Overslaan en naar de inhoud gaan

Veteraan in twee minuten

22 juni 2019

22 juni 2019
tekst en foto: Ruud Vermaase

“Wat zijn dat voor een mooie speldjes op je jasje?” Ik schrik van haar vraag, terwijl ik mij daar toch gemakkelijk op had kunnen voorbereiden. Ik sta met zes andere collega’s in de lift en allemaal staren ze naar mijn revers waar ik mijn twee militaire onderscheidingen heb opgespeld. Ze zitten er nog van de veteranenbijeenkomst die gemeente Zeist een paar maanden daarvoor had georganiseerd. Ik draag het jasje niet vaak en had besloten de onderscheidingen te laten zitten in plaats van ze beschaamd te verwijderen  om niet over te komen als een oud mannetje.

“Het lijkt op een zwerm vogels die in een V vliegen.” Nog steeds kan ik geen woord uitbrengen. Ik laat kostbare seconden voorbij gaan om aan deze zes mensen in de lift duidelijk te maken dat ik een veteraan ben, dat dit de twee militaire onderscheidingen zijn die ik ook als burger mag dragen en heus nog wel een vrolijke frisse zestiger ben.

“Het zijn mijn militaire onderscheidingen ”’weet ik plotseling uit te brengen. “Oh is het de V van vrede”, zegt ze poeslief en komt dichterbij om het speldje te bestuderen, ik ruik haar shampoo. “Van veteraan”, verbeter ik haar.

“En die andere? Er staat VN op.” Nu komt mijn antwoord er vlot uit, omdat ik de reactie al weet. “Die mag ik dragen omdat ik de Nobelprijs voor de vrede heb gewonnen.” De hele lift barst in lachen uit. Die reactie ben ik gewend. Als iedereen is uitgelachen vertel ik met een serieus gezicht dat het waar is. Dat ik als lid van een VN-macht deze prijs heb gewonnen in 1988 en daarvoor onlangs dit insigne kreeg.

Toch wel stoer om dat even tegen iedereen te kunnen zeggen. Maar de liftdeuren gaan open en voor ik mijn uitleg kan geven stappen vier collega's nog luid lachend uit. Ze stonden met een oud mannetje in de lift die beweerde dat hij de Nobelprijs had gewonnen. Een giller, rijp voor hulp, wat een verhaal.Gemiste kans.

Eén man en de vrouw gaan verder met mij naar boven. Als hij uitstapt draait hij zich met een ernstig gezicht á la Inspecteur Columbo om. “Ben je dan in Soedan geweest?” Ik leg hem uit dat ik in Libanon heb gediend. Peinzend knikkend stapt hij uit en wenst mij nog een fijne dag. Wellicht gaat hij mijn bewering nog even googelen.

Ik blijf alleen met de vrouw achter. Het lukt mij om mijn verhaal tegen haar af te maken. Ze kijkt mij aan, ik durf niet terug te kijken en zie de cijfers van de verdiepingen beurtelings oplichten. “Stoer hoor”, zegt ze als ze uitstapt, zodat ik het laatste stukje naar boven alleen afleg en besef dat ik een kans om op zes collega’s tegelijk een onuitwisbare indruk te maken heb laten liggen.

Alhoewel, één uit zes is ook niet slecht.
 

Bijdrage

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.