15 oktober 2007
tekst: René Scheffer; foto: Lucia de Spirt
Begin jaren ‘80 vond ik Zeist-West een verschrikkelijk burgerlijke wijk, met de buurt Brugakker als treurig hoogtepunt. Een drempelbuurt waar op zaterdag werd gebarbecued, waar je mannen op zaterdagmorgen met een bierkrat achterop de fiets zag rijden en waar op zaterdagmiddag de auto werd gewassen.
Een buurt waar de omgeving er op let dat de grijze container niet te vroeg buiten wordt gezet. Dat je hier wil wonen als verstandig denkend mens, verzuchtte ik. Rond 1985 kwam ik in flat 70 in Nijenheim te wonen en ik dacht nog steeds hetzelfde. De ruime huurflat was anders. De flat had iets stedelijks, iets kosmopolitisch bijna door de toen nog enkele daar woonachtige Marokkaanse gezinnen. Het had niet het burgertruttige van Brugakker, waar collega´s van me woonden die tegen een rondweg waren. Ik was natuurlijk vóór, net als vóór de aansluiting op de A27, destijds.
Na een omzwerving kocht ik eind 2001 een woning in Brugakker. Om het verwijt van snobisme te voorkomen, laat ik doorgaans na te zeggen: “Ja, maar wel in de 11-serie, langs de weilanden.” De jaren erna is er ook bij ons heel wat gebarbecued, werd de auto onder de carport gewassen, bier uitgeladen en ik waak er nog steeds voor dat ik niet de eerste ben die de grijze container buiten zet.
Ik kom dagelijks in het winkelcentrum De Clomp, aandoenlijk door haar lelijkheid en gedateerdheid. De gele vlaggen van de Nettorama, de moskee met pratende Marokkaanse mannen ervoor aan de zuidzijde. De SUV´s en Volvo´s aan de noordzijde, rennende kinderen van en naar de scholen, het binnenplein met jaren ´80 tegels waar huisvrouwen de laatste roddels uitwisselen, het terras van de snackbar. De dames met rollator van en naar De Grote Koppel. Het heeft daardoor eigenlijk toch wel iets. Een ‘iets’ dat mogelijk minder zichtbaar zal zijn na de renovatie, bedenk ik me.
De zondagmiddagen zijn nog steeds een moeilijk punt. Zo om een uur of drie, wanneer ik ongeschoren de zaterdagkrant lees met teletekst of de ARD op de achtergrond, komt er de drang van vrouwlief om erop uit te gaan, een flinke fietstocht of op visite. Maar soms, als dat haar allemaal te ver en te veel is, haal ik opgelucht adem en doen we een rondje over het pad tussen Brugakker en de weilanden. Mijn dochter vindt dat ook leuk, want er is een stuk waar achter een hek emoe´s, ganzen, paarden en biggetjes lopen.
In de verte zie ik Bunnik en de Uithof. Hier is de rust, de verte en dat op 300 meter afstand van het winkelcentrum. Er zijn reigers, reeën, watervogels en ringslangen, de schittering van het water van de Zeister Grift. We komen rond 15.30 uur veel wandelaars tegen. Mensen die ik vroeger uitlachte, want wie wandelt er nu om een tijd dat je in een voetbalstadion hoort te zitten, vond ik. Ik loop er nu tussen en denk aan de film Invasion of the bodysnatchers. Ik ben nu één van hen. Ik hoor erbij, ben een echte Brugakkernaar, at last.
René schreef ook: Voor de tent |
Meer over Brugakker: Groen voor mijn welzijn graag! |
Het winkelcentrum is sindsdien veranderd: De Clomp 2.0 |