1 november 2015
tekst: Fons Pennings, foto: Kees Linnenbank
Het gaat me, als geboren en getogen Zeistenaar, aan het hart om te zien hoe het centrum van Zeist lijdt onder de veranderingen in het landelijke winkellandschap. We zijn massaal online gaan kopen en dus verdwijnt twintig procent van de winkels. Dat is een keihard gegeven. Dat is ook niet een Zeisters probleem, maar landelijk en we moeten daarmee wel verder. Je moet die terugloop van het aantal winkels ook niet groter maken dan het is.
Toen de videoband voor de consument beschikbaar kwam, dacht iedereen dat het einde van de bioscoop nabij was, maar bioscopen draaien nu beter dan ooit. Zo komt het de toekomst van het centrum van Zeist ook wel goed, maar daar is wel wat voor nodig. Maar wat dan?
Een compacter centrum waar het aangenaam is om te verblijven. Dat is hoe de toekomst van Zeist in de Centrumvisie, die in maart door de gemeenteraad is aangenomen, wordt beschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen dagelijkse boodschappen, functioneel winkelen en funshoppen. En van die funshoppers wil Zeist er meer van naar het centrum trekken.
Ik ben echt zo’n functionele winkelaar. Op de fiets, naar de winkel waarvan ik iets nodig heb en weer naar huis. Maar langzaamaan merk ik dat het in Zeist, met de toename van al die terrasjes, best leuk is. Dus steeds vaker doe ik m’n boodschap, dan een terrasje en loopt ik daarna nog eens bij een andere winkel naar binnen. Niet gepland, komt er zomaar van. Maar eerlijk gebiedt te zeggen dat ik nooit een echte funshopper word.
Toch zijn er twee dingen in de toekomstplannen die me wel aanspreken. Door een kleiner centrum krijg je in de nieuwe kern minder leegstand en door herinrichting met minder steen en meer groen wordt het prettiger om langer te blijven.
Krijg je daarmee taferelen als de Oude Gracht in Utrecht, waar je op zaterdag over de hoofden kunt lopen? Welnee, je krijgt in Zeist geen Utrechtse werfkeldersfeer of Volendamse vissershaven romantiek en dat geeft ook niet. Wat je met de herinrichting van Zeist wel krijgt is dat het prettiger om als consument rond te lopen. De autorijbanen verdwijnen. De auto is ‘te gast’ en dus minder dominant aanwezig dan nu. Met meer groen en meer ‘verblijfplekken’, zowel op straatpleintjes als de horeca, zal het komen-boodschap-gaan gedrag minder worden. Dat stemt tot een zonnige kijk op de toekomst.
Tot slot nog iets dat me aan het hart gaat. Bij elke poging tot vernieuwing van het centrum heb je van die mopperaars, die bij zich uitputten in het ouwe-koeien uit-de-sloot-halen. Vroeger was het beter, leuker, mooier. Belcour had nooit gebouwd mogen worden. Vroeger had je de Emmastraat, het Kaasboertje, de Weeshuislaanschool en de City bioscoop. Echt, dat komt allemaal niet meer terug. Wat zou het schelen als die mensen constructief zouden bijdragen aan plannen voor de toekomst in plaats van alleen maar mopperen.
Want daar gaat het uiteindelijk om. Als je wilt dat het centrum van Zeist een toekomst heeft, zullen we daar allemaal iets voor moeten doen. Om met de slogan van Boekhandel Kramer & van Doorn te spreken: Weet waar je koopt… Hart voor Zeist.