Overslaan en naar de inhoud gaan

Zeister schaatstopper: Naomi van der Werf

21 juli 2024

21 juli 204
tekst en foto boven: Ronald Camstra; foto’s onder: Neeke Smit, Biebel Photography, Hanneke Mennens

Ontspannen zit het Zeister schaatstalent Naomi van der Werf (25) op het terras van Taste aan de Slotlaan aan een Spa Blauw. “Heerlijk hè, eindelijk zomer!” Op mijn vraag of schaatsers niet meer van winters weer houden moet ze lachen. “We trainen in de zomer veel buiten. Met wielrennen en skeeleren train je dezelfde spiergroepen als bij het schaatsen. Dus lekker weer is dan wel zo fijn”. En dat trainen, dat neemt ze serieus. Als we die zondagmiddag tegen vijf uur het gesprek afronden, gaat ze nog even een stuk fietsen. “Een uurtje of drie”.

Steniaweg
Dat fanatisme zat er al jong in. Naomi, geboren op 14 juni 1999, groeide met drie oudere broers op aan de Steniaweg, en zat op school op het CLZ. Op haar 14e verhuisde ze met haar ouders naar Huis ter Heide, waar haar ouders nu nog wonen. Als kind was ze al gek van sport (“Ik was liever aan het sporten dan dat ik huiswerk maakte”). Haar broers voetbalden bij Jonathan, en zelf maakte ze een kort uitstapje naar het turnen (bij Hygiëa), maar het schaatsen zat in het bloed (haar vader reed een aantal keren de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee), dus ging ze al jong skeeleren bij SIVZ (Schaats- en Inlineskate Vereniging Zeist). Daar trainde ze veel samen met Merijn Scheperkamp, die twee jaar geleden landelijk doorbrak.

Lange weg
Hoewel Naomi vanaf haar 12e in de C-selectie zat (dat betekende vijf dagen per week trainen op De Vechtsebanen in Utrecht) verliep haar doorbraak als gevolg van lichamelijke pech langzaam. “Als puber had ik last van strottenhoofdobstructie, wat bij hoge inspanning ademhalingsproblemen geeft. Dat was een heel frustrerende tijd. Ik voelde me fysiek heel sterk, maar door de ademhalingsproblemen kwam het er niet uit. Er is toen meermalen tegen mij gezegd dat ik beter een andere sport kon gaan doen. Maar als mensen tegen mij zeggen dat ik iets niet kan, dan raak ik juist extra gemotiveerd”. Pas op haar 17e wist ze zich voor het eerst te plaatsen voor het NK-allround, en het jaar daarna maakte ze de overstap naar de senioren. Op haar 21e verhuisde ze naar Heerenveen, bewust, om elke dag te kunnen schaatsen. Toen kwam de corona-tijd, waarin er geen plaatsingstoernooien waren, en het afgelopen seizoen had ze last van een rugblessure, die pijn gaf bij het diep zitten.

Team Frysk
Het jaar 2024 ziet er echter zonnig uit voor Naomi. In maart verbeterde ze haar persoonlijk record op de 1.500 meter naar 2:00:32. Mede hierdoor kreeg ze de kans om over te stappen naar een nieuw team, het professionale Team Frysk, met de internationaal ervaren coach Siep Hoekstra. Bij Team Frysk rijden bijvoorbeeld ook Olympisch kampioen Esmée Visser (won in 2018 goud op de 5.000 meter) en Reina Anema. “Ik leer veel van deze ervaren rijdsters. Ze geven me vooral tips om overtrainen te voorkomen. Ik wil nog wel eens té fanatiek zijn en té hard trainen”.

Het team traint dagelijks met elkaar, nu nog buiten, in augustus gaat Thialf weer open. “Het nieuwe team geeft me nieuwe prikkels. Ik voel me zelfverzekerd, ik ben nu sterker dan ooit en voel me iedere week beter en fitter worden”. Vanaf september hoopt Naomi zich via de Holland Cup wedstrijden te plaatsen voor het World Cup Kwalificatie Toernooi (WCKT), half oktober, en voor de NK Afstanden en de NK Allround. De 1.500 en de 3.000 meter zijn haar beste afstanden, “maar ik ben explosief genoeg om ook te kunnen sprinten, en de VO2-Max-test laat zien dat daar kansen liggen”.

