1 maart 2017
tekst: Arend Postma, foto: Kees Linnenbank
Onlangs was er op de televisie een aflevering van Planet Earth over wilde dieren in de stad. Het verschijnsel - wilde dieren in de stad - heeft mij altijd geïntrigeerd omdat de stad naar mijn idee een stenen jungle is met alleen maar mensen en auto’s.
Dat er vroeger wél dieren in de stad woonden daarvan getuigen monumenten als de Berenkuil en het Bisonveld. Bij wilde dieren denk ik in eerste instantie aan alles wat niet hond of kat is. Deze beperkte visie kan enigszins opgerekt worden door er een kinderboerderij met een enorm varken bij te betrekken of een veldje met herten die vetgevoederd worden.
Door de aflevering van Planet Earth werden al mijn ideeën over de stad overhoop gehaald want het wemelt er van de dieren, zelfs van dieren die je ook in de vrije natuur liever niet tegenkomt.
Dat de slechtvalk uitstekend tussen de wolkenkrabbers van New York gedijt, is geen verrassing want vogels kennen geen grenzen. Spreeuwen maken niet zoveel indruk maar als het er vijf miljoen zijn dan wordt het een ander verhaal. In de straten van de Indiase stad Mumbai zijn iedere avond panters op jacht naar voedsel en soms zit daar een mens tussen. Met infraroodcamera’s worden ze in de nacht vastgelegd en zijn hun ogen gloeiende knikkers. In Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, leven hyena’s op straat en dat is daar heel gewoon. Zelf zou ik niet weten hoe te reageren als ik een hyena in een steeg tegen zou komen.
Jaren geleden kwam ik op een dag thuis van mijn werk en ging naar de slaapkamer om mij om te kleden. Toen ik naar buiten keek stonden er een aantal kamelen op het veld vlak achter mijn tuin. Ik had de avond daarvoor best wel gedronken en een zekere paniek maakte zich van mij meester want in geval van een delirium kruipen er gewoonlijk hagedissen over de wanden en het plafond, maar kamelen had ik nog nooit meegemaakt. Achteraf bleek dat een circus zijn stal er geparkeerd had.
Als ik mijn wekelijks rondje Driebergen hardloop, ben ik altijd weer bang dat een hond die niet aangelijnd is mijn plezier vergalt door in mijn kuiten te bijten. Als het om de beet van een beagle of golden retriever gaat dan is het leed nog te overzien met een flinke tetanusinjectie. Maar als een Amerikaanse pitbull terriër of Argentijnse Cordoba vechthond mij te pakken neemt dan is er sprake van serieuze ellende. Deze honden worden getraind door ze dagelijks met hun bek een paar uur aan een boomtak te hangen zodat ze leren om nooit meer los te laten. Met enig geluk zal de eigenaar of een scherpschutter het dier dwingen los te laten. Het litteken van de wond zal erger zijn dan de meest weerzinwekkende tatoeage.
Met de beet van een hyena is er sprake van totale rampspoed want die verbrijzelt dan mijn botten als waren het knapperige chips en zal ik voor de rest van mijn leven een Blade Runner zijn.