Overslaan en naar de inhoud gaan

De waarde van bevrijdend denken

5 mei 2021

5 mei 2021
tekst: Henny Fokkema; foto: Tom Haartsen, Harry van Kruiningen “Bevrijding”, Collectie Stedelijke Museum Schiedam

 

Ben Ali Libi

Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In 't concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
Hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

Willem Wilmink

 

Harry van Kruiningen schilderde het schilderij op de foto in 1946 en gaf het de titel “Bevrijding” mee. De roes van mei 1945 was inmiddels uitgeslapen. Op het schilderij staan kale bomen, zonder blad, maar wel met vlaggetjes versierd. Op de voorgrond lopen drie mensen alle drie met een verschillende huidskleur en één van hen werpt een blik in de kinderwagen. Een schilderij waarop 4 en 5 mei samenkomen: de kale, schrijnende gevolgen van de oorlog en de hoop op een nieuwe toekomst.

Een van de ontroerendste en scherpste gedichten die ik ken over de oorlog is het gedicht Ben Ali Libi van de dichter Willem Wilmink, die vanaf 1981 tot 1991 in Couwenhoven in Zeist woonde. Op 4 mei luister ik de laatste jaren via You Tube altijd naar de voordracht van Joost Prinsen. Het gedicht gaat over de oorlog, maar het stijgt boven de gebeurtenissen uit. Tot op de dag van vandaag verwoordt het de pijn van de slachtoffers en de gruwelheden die medemensen elkaar kunnen aandoen.

Op de avond van de Dodenherdenking luisterde ik naar de indrukwekkende toespraak van Roxane van Iperen vanuit de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Onder de titel “Stemmen uit het diepe” stelde zij onder andere de vraag of we ons wel echt bevrijd kunnen voelen? Of we niet allemaal dagelijks een echolood overboord zouden moeten gooien om te voorkomen dat we in oppervlakkige verhalen blijven steken? Als oudere word ik steeds opnieuw geraakt dat jonge mensen met zoveel inzet, overtuiging en oprechtheid hun nek uitsteken en voor de dingen van belang zich uitspreken.   

Een kleine twee maanden geleden hadden we de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Voor mij als kiezer een gelegenheid bij uitstek om te stemmen met de verwachting dat er iets gaat veranderen. Nieuw licht te kunnen zien, in plaats van gevangen te zitten in een geconstrueerde lus die zich eindeloos herhaalt. Helaas kwam ik van een koude kermis thuis. Van echte veranderingen is voorlopig geen sprake, behalve dan de groei van de radicaal rechtse partijen die met veel geschreeuw en weinig diepgaande argumenten de zaken aan de oppervlakte nog verder dichttimmeren.

Nu op 5 mei, Bevrijdingsdag, wil ik onder de kale bomen met rede in een kinderwagen kijken, wil ik samen met anderen de stemmen uit het diepe naar boven halen en blijven protesteren als ik een schreeuwer zie / met een alternatief voor de democratie.
 

Bijdrage
Column

 


Henny schreef eerder:
De waarde van zingende vogels

Meer over 4 en 5 mei:
Vergeten slachtoffers

Volgende column:
Zeist omarmt het voetbal

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.