Olympische Spelen
Het einddoel is plaatsing voor de Olympische Spelen in 2026 in Milaan. “Het grote doel motiveert om hard te trainen, en ik merk dat hard werken ook beloond wordt. De concurrentie voor de Spelen is natuurlijk groot, er is in Nederland veel talent en er zijn maar een beperkt aantal plekken. Maar mijn ergste vijand ben ik misschien wel zelf, ik ben soms té perfectionistisch, terwijl het in de sport vaak beter gaat als je iets meer relativeert, iets meer afstand neemt en wat meer naar je lichaam luistert. Dat leer ik steeds meer”.

Fulltime
Naomi is bijna fulltime met haar sport bezig. “We trainen 10 tot 12 keer per week, meestal twee trainingen per dag, bijvoorbeeld in de ochtend krachttraining, dan een rustpauze, en dan ’s middags fietsen. Tochten van zo’n 160 kilometer”. Ze traint daarbij niet op een bepaalde snelheid, maar op de hartslagmeter: “een constante hartslag van tegen de 130 is optimaal”. En er komt meer bij kijken dan alleen trainen. “Het vraagt ook streng zijn voor jezelf, discipline. Op tijd naar bed, tussen half tien en tien uur. Niet mee uit, op een feestje alleen water, en goed letten op m’n voeding. Het vele trainen kost veel energie, daar valt soms moeilijk tegenop te eten, want een schaatser heeft meer spiermassa nodig dan bijvoorbeeld een wielrenner. Je moet deels op tijd naar bed om ook weer op tijd op te kunnen staan, zodat je anderhalf uur vóór de intensieve ochtendtraining stevig kunt ontbijten”. Ze ziet het Spartaanse leven niet als een gemis: “Ik vind het mooi om voor een doel dingen opzij te zetten en ergens echt voor te gaan. Het is maar tijdelijk. Als de doelen behaald zijn komt er wel weer tijd voor andere dingen”.

Zeist
Het specifieke sportleven maakt dat Naomi ook vooral veel met mede-schaatsers optrekt. “Het is een leuk wereldje, en je begrijpt elkaar en elkaars ritme”. Toch komt ze nog regelmatig in Zeist, waar ze naast haar ouders ook een aantal goede vriendinnen heeft. “Topsport kost veel vriendschappen. De vriendinnen die ik over heb gehouden begrijpen mijn manier van leven, en maken er geen punt van als ik er op bepaalde momenten niet kan zijn of niet mee kan doen”. Daar komt ze graag in het weekend voor terug naar Zeist. Blikkenburg blijft haar favoriete plek in Zeist. “Daar liggen veel herinneringen, ik heb bij SIVZ ook trainingen gegeven. En ik fiets hier graag in de omgeving, over de Utrechtse Heuvelrug, het is hier toch mooier dan in Friesland”. Komt ze na haar schaatscarrière terug naar Zeist of blijft ze in Heerenveen wonen? “Nee, als ik stop met schaatsen dan wil ik liever weer wat dichter bij vrienden en familie wonen. Terug naar Zeist, of naar Noord-Holland, waar mijn vriend (oud-schaatser Joep Kalverdijk) vandaan komt. Als fysiotherapeut kan ik overal werken, en ik heb ook m’n trainersdiploma’s, misschien blijf ik wel wat in de sport doen”.

Prof
Maar voorlopig is het zo ver nog lang niet. Het schaatsen beheerst nu haar leven. Toch is Naomi formeel geen prof, ze studeert ernaast fysiotherapie. “Ik hoop op een profcontract, maar de concurrentie is groot”. Ze krijgt bij haar nieuwe team veel steun en begeleiding, maar geen salaris en moet er zelfs geld bijleggen om de trainingsfaciliteiten te betalen. Schaatsen is geen goedkope sport: “Mijn schaatsschoenen worden precies op maat gemaakt, met gipsafdrukken van mijn voeten, dat kost ruim € 1.000 voor de schoenen, de ijzers kosten € 700. Dit jaar heb ik ook shorttrackschaatsen nodig, en daarnaast natuurlijk elk jaar nieuwe skeelers, want die slijten hard”. Haar fiets kost meer dan € 5.000.

Sponsors
Om te kunnen schaatsen heeft ze persoonlijke sponsors nodig. “Misschien is er nog wel een Zeister bedrijf dat mij wil sponsoren”, zegt ze met een knipoog. Voor sponsoren doet ze ook veel terug, het is meer dan een logo op haar schaatspak. “Ik kan presentaties geven, schaats- en fietsclinics organiseren voor het personeel, meedoen met een sponsortocht, kaartjes voor wedstrijden regelen, exposure geven op sociale media”, somt ze op. Dus: welk Zeister bedrijf laat deze Zeister topper straks schitteren op de Olympische Spelen van Milaan?
 

Bijdrage
Artikel
Column

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.