1 oktober 2017
tekst: Ruud Vermaase
Van vele kanten en zeer uiteenlopende invalshoeken kreeg ik het verzoek om mijn oktobercolumn te wijden aan Riem de Wolff, de onlangs overleden Blue Diamond waarmee Ramona voor eeuwig is verstomd. Waren die verzoeken oprecht of met enige spot?
In juli ging ik samen met twee vrienden, laat ik ze voor het gemak Ati en Miki noemen, naar de Pasar Malam in Zeist. Tactisch kozen we voor de vrijdag omdat dan Massada optrad, zaterdag zou Riem de Wolf optreden om in zijn eentje het complete repertoire (kom ik later op terug) van zijn Blue Diamonds te zingen. Een dramatische keuze.
Massada speelt verrassend sterk die avond. Frontman Johnny Manuhutu, geen rimpeltje of grijs haartje, steelt de show. Leadgitarist Rudi de Queljoe (Brainbox) is voor mij een welkome verrassing in de uitgebreide bezetting. De temperatuur in de sporthal stijgt intussen naar tropische temperaturen. Alle kraampjes blijven tot absolute sluitingstijd hun arang op temperatuur houden om hun saté babi, saté ajam en saté kambing te slijten. Indo’s eten immers 24 uur per dag. De ijskasten voeren een kansloze strijd om de flesjes Bintangs koud te krijgen. Zo slepen wij ons hevig transpirerend naar de toegift. Johnny Manuhutu smeekt het publiek om samenhorigheid, elkaar te steunen en lief voor elkaar te zijn, ‘Yeah’, brul ik en elleboog mij dronken naar de voorste rijen. Ati en Miki, zoals ik ze maar even noem, blijven wijselijk achterin aan de bar hangen.
‘Geef elkaar de hand en doe je ogen dicht’, zwijmelt Johnny en ik krijg links een hand van een veel te blanke dikke man (1/8e? 1/16e? 1/32e?) in een drijfnat batikhemd en een zwarte bandana om zijn hoofd. Rechts blijk ik de hand vast te houden van iemand die wel eens in de supermarkt tegenkom. We schrikken van elkaar. Zo zingen we in trance Massada’s evergreen Sajang é. Minuten lang. Een mooie avond komt zo ten einde. Miki, zoals ik hem maar even noem, koopt nog drie gulings. Ati, zoals ik hem maar even noem, scoort een fraai gesneden ruggenkrabbertje en ik een net iets te dure blangkon Yogyakarta. Tevreden met onze nuttige aankopen, de vele lauwe biertjes en het gedenkwaardige optreden, fietsen we jolig huiswaarts ons geen enkel moment bekommerend om Riem de Wolff die pas de dag erna zou optreden.
Zodoende blijft het bij die ene keer in 1984 dat ik de Blue Diamonds heb mogen zien. Tijdens een hockeytoernooi in Wassenaar. Ook toen stond ik vooraan bij het podium terwijl de glazen bier onophoudelijk rondgingen. Niet een keer, niet twee keer, niet drie keer, niet vier keer, niet vijf keer, minimaal zes keer en veel waarschijnlijk nog wel vaker hebben ze Ramona gezongen. Op het laatst met ontbloot bovenlijf, de modieuze shirts van het lijf getrokken, als helden rondgedragen op de schouders van een uitzinnige hockeymenigte.
‘I press you, caress you, and bless the day you taught me to care’
Ramona en Ruud
I always remember the red rose you wear in your hair...
Wat een tijden!