13 augustus 2020
tekst en foto: Ruud Vermaase
In de tuin van het Beauforthuis zag ik afgelopen week mijn eigen oude stelling weer eens bevestigd: ‘een fietshelm staat niemand’. Daar kan toch niemand iets tegenin brengen, maar waarom blijft iedereen dan zitten met dat malle ding op zijn hoofd? Of gaan ze er zelfs zonder enige gêne mee naar binnen om aan de bar hun felbegeerde radlertjes op te eisen. Raar volk die fietsers, ook niet altijd even vriendelijk valt mij op. Maar daar gaat deze column niet over, die verwondering heb ik al lang van mij af geschreven. Ik wil het hebben over de mondkapjes.
Wat mij opvalt is dat een mondkapje juist iedereen staat. Ik test mijn nieuwe stelling bij mijn medewandelaars na een licht tochtje door de heerlijke koele bossen van Austerlitz. Verbaasde hoofden draaien zich naar mij toe, maar niemand komt met een tegenargument. Ze eisen wel enige toelichting van me.
“Het viel mij op toen ik laatst er niet meer onderuit kon en de bus moest nemen naar Utrecht. Ook ik moest aan een mondkapje geloven. Waarom mensen er beter uitzien? Misschien dat ogen nu veel beter tot hun recht komen. Voordeel is dat een bril dragen onmogelijk is omdat die onmiddellijk beslaat. Kin, kaak, mond en neus spelen geen rol meer om iemand uiterlijk te beoordelen. Het gaat nu puur om de uitdrukking in iemands ogen.”
En dan heb ik het niet eens over modieuze kapjes met kleurige motiefjes. Ook zag ik een jongen die als een westernbandiet een zakdoek met een knoop in zijn nek voor zijn mond bond. Dat is pas old school.
Overigens valt mij het dragen van zo’n mondkapje wel mee. Toen ik hem voor het eerst omdeed in de bus overviel mij wel eerst een beklemming en dacht ik ‘wow, dit ga ik niet redden’, maar dat gevoel zakte snel weg. Na een minuutje was ik eraan gewend. Ook houdt iedereen zijn mond in de bus en er wordt niet gebeld, of was dat toeval die paar keer dat ik tot nu toe per OV reisde?
Als ik later die week in de trein zit en mijn afspraak appt waar ik ben, maak ik een selfie om te bewijzen dat ik onderweg ben. En verrek. Ik heb gelijk. Zelfs míj staat een mondkapje.
Volgende column: Een tuintje boven je buik |