1 november 2016
tekst en foto: Ruud Vermaase
“Tegen of voor?”, informeert de DJ met zijn oor dicht bij mijn mond.
“Tegen”, antwoord ik nerveus. Ik zie hem de rode knop op zijn Traktor Kontrol F1 aantikken. Meteen klinkt Albatross uit de speakers. Rechts van ons kijken supporters geërgerd naar ons op het DJ podium. Om nog even te zuigen neem ik een slok van mijn biertje. En weer zie ik de duurbetaalde strafcornerspecialist Scott Tupper falen vanaf de rand cirkel. Het helpt, denk ik tevreden.
”Hou eens op met die afschuwelijke muziek,” bevestigt een langharige blonde eindtwintiger. Lekkere meid wel, maar nu moet ik even sterk zijn en niet zwichten.
Medestanders om het podium, waarop ik als speaker samen met DJ Oscar sta, hebben de overhand. Ga zo door!, gonst het. Sterker, de verslaggever van RTV Utrecht, vermaakt zicht uitstekend en associeert de muziek met een zonnig strand, strooien hoed en een jointje erbij. De hevig aantekening makende journalist van het AD (regionale katern) vraagt wat voor een muziek het eigenlijk is. Onmiddellijk verval ik in mijn zestigerjarenrol met een zinloos veel te langdradig wist-je-dat-je over de oude jaren van Fleetwood Mac toen de legendarische gitarist Peter Green daarin nog de dienst uitmaakte. Voor ik over de markante afterbeats van drummer Mick Fleetwood wil uitweiden, tikt de DJ mij aan.
“Strafcorner!”
“Tegen of voor?” Diep in de eerste helft is de DJ nog steeds onzeker. “Voor!” En onmiddellijk dreunt een stampende houseklassieker over het kunstgras. Aan de overkant van het veld zie ik de bomvolle tribune meebewegen op de beats. Ik geniet. Een prachtige zondagmiddag, nota bene diep in oktober. Heel hockeyend Zeist heeft zich verzameld rond het hoofdveld en zijn zelfs in de lichtmasten geklauterd om geen seconde te missen. Wie had dat bij dat kleine clubje Phoenix verwacht tegen de grotere broer Schaerweijde. In Liverpool speelt rood (FC) tegen blauw (Everton). In Manchester speelt het rode United tegen het blauwe City en in Spakenburg hebben we de klassieker tegen IJsselmeervogels. Eveneens rood tegen blauw. En nu ook hier in Zeist in de een-na-hoogste-klasse van het hockey. Bij rust ligt alles nog open met 1-2. Alle extra ingehuurde barretjes houden de taps continu open.
Iedereen weet hoe de tweede helft is verlopen. Vlak voor tijd was het nog 2-3 voor de roodhemden en vinden wij dat Phoenix zich uitstekend heeft geweerd. Helaas maakt het jonge Schotse talent Hamisch Imrie er nog met een velddoelpunt er 2-4 van. In de slotseconden versieren de roodhemden toch nog weer een strafcorner. Inmiddels geroutineerd start de DJ voor de laatste keer Albatross in.
“Jouw muziekkeuze heeft in ieder geval geholpen, Ruud. Ze hebben geen enkele strafcorner benut.” En juist op dat moment zie ik de Canadese international zijn laatste kans benutten. Weg Albatross-effect. 2-5.
Na afloop zijn wij blauwen tevreden. Geflatteerd. Niet weggespeeld. Tot het einde een echte wedstrijd. Als die 3-3 valt, dan krijg je een hele andere wedstrijd. We hebben er een fysieke wedstrijd van gemaakt. Alle clichés worden als kenners over de glazen bier heen uitgewisseld. Maar is dat zo, vraag ik mij af als het terras tegen 19.00 uur leegstroomt. Jelle de Pianoman zijn keyboard opruimt en de buitentaps al afsluiten. Om mij heen zie ik dat de Schaerweijde diehards de overhand hebben. Derde helft verloren. Dik zelfs. Dat doet echt pijn…