, in Californië kwam de bakker vroeger in een Rolls-Royce bestelauto langs de deur - dat viel daar niet zo op want iedereen reed in een Rolls.
In eerste instantie doet mijn etnisch profileren een ‘Typhoontje’ vermoeden: deze auto past niet bij de chauffeur. Deze populaire zanger werd vanwege zijn uiterlijk regelmatig door de politie staande gehouden omdat zijn dure bolide niet in het gangbare plaatje paste.
Maar dat ligt fiscaal gezien toch wel wat genuanceerder. Want de overheid spant zich tot het uiterste in de burger de Tesla in te sleuren. Door milieu-investeringsaftrek, lage bijtelling, geen BPM, lokale subsidies van provincies en gemeentes én geen motorijtuigenbelasting wordt zelfs de meest fundamentalistische klimaatontkenner over de streep getrokken.
Het is mijn inschatting dat in Laren, in sommige delen van Kerckebosch en in het Lyceumkwartier het Tesla-gehalte hoger is dan in menig andere oord in Nederland.
Arend schreef eerder: Het mislukte voornemen |
Meer over vooroordelen: De waarde van naar binnen kijken |
Volgende artikel: Bouwkavel of pand gezocht voor jongvolwassenen met autisme |