20 oktober 2021
tekst en foto: Arend Postma
Tijdens een vitamine D-wandeling kom ik langs landhuis De Breul. Het fraaie gebouw aan de Driebergseweg ligt in de herfstzon te blinken.
Hier was 150 jaar lang, tot 1982, het katholieke jongensinternaat, Katwijk de Breul, gevestigd. In die periode heeft het een flink aantal prominente CEO’s en politieke kopstukken afgeleverd voor bedrijven als C&A en Unilever en politieke partijen als de KVP - in combinatie met de katholieke vergiffenis werd de carrière nog glanzender. Nu zitten er organisatieadviesbureaus, financiële holdings en administratiekantoren in het gebouw.
Ondertussen dwaal ik af met mijn gedachten en passeren een aantal landhuizen langs de Driebergse- en Utrechtseweg mijn revue, zoals: Het Molenbosch, Villa Zeist op de buitenplaats Hoog Beek en Rooyen (Van Lanschot Bank), De Brink (adviesbureaus en uitzendorganisaties), Villa Nuova (Private Banking ABN AMRO MeesPierson) en Ma Retraite (NORO Groep, houdstermaatschappij van de familie Fentener van Vlissingen).
Bij elkaar vormen ze een lang lint van bebouwing, dat herinneringen oproept aan het rijke verleden van Zeist. Je hoort de paardenkoetsen langskomen. Het past naadloos in het imago van het huidige Zeist – het in Nederland wereldberoemde ‘deftige’ Zeist. Eromheen liggen nu lommerrijke wijken, enclaves waar tijd een andere dimensie heeft en het zoeven van elektrische auto’s alleen door bladblazers overstemd wordt. Zo’n enclave doet mij aan Rozendaal denken, een dorp vlakbij Arnhem.
Daar waren wij vorig jaar op de fiets. Van de ongeveer zestienhonderd inwoners van dit in de bossen gelegen dorp mag een aanzienlijk deel zich miljonair noemen. Daarom speelt het openbare leven zich hoofdzakelijk achter hoge hagen en bomen af en op de terrassen van verscholen restaurants.
We lunchten op het zonovergoten terras van de The Hunting Lodge met een prachtig uitzicht op Kasteel Rozendaal. Er heerste een soort surrealisme, een onwerkelijke stilte die enkel verstoord werd door getik van zilver bestek en het klinken van glazen met een prachtige, olieachtige Chardonnay.
Dat is één kant van het grillige spectrum van het bestaan en daarom fietsen wij zo nu en dan door Velzen-Noord. Dat is een dorp vlakbij IJmuiden met Tata Steel als indrukwekkende buurman. Daar lunchen we in een totaal andere beleving met een blikje bier op het terras van de snackbar in het winkelcentrum, maar wel onder dezelfde zon. Zo vinden wij ons regelmatig in verschillende werelden terug.
Eigenlijk hoef je helemaal niet buiten Zeist te gaan om de vele gezichten van de grote boze wereld te ervaren en te zien. Zeist heeft alle mooie en lelijke gezichten, alle tegenstellingen en uitersten die bij een grote stad horen in zich. Dat begint al met het Lyceumkwartier of Bosch en Duin tegenover bijvoorbeeld Vollenhove of de Verzetswijk.
Maar ook in mijn eigen wijk Kerckebosch. Hier zie ik dwars door de overweldigende natuur en de gedurfde en klassieke architectuur heen een ogenschijnlijk mooi evenwicht tussen de have’s en de have-not’s. Dat speelt zich dagelijks voor mijn ogen af als ik in het Binnenbos, dé ontmoetingsplek in Kerckebosch, mijn columns schrijf.
Zeist is met zijn schitterende schizofrenie helemaal klaar om in een metropoolregio op te gaan.
Arend schreef eerder: Een boekenbon voor een man |
Meer over de tweedeling in Zeist: De waarde van georganiseerde solidariteit |
Volgende bijdrage: Autunno Concert 2021 |
Schizofreen Zeist
Volgens mij is schizofrenie geen voorwaarde om deel uit te maken van een metropoolregio, Zeist is denk ik al jaren een prettige buitenwijk van Utrecht. En een dorp met grote verschillen, alles erop en eran. Schizofreen vind ik geen fijne typering. Zijn de verschillen tussen groepen bewoners een probleem om last van te hebben